Vertaal deze pagina naar:

OOST-CONGO: DE VRESELIJKE OORLOG WAAR HET WESTEN ZIJN OGEN VOOR SLUIT!

24-08-2024
Bron afbeelding: https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/03/01/oost-congo-de-vreselijke-oorlog-waar-het-westen-zijn-ogen-voor-sluit/
Bron afbeelding: https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/03/01/oost-congo-de-vreselijke-oorlog-waar-het-westen-zijn-ogen-voor-sluit/

GESCHRIFT DER OPENBARING

Dit artikel gaat een Goddelijke aardverschuiving geven in de gehele wereld.

Wij verkondigen vanaf de oprichting van onze digitale krant De Nieuwe Media de Waarheid zoals die werkelijk is.

Gods Wil Geschiedt net op tijd!

Oost-Congo: de vreselijke oorlog waar het Westen zijn ogen voor sluit!

(https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2023/03/01/oost-congo-de-vreselijke-oorlog-waar-het-westen-zijn-ogen-voor-sluit/)

De meest bloedige oorlog sinds de tweede wereldoorlog vindt plaats in het oosten van Congo. Daar zijn naar schatting al meer dan vijf miljoenen mensen in omgekomen. In die vreselijke en aanslepende oorlog speelt Rwanda een vooraanstaande rol. Het Westen laat begaan. Hieronder een interview met twee bevoorrechte getuigen.

Interview - Tony Busselen

woensdag 1 maart 2023 18:11


Goma is een van de grootste steden in Congo

Goma is een van de grootste steden in Congo. De stad ligt in het oosten, aan de grens met Oeganda en Rwanda, en telt meer dan 2 miljoen inwoners. De stad wordt opgeschrikt door de aanwezigheid van buitenlandse militaire troepen die de Congolese regering proberen te destabiliseren.

Sinds drie maanden leeft de bevolking van Noord-Kivu opnieuw in een oorlogssituatie. De door Rwanda gesteunde rebellengroep M23 heeft op enkele maanden tijd een groot deel van de provincie veroverd.

Meer dan een half miljoen mensen zijn de gevechtszones ontvlucht. De afgelopen twee weken is Goma praktisch omsingeld. Dit alles ondanks de aanwezigheid van internationale troepen van Monusco (VN-missie) en de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) die geacht worden de bevolking te beschermen.

De VN klaagt over de steun van het leger van buurland Rwanda aan de zijde van de rebellen. Deze steun verklaart de snelheid van het offensief. In Goma, de provinciehoofdstad, gaat de bevolking de straat op om te protesteren tegen deze oorlog. Om de situatie te begrijpen interviewden we twee inwoners van Goma.

Placide Nzilamba is technisch secretaris van de provinciale coördinatie van het maatschappelijk middenveld in Noord-Kivu, waar zo'n 700 verschillende verenigingen lid van zijn. Tim Kasai is voorzitter van het Comité pour la Paix au Nord-Kivu, mensenrechtenactivist en voorvechter van het recht op gezondheid.


In Goma vinden momenteel overal in de stad betogingen plaats. 

Wat is er aan de hand?

Placide Nzilamba. De betogingen begonnen op 4 februari. De dagen daarop bleef men betogen. Ze zijn georganiseerd door burgerbewegingen en worden gesteund door de bevolking. De mensen willen dat de buitenlandse troepen van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) en Monusco actief deelnemen aan de strijd tegen de M23-beweging, samen met het Congolese leger. Zo niet, dan moeten ze vertrekken.

Tim Kasai. Deze troepen zijn drie maanden geleden officieel Congo binnengekomen om de M23-rebellen te verdrijven. Maar in werkelijkheid vechten ze helemaal niet tegen de M23-beweging. Integendeel, ze richten gebieden in waar de M23-rebellen blijven en die het Congolese leger niet mag betreden.

"De buitenlandse troepen vechten in werkelijkheid helemaal niet tegen de M23-beweging."

Een paar dagen geleden liep de betoging uit de hand: twee mensen kwamen om en meerdere demonstranten raakten gewond. Een kerk werd vernield en verschillende winkels werden geplunderd. Wat vinden jullie van deze betogingen en het uit de hand lopen ervan?

Placide Nzilamba. Deze escalaties zijn werkelijk betreurenswaardig en dit is te wijten aan de slechte organisatie van de betogingen. Maar het moet ook gezegd worden dat de bevolking echt behoefte had om de straat op te gaan vanwege de veiligheidssituatie. De stad Goma wordt verstikt.

Je moet weten dat de M23-beweging en haar bondgenoot, het Rwandese leger, al twee essentiële aanvoerroutes naar de stad hebben afgesneden. Via deze routes worden voedingsmiddelen en andere basisproducten aangeleverd. Er is nog maar één route over: de weg die zuidwaarts naar Bukavu leidt.

Via deze weg wordt er echter zeer weinig aan de stad Goma geleverd. En zelfs deze weg kan binnenkort worden afgesneden als de M23-beweging in die richting oprukt.


Wat betekent deze omsingeling van de stad Goma in de praktijk?

Placide Nzilamba. Allereerst gaven de twee wegen die nu geblokkeerd zijn werkgelegenheid aan vrachtwagenchauffeurs, motorrijders enz. om goederen te vervoeren.

Met het grote aantal vluchtelingen en intern ontheemden aan de rand van de stad wordt het aantal mensen dat in Goma woont nu op 2,5 miljoen geschat. Er is dus sprake van overbevolking en een steeds slechtere toegang tot voedsel en eerste levensbehoeften.

Tim Kasai. De prijs van een zak houtskool, wat men gebruikt om te koken, is bijvoorbeeld gestegen van 20 tot 55 dollar. Bovendien is Goma een kruispunt voor leveringen aan andere steden, zoals Bukavu. Niet alleen landbouwproducten uit Noord-Kivu worden doorgevoerd naar het Zuiden via Goma, maar ook producten uit Uganda en Kenia. Dat is nu allemaal geblokkeerd. De mensen voelen zich afgesneden van de buitenwereld en vrezen dat ze zullen verhongeren.

"De mensen voelen zich afgesneden van de buitenwereld en vrezen dat ze zullen verhongeren."

Er zijn veel gewapende groepen in Noord-Kivu. 

Wat is er speciaal aan de M23-beweging?

Tim Kasai. De M23-beweging gedraagt zich anders, meer als een professioneel leger. Al jaren waarschuwen de mensen die hier aan de grens met Rwanda wonen dat deze rebellen – en hun voorgangers – worden gesteund door het Rwandese leger, dat illegaal de grens oversteekt om aan de zijde van de M23-beweging tegen het Congolese leger te vechten.

Het duurde zes jaar voordat de VN-deskundigen in 2009 ontdekten wat de bevolking ze al sinds 2003 probeerde te vertellen. Namelijk, dat deze opstanden werden bewapend, gesteund en geleid vanuit Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Sindsdien zijn er verschillende opeenvolgende VN-rapporten geweest die telkens dezelfde feiten bevestigden.

Voor de oorzaak dat VN-deskundigen dat toen niet ontdekten lees hierover het recente artikel in De Nieuwe Media in de volgende link:

De verklaring die de Rwandese president Paul Kagame geeft voor het M23-offensief is onder meer dat de milities die deelnamen aan de genocide van 1994, de FDLR, zouden zijn geïntegreerd in het Congolese leger. En dat dit een veiligheidsprobleem vormt voor zijn land. 

Hoe denkt u daarover?

Placide Nzilamba. Dat is een smoes die hij verkoopt aan naïevelingen over de hele wereld. Hij zegt dat al jaren. De Congolese regering heeft hem drie keer de gelegenheid geboden zijn leger naar Congo te sturen om samen de FDLR te bestrijden. En de laatste keer, toen zij hun operatie hadden beëindigd, hebben zij zelf verklaard dat de FDLR niet langer een bedreiging vormden voor de veiligheid van Rwanda.

Bovendien werden leden van de FDLR die in het kader van het programma 'ontwapening, demobilisatie en re-integratie' waren gedemobiliseerd en teruggekeerd naar huis, later opnieuw aangetroffen aan de frontlinie in Congo, vechtend aan de zijde van de M23-beweging.

Maar wat wil Kagame bereiken met deze oorlog en destabilisatie die meer dan twee decennia aan de gang is?

Placide Nzilamba. Hij wil dat Rwanda toegang krijgt tot landbouwgrond, tot de rijkdom van onze bodem en aan de macht komt in onze provincie. Hij wil dat de M23-rebellen weer deel uit gaan maken van het Congolese leger en het staatsapparaat en hij wil ook een stuk van ons land afsnijden en aan Rwanda vastmaken.

"Kagame wil dat Rwanda toegang krijgt tot landbouwgrond, tot de rijkdom van onze bodem en aan de macht komt in onze provincie."

Hoe verklaar je dat Rwanda zoveel coltan exporteert, maar geen coltan in zijn bodem heeft? Alle beschuldigingen aan het adres van de Congolese regering zijn slechts dekmantels om deze doelstellingen te bereiken en zijn economische en politieke belangen te dienen. De internationale gemeenschap weet dit maar al te goed.

De Oost-Afrikaanse Gemeenschap spreekt over dialoog en de noodzaak van een politiek akkoord. Wat vindt u daarvan?

Placide Nzilamba. Ik denk niet dat we dat nog nodig hebben. Er zijn al vele overeenkomsten ondertekend. In 2002 en 2008 is tijdens belangrijke onderhandelingen overeengekomen om pro-Rwandese strijders op te nemen in het leger, de politie en het overheidsapparaat.

Dan was er de gezamenlijke operatie van de Congolese en Rwandese legers in 2009 om een einde te maken aan de opstand van Laurent Nkunda (Congolese ex-legerofficier die in 2000 zijn rebellenleger oprichtte om de autoriteiten uit te dagen, nvdr).

Er was de kaderovereenkomst van Addis Abeba in 2013 en vervolgens de teksten die in Nairobi met de M23-beweging werden ondertekend om een einde te maken aan de oorlog die zij in 2012 en 2013 voerden. Vorig jaar waren er onderhandelingen in Nairobi en vervolgens het akkoord van Luanda, waarbij Kagame beloofde de M23-beweging niet te steunen.

En na elk akkoord steunt Kagame weer terug de M23-rebellen, open en bloot voor de ogen van de internationale gemeenschap. Dus wat voor overeenkomst hebben we nog nodig? Het akkoord waar Rwanda op uit is, is een akkoord om de Congolezen te doden, een deel van ons grondgebied af te snijden en het bij Rwanda in te lijven. En dat kunnen wij niet aanvaarden, geen enkel land ter wereld kan zoiets aanvaarden.


Waarom hebben alle landen in de wereld dit wel aanvaard in strijd met het internationaal erkende Verdrag van Londen van 19 april 1839?

Om in Afrika betreffende Kongo-Vrijstaat te kunnen stelen heeft koning Leopold II in afstemming met koning Wilhelm I van Pruisen en keizer van Duitsland (zie foto)(1961-1988), opgevolgd door Frederik III (1888) en Wilhelm II (1888-1941), in strijd met het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen en in strijd met de op 7 februari 1831 aangenomen Belgische Grondwet, aan de Duitse ontdekkingsreizigers Georg Schweinfurth (1863) en Hermann von Wissmann (1880) opdracht gegeven om de Belgische Grondwet te omzeilen.

Voor de ware achtergrondinformatie lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Formatie nieuwe Belgische regering

In verband met de huidige formatie van de nieuwe Belgische regering door Antwerps burgemeester Bart de Wever (NV-A) is het belangrijk om eerst kennis te nemen van de volgende "Historische Waarheid" over de Stad Antwerpen in samenhang met Kongo-Vrijstaat, voordat wij verder gaan met het lezen van het artikel "Oost-Congo: de vreselijke oorlog waar het Westen zijn ogen voor sluit"


Door: Ad van Rooij

De Goddelijke waarheid is

Als gevolg van het kinderloosheid overlijden op 19 maart 1702 van prins Willem III van Oranje, en het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747) zijn de historische en juridische feiten glashelder en die luiden als volgt:

1. Prins Willem III van Oranje heeft vanaf zijn overlijden op 19 maart 1702 geen erfopvolger vanuit het huis Orange (Frankrijk) als prins van Oranje. Het vanaf prins Philips Willem van Oranje (1584-1618) gecreëerde (valse) huis van Oranje Nassau – wat in werkelijkheid het huis Nassau-Breda (Nederland) is – maakt dat niet anders.

2. Graaf Willem III van Oranje van het huis Nassau-Breda heeft vanaf zijn overlijden op 19 maart 1702 geen erfopvolger, waarmee het huis Nassau-Breda (Nederland) – en het daarop gecreëerde (valse) huis van Oranje-Nassau – zijn opgeheven.

3. Erfstadhouder is de benaming voor de functie die bekleed werd door de stadhouders van de gewesten Holland en Zeeland vanaf 1674, Friesland vanaf 1675. Prins Willem III van Oranje (1650-1702). Prins Willem III van Oranje (1650-1702) is de opvolger van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1588 tot 1795). Van een "erfenis van deze titel" door Prins Willem III van Oranje (1650-1702) kan dan ook geen sprake zijn.

4. Prins Willem III van Oranje van de Republiek der Zeven Verenigde heeft na zijn "kinderloos overlijden" op 19 maart 1702 als opvolger het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747). Van een "erfenis van deze titel" door stadhouder Willem IV van Oranje-Nassau (1711-1751) kan dan ook geen sprake zijn. Dat vanuit de "prinsgezinde orangisme" (onder druk van – om anders te worden vermoord – zoals dat eerder is gebeurd bij Johan van Oldenbarnevelt (bron) ende gebroeders Johan en Cornelis de Witt (bron)--de Statencolleges in Holland en Zeeland in 1674 werden gedwongen het stadhouderschap erfelijk te verklaren maakt dat niet anders (bron).

Met deze voorkennis en wetenschap heeft de "grondwettelijk nooit bestaande" koning Willem I en de Secretaris van Staat Mr. H.J. (Henri) baron van Doorn van Westcapelle bij Wet van 18 april 1827 (Staatsblad 20) onherroepelijk beslist dat het "Nooit bestaande Nederland" (zonder België) vanaf het op 19 april 1839 ondertekenende Verdrag van Londen (al 185 jaar lang en daarvoor ook vanaf 19 maart 1702) Grondwettelijk nooit heeft bestaan en dat daarmee vanaf 19 april 1839 (en daarvoor ook vanaf 19 maart 1702) de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) grondwettelijk nooit heeft bestaan.

Daarmee is de Nederlandse rechterlijke macht, de Raad voor de rechtspraak, de Procureur-generaal bij de Hoge Raad, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke ambtenaren in opleiding onder aansturing van huidig "grondwettelijk nooit bestaande" Minister-President Dick Schoof als voorzitter van de Ministerraad in het huidige kabinet-Schoof (vanaf 2 juli 2024) -- als erfopvolger van zijn voorgangers, te beginnen met voorzitter Gerrit Schimmelpenninck in het kabinet Schimmelpenninck (25 maart 1848 tot 17 mei 1848) -- al maar liefst 176 jaar lang s-werelds grootste criminele organisatie (en daarvoor ook vanaf 19 maart 1702).

Onder aansturing van huidig "grondwettelijk nooit bestaande" Dick Schoofals voorzitter van de Ministerraad in het huidige kabinet-Schoof (vanaf 2 juli 2024) -- als erfopvolger van zijn voorgangers, te beginnen met voorzitter Gerrit Schimmelpenninck in het kabinet Schimmelpenninck (25 maart 1848 tot 17 mei 1848) – zijn alle vanaf 25 maart 1848 (176 jaar lang) bij Koninklijk Besluit benoemde burgemeesters in de Nederlandse gemeenten en bij Koninklijk Besluit benoemde commissarissen van de koning (gouverneurs) binnen hun ambtsgebied (gemeenten, provincies) eveneens aan het hoofd komen te staan van deze al maar liefst 176 jaar lang s-werelds grootste criminele organisatie.

Het is onbegrijpelijk dat alle hiervoor bestuurlijk verantwoordelijke Tweede Kamerleden vanaf 19 april 1839 (Verdrag van Londen) onder huidig Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) -- als erfopvolger van zijn voorgangers, te beginnen met Marinus Willem de Jonge van Campensnieuwland (1838-1839) -- bij hun beëdiging al maar liefst 185 jaar lang de eed hebben afgelegd om deze al maar liefst 176 jaar lang s-werelds grootste criminele organisatie te laten ontstaan en te laten voortduren onder aansturing van huidig niet democratisch gekozen Minister-President Dick Schoof als voorzitter van de Ministerraad in het huidige kabinet-Schoof (vanaf 2 juli 2024).

Als gevolg hiervan hebben de opvolgende Nederlandse koningen/ koninginnen Willem I (1815-1840), Willem II (1840-1849), Willem III (1849-1890), Wilhelmina (1890-1948), Juliana (1948-1980), Beatrix (1980-2013) en Willem-Alexander (2013-heden) van Oranje-Nassau op grond van hun titels al 185 jaar lang hun privébezit op de volgende deelgebieden in België en daarmee al 185 jaar lang hun eigen Vrijstaat in België, zoals de Belgische koning Leopold II dat had met Congo-Vrijstaat in Afrika. Het betreffend de volgende Vrijstaat van huidig koning Willem-Alexander in België.

De Belgische arrondissementen Antwerpen, Mechelen en Turnhout, als ook het Nederlandse arrondissement Breda zijn daarmee vanaf 1815 (185 jaar lang) privébezit geworden van de opvolgende Nederlandse koningen/ koninginnen Willem I (1815-1840), Willem II (1840-1849), Willem III (1849-1890), Wilhelmina (1890-1948), Juliana (1948-1980), Beatrix (1980-2013) en Willem-Alexander (2013-heden) van Oranje-Nassau, zijnde hun eigen Vrijstaat van waaruit de gehele wereld met en totalitair bewind dictatoriaal wordt bestuurd.

Ook Congo-Vrijstaat (1885 tot 1908) in Afrika is hieruit voortgekomen, omdat voormalig koning Leopold II der Belgen met het voor zichzelf opeisen van Congo-Vrijstaat, daarmee in zeer ernstige mate de Belgische Grondwet van 7 februari 1831 heeft overtreden. Hij was en ook zijn opvolgers, waaronder de huidige koning Filip der Belgen, zijn nog steeds koning van de unitaire staat en het soevereine land België, waarvan de koning niet de Congo-Vrijstaat in Afrika mocht stelen om zichzelf daarmee te verrijken.

De wandaden in Congo-Vrijstaat die in de periode van 1885 tot 1908 (en ook daarna nog tot op de dag van vandaag) zijn gepleegd (en nog steeds worden gepleegd) vanuit de Vrijstaat de Twee Neten, vanuit de haven van Antwerpen (België) onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van huidig burgemeester Bart de Wever (N-VA) (zie foto) hebben enkel over de periode van 1885 tot 1908 al zo'n 10 miljoen genocide-doden veroorzaakt in midden Afrika. Ook de Rwandese genocide is daar het gevolg van.

Leopold II (1835-1909) gebruikte grote sommen geld uit Congo voor de financiering van bouwwerken in België.

Leopold II (1835-1909) gebruikte grote sommen geld uit Congo voor de financiering van bouwwerken in België.

De stad Antwerpen en de Belgische staat verdeelden de benodigde 2 miljoen Belgische Frank voor de bouw van het museum gelijk. Leopold II betrok Antwerpse ondernemers van meet af aan bij het koloniale project. Ze deelden bijgevolg vroeg in de winst. Arthur Van Den Nest (Liberale Partij), een Antwerpse toppoliticus, was zeer actief in de import-export met Argentinië. Hij was de eerste voorzitter van de raad van bestuur van Bell Telephone Company en voorzitter van een belangrijke vennootschap in Kongo. Hij was aandeelhouder van de Anglo-Belgian India Rubber Company. Dat bedrijf was een grote speler in de rubberontginning, had nauwe banden met Leopold II en gebruikte dwangarbeid en geweld in Congo.

België was tussen 1885 en 1958 het gastland voor elf wereldtentoonstellingen, waarvan er drie in Antwerpen doorgingen. De Antwerpse edities van 1885 en 1894 vonden plaats op het Zuid. Deze wijk is vandaag een wezenlijk deel van de stad, maar was toen nog in volle ontwikkeling. Het nieuwe stadsdeel werd met de wereldtentoonstellingen in de verf werd gezet. Een speciaal opgerichte NV die nauwe banden had met het Antwerpse zakenleven en stadsbestuur was verantwoordelijk voor de organisatie. De eerste Antwerpse wereldtentoonstelling vond plaats in 1885, het jaar waarin Congo-Vrijstaat werd opgericht. Medewerkers van Leopold II grepen het evenement meteen aan als propagandamiddel. In de grote centrale tentoonstellingshal maakte men investeerders warm met het vertoon van grondstoffen uit Congo. Het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap (KAGA) richtte een afzonderlijk Congopaviljoen in. De vereniging was gesticht op aansporen van Leopold II en toonde er veelal geroofde Congolese objecten. Het paviljoen stond op de Vlaamse Kaai, ter hoogte van de Waterpoort.

Buiten voor het Congopaviljoen liet het KAGA een impressie van een hut bouwen. Twaalf Congolezen werden overgebracht om hierbij te poseren voor een westers publiek. Mensenzoos, waarin 'de ander' als object werd tentoongesteld, kenden een langere traditie. Sinds de edities in Parijs (1878), Amsterdam (1883) en Antwerpen (1885) werden ze een vast onderdeel van wereldtentoonstellingen. Niet-westerse volkeren werden hier gedehumaniseerd en in een primitief kader geplaatst. Met deze strategie legitimeerde het Westen zijn kolonisatiepraktijken. Het Congopaviljoen lokte in 1885 tot wel 15.000 bezoekers per dag. (Bron).

Een blik op de koloniale geschiedenis van het KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

Website KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen): https://kmska.be/nl.

(https://kmska.be/nl/onderzoek-naar-het-koloniale-verleden-van-het-kmska)


Koloniale banden KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

In aanloop naar de heropening onderzocht het KMSKA zijn koloniale banden. In het bijzonder bekeek het museum de financiering vanuit Congo en de mensenzoo op het museumplein. Daarnaast brachten we enkele koloniale verhaallijnen binnen de verzameling in kaart. We vatten hieronder de voornaamste bevindingen samen en verduidelijken onze ambities voor de toekomst.

Koloniale financiering

In de zomer van 2020 projecteerde een actiegroep 'Paid for with Congolese blood' op het museumgebouw. Dit was voor ons een uitnodiging om de koloniale financiering van het KMSKA onder de loep te nemen. We onderzochten zowel het gebouw als de collectie. Onze bevindingen spreken een koloniale bekostiging van het museumgebouw tegen. We konden deze wel in beperkte mate blootleggen voor de collectie.

Gebouwd met bloedgeld?

Leopold II (1835-1909) gebruikte grote sommen geld uit Congo voor de financiering van bouwwerken in België. De afgelopen jaren groeide de publieke bewustwording rond dit fenomeen. Een gekend voorbeeld is het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren, nu ook bekend als het AfricaMuseum. Dit werd onder rechtstreekse impuls van Leopold II gebouwd met fondsen uit Congo-Vrijstaat.

De indruk leeft dat het KMSKA een gelijkaardige ontstaansgeschiedenis kent. Dit blijkt niet het geval te zijn. De stad Antwerpen en de Belgische staat verdeelden de benodigde 2 miljoen Belgische Frank voor de bouw van het museum gelijk. De chronologie van het project impliceert dat de stad en de staat deze middelen op hun beurt niet uit Congo haalden.

De bouw van het museum werd goedgekeurd in 1875 en begon in 1884. Het gebouw werd opgeleverd in 1890. Congo-Vrijstaat werd reeds opgericht in 1885, maar de kolonie genereerde pas inkomsten voor de Belgische bezetter nadat de vraag naar rubber steeg rond 1895. Leopold II en kroonprins Boudewijn (1869-1891) kregen een preview van het nieuwe museum op 25 juli 1890. De vorst was op dat moment al verantwoordelijk voor de brutale onderdrukking in Congo, maar de kolonie had hem nog geen grote winsten opgebracht. Ter vergelijking: het eerste museumgebouw in Tervuren dateert van 1897 en er kwam een groter complex in 1908-10.

Koloniale schenkingen voor de collectie?

De Belgische bezetter zag Congo als een wingewest en probeerde zo veel mogelijk rijkdom uit de kolonie te onttrekken. Hierdoor behoorden Belgische koloniale ondernemingen tot de meest winstgevende bedrijven ter wereld, terwijl Congo werd opgezadeld met een zware erfenis. Leopold II betrok Antwerpse ondernemers van meet af aan bij het koloniale project. Ze deelden bijgevolg vroeg in de winst.

De museumverzameling groeide tussen 1815 en vandaag van 241 naar 5.500 objecten via schenkingen, legaten en aankopen. Met 1.742 stuks zijn schenkingen en legaten goed voor een collectiegroei van zo'n 39%. Onder onze schenkers vinden we enkele families met gekende koloniale banden, zoals bijvoorbeeld Osterrieth, Grisar en Franck. In samenwerking met een team van experts evalueerden we welke individuele schenkers politiek actief waren in Congo of koloniale handel dreven vóór ze werken aan het KMSKA nalieten.

Niet alle leden van de aangehaalde families kunnen met Congo in verband gebracht worden. François Franck, die 27 werken aan het museum schonk, was actief in antiek en binnenhuisinrichting. Ook hadden de genoemde families vaak al een fortuin voor het begin van de koloniale periode. Dit stelde Felix Grisar bijvoorbeeld in staat om twee schilderijen te schenken in 1879, nog voor de oprichting van Congo-Vrijstaat.

57 werken van achttien verschillende schenkers werden mogelijk tot waarschijnlijk gefinancierd met koloniaal geld. Dit komt neer op 3.3% van alle schenkingen. De grootste groep zijn de zestien werken die Arthur Van Den Nest schonk na 1895. Van Den Nest was een Antwerpse toppoliticus en voorzitter van Anglo-Belgian India Rubber Company (ABIR). Dat bedrijf was een grote speler in de rubberontginning, had nauwe banden met Leopold II en gebruikte dwangarbeid en geweld in Congo.

Het KMSKA gesubsidieerd door Congo?

Het KMSKA, vandaag een verzelfstandigd agentschap binnen de Vlaamse overheid, was een Belgische instelling tijdens de koloniale periode. Bestuurlijk viel het museum eerst onder het ministerie van Kunsten en Wetenschappen (1890-32) en later Openbaar Onderwijs (1932-60). 

Tussen 1890 en 1960 kocht het museum 1.797 werken aan via overheidsbudgetten. Bovendien was het personeel van 1930 tot 1960 ambtenaar voor de Belgische staat.

De Congolese staatskas financierde rechtstreeks enkele Belgische koloniale instellingen tijdens de periode Belgisch Congo (1908-1960), zoals het KMMA, het Ministerie van Koloniën, de Koloniale Hogeschool en het Tropisch Instituut. Andere federale instellingen zoals het KMSKA kregen subsidies vanuit de Belgische staatskas. 

Hoewel het gewicht van de koloniale activiteit op de Belgische staatskas moeilijk te kwantificeren is, suggereert de huidige stand van het onderzoek dat we dit niet moeten overschatten. Berekeningen in aanloop naar de Congolese onafhankelijkheid raamden het koloniale aandeel binnen de Belgische belastinginkomsten op 3.6%. Het wordt algemeen aangenomen dat de grootste koloniale winsten naar banken, bedrijven en privéfortuinen vloeiden. De aankoop van werken voor het KMSKA werd dus mogelijk gefinancierd met geld uit Congo via subsidies, maar slechts beperkt.

Mensenzoo op het museumplein

Het volgende deel bespreekt een donkere bladzijde in de geschiedenis van het museumplein: de mensenzoo die deel uitmaakte van de Wereldtentoonstelling van 1894. Hier werden 144 mensen uit Congo tentoongesteld, waarvan er zeven het leven lieten. De Wereldtentoonstelling en de rol van het KMSKA hierin worden achtereenvolgens toegelicht.

Voorgeschiedenis

In de tweede helft van negentiende eeuw waren wereldtentoonstellingen een internationaal fenomeen. In verschillende Europese landen vierden ze industrialisering en internationale handel, die vaak gepaard ging met imperialisme en kolonisatie. Deelnemende landen prijkten hun verdiensten in verschillende secties.

België was tussen 1885 en 1958 het gastland voor elf wereldtentoonstellingen, waarvan er drie in Antwerpen doorgingen. De Antwerpse edities van 1885 en 1894 vonden plaats op het Zuid. Deze wijk is vandaag een wezenlijk deel van de stad, maar was toen nog in volle ontwikkeling. Het nieuwe stadsdeel werd met de wereldtentoonstellingen in de verf werd gezet. Een speciaal opgerichte NV die nauwe banden had met het Antwerpse zakenleven en stadsbestuur was verantwoordelijk voor de organisatie.

De eerste Antwerpse wereldtentoonstelling vond plaats in 1885, het jaar waarin Congo-Vrijstaat werd opgericht. Medewerkers van Leopold II grepen het evenement meteen aan als propagandamiddel. In de grote centrale tentoonstellingshal maakte men investeerders warm met het vertoon van grondstoffen uit Congo. Het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap (KAGA) richtte een afzonderlijk Congopaviljoen in. De vereniging was gesticht op aansporen van Leopold II en toonde er veelal geroofde Congolese objecten. Het paviljoen stond op de Vlaamse Kaai, ter hoogte van de Waterpoort.

Buiten voor het Congopaviljoen liet het KAGA een impressie van een hut bouwen. Twaalf Congolezen werden overgebracht om hierbij te poseren voor een westers publiek. Mensenzoos, waarin 'de ander' als object werd tentoongesteld, kenden een langere traditie. Sinds de edities in Parijs (1878), Amsterdam (1883) en Antwerpen (1885) werden ze een vast onderdeel van wereldtoonstellingen. Niet-westerse volkeren werden hier gedehumaniseerd en in een primitief kader geplaatst. Met deze strategie legitimeerde het Westen zijn kolonisatiepraktijken. Het Congopaviljoen lokte in 1885 tot wel 15.000 bezoekers per dag.

Wereldtentoonstelling van 1894

Wereldtentoonstelling van 1894

In 1894 organiseerde Antwerpen opnieuw een wereldtentoonstelling. Het bestuur van Congo-Vrijstaat richtte de koloniale sectie in. De kolonie was op dat moment op de rand van bankroet. Leopold II en zijn medewerkers grepen de wereldtentoonstelling aan om het blazoen op te poetsen en propaganda te voeren voor het project. De vergrote koloniale sectie bestond uit een Congopaviljoen, een diorama en een nagebouwd Congolees dorp. En dat allemaal op het plein voor het KMSKA, nu Leopold de Waelplaats.

Het monumentale Congopaviljoen (fig. 1, no. 116) bood een brede kijk op de koloniale activiteiten. De bezoeker vond er onder meer Congolese kunst- en gebruiksvoorwerpen, promotie voor koloniaal handelswaar en werk van hedendaagse Belgische kunstenaars in Congolees ivoor. Een diorama (no. 117) dompelde bezoekers onder in vergezichten op Congo, geschilderd door Henri Langerock (1830-1915). Hier vertelden de organisatoren dat Congo door Leopold II bevrijd werd van het juk van de Arabieren, een narratief dat de Belgische staat lang zou promoten.

Deze keer geen enkele hut voor het Congopaviljoen, maar een heus 'dorp' (no. 115) waarvoor 144 Congolezen overgebracht werden als tentoonstellingsobject. Overdag moesten ze activiteiten uitvoeren voor het oog van bezoekers zoals mandenvlechten, metaalbewerking, musiceren, beeldsnijden. 's Nachts sliepen ze in militaire barakken. Dit was mensonterend. Het project had bovendien een zware fysieke tol voor de deelnemers. 44 Congolezen werden ziek ten gevolge van de bootreis of hun verblijf in Antwerpen. Zeven van hen lieten het leven: Bitio, Sabo, Isokoyé, Manguesse, Binda, Mangwanda en Pezo. Ze werden allemaal tussen de 17 en de 31 jaar oud en liggen begraven op het Schoonselhof.

Rol van het KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

De vraag naar hoe het KMSKA zich tot de Wereldtentoonstelling van 1984 verhield, dringt zich op.

Rol van het KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

Op de plattegrond van de Wereldtentoonstelling staat het museum aangeduid als 'aquarium' (no. 118). Op een foto van het namaakdorp (figs. 2-3) zien we rechts voor het museumgebouw een bordje dat de ingang hiervan aangeeft. In de kelders waren tropische vissen te zien in speciaal gebouwde visbakken. De omlijstingen van twee hiervan worden tot op vandaag bewaard (fig. 4). De kelders van het KMSKA waren dus onderdeel van de Wereldtentoonstelling.

Er lag ook een plan op tafel om de bovenzalen bij het evenement te betrekken. Baron de Vinck-de Winnezeele stelde voor om er hedendaagse ivoorsculpturen te tonen. Het museumbestuur weigerde om logistieke redenen. In de zalen die de baron voor ogen had, presenteerde het museum al gravures van Rubens' oeuvre. Daarom week het programmaonderdeel uit naar het Congopaviljoen.

Uit dit laatste verhaal blijkt het initiatief voor de betrokkenheid van het KMSKA bij de Wereldtentoonstelling buiten het museum werd gelanceerd. Een brief vanuit het museum aan de stad Antwerpen suggereert hetzelfde voor de aquaria. In het schrijven wordt geklaagd over een grote stank en gewezen op lekken die blijvende schade zouden veroorzaken.

Het KMSKA zat dus niet aan het roer tijdens de Wereldtentoonstelling, die georganiseerd werd door een NV gesteund door het Antwerpse stadsbestuur. De inrichting van de mensenzoo gebeurde bovendien door het bestuur van Congo-Vrijstaat, geleid door Leopold II. Niettemin maakt de mensenzoo deel uit van de geschiedenis van het KMSKA. We betreuren dit pijnlijke verhaal ten zeerste. Vandaag zouden we ons verzetten tegen zo'n inhumaan project.

Minder schone verhalen

Een museum vertelt verhalen. We laten tentoongestelde kunstwerken met elkaar in dialoog gaan en duiden de collectie via diverse kanalen. Wie vertelt maakt keuzes. De eerste reflex is hierbij vaak om de minder schone verhalen onbesproken te laten.

De koloniale geschiedenis manifesteert zich ook in de verzameling van het KMSKA, maar deze verhaallijn werd nooit eerder in kaart gebracht. Het deel dat volgt geeft hiertoe een eerste aanzet. Soms worden stukken die al lange tijd in het depot vertoeven in de kijker gezet. Soms worden objecten op zaal door een andere bril bekeken. De bedoeling is om de aandacht te vestigen op de verwevenheid van het verleden van het KMSKA, Antwerpen en Congo. Onverbloemd.

De Diana van Duponis het enige van de hierna aangehaalde werken dat momenteel tentoongesteld wordt en een tekstlabel heeft. We hebben de koloniale achtergrond van dit werk al geduid op zaal. We verwijzen naar deze tekst en onze gidsen voor de omkadering van de overige kunstwerken.

Congo Vrijstaat (1885-1908)

Aanknopingspunten naar een koloniaal verhaal zitten soms in een onverwachte hoek. De Keyserzaal, onze monumentale trappenhal, is hiervan een voorbeeld. We vinden er een grote schilderijenreeks van Nicaise De Keyser (1813-1887) die Antwerpse kunstenaars verheerlijkt. In totaal zijn er 175 verschillende portretten in verwerkt. Dat van Leopold II (fig. 5), boven de deur op het bordes, trekt daarom niet meteen de aandacht.

Deze afbeelding van Leopold II diende oorspronkelijk niet als koloniale propaganda. De Keyser maakte zijn reeks in 1872 voor de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten, waar de verzameling van het KMSKA oorspronkelijk was ondergebracht. Leopold II was op dat moment geen koning van Congo-Vrijstaat, enkel van België. Vandaag wordt het portret van de vorst begrijpelijk wel met zijn Congopolitiek vereenzelvigd in de publieke beleving. Van 1885 tot 1908 was Congo-Vrijstaat privaat eigendom van de Leopold II. Zijn autocratische bewind werd gekenmerkt door het gebruik van geweld en dwangarbeid.

De koning, zijn nazaten, en later de Belgische staat gebruikten kunst en cultuur om het beleid in de kolonie te verheerlijken. Enkele objecten en kunstenaars in onze verzameling houden verband met deze projecten.

Een voorbeeld is Thomas Vinçotte (1850-1925). Hij beeldhouwde vele afbeeldingen van de Belgische vorst, waaronder een buste die nu in het depot staat (fig. 6). De kunstenaar kreeg ook verschillende opdrachten voor werken die de Congopolitiek van Leopold II vergoelijkten. In 1912 ontwierp hij het Monument voor de Pioniers van Belgisch Congo voor het Brusselse Jubelpark. Dit tracht de kolonisatie van Congo, die toen al een bedenkelijke reputatie had, te kaderen als beschavingswerk. Ook het verhaal dat België de Congolezen van de Arabieren bevrijdde door de kolonisatie werd hier herhaald.

Ook de twee kenmerkende strijdwagens op de voorgevel van het KMSKA zijn van Vinçotte's hand. In 1905 maakte Vinçotte samen met beeldhouwer Jules Lagae nog een bekende wagenspan. Die bekroont de centrale arcade van de Triomfboog in het Brusselse Jubelpark. Leopold II nam het initiatief voor dit monument en financierde het onder meer met Congolese fondsen.

Emile Vloors (1871-1952) werkte ook mee aan de Triomfboog. Hij ontwierp in de jaren 1920 samen met vijf andere kunstenaars een reeks van 36 mozaïeken voor de zuilengalerij rond het centrale bouwwerk. Het onderwerp was 'de verheerlijking van het vreedzame en heldhaftige België'. De kunstenaars lieten de gekende koloniale brutaliteiten die de bouw van het complex mogelijk maakten dus buiten beeld.

Vloors bedacht de zes scenes die 'het intellectuele leven' van de natie bezongen in het Jubelpark. We tonen de ontwerpen voor Kunsten (inv. 3798, leeszaal)en Kunst en Schoonheid (fig. 7).

De beeltenis van Leopold II keert geregeld terug in een minder bekend deel van de collectie, de medailleverzameling. Deze werd in de vroege twintigste eeuw aangelegd om belangrijke personen en gebeurtenissen te herinneren. Vandaag zitten de medailles allemaal in het depot.

Een merkwaardige medaille van de vorst binnen deze context is die van Fernand Dubois (fig. 8). Deze werd in 1894 geslagen voor het Congopaviljoen op de Wereldtentoonstelling dat jaar. Voor een hedendaagse kijker roept de medaille vooral de associatie op met de mensenzoo en de zeven dodelijke slachtoffers daarvan. Toen het KMSKA dit stuk verwierf binnen een herinneringscultuur was dit blijkbaar niet het geval.

In 1900 ging er 336 ton Congolees ivoor door de Antwerpse haven. Leopold II schoof ivoor graag naar voor als te bewerken materiaal voor sculpturen, wat Josuë Dupon (1864-1935) ook deed met zijn Diana. Dat ivoor enorm dierlijk leed en conflicten veroorzaakte in Congo, is de gruwelijke keerzijde van Dupons sierlijke sculptuur.

Dupon behoorde tot een select clubje beeldhouwers uit de omgeving van de vorst. Hij was een leerling van Vinçotte en een goede vriend van Lagae.

Belgisch Congo (1908-1960)

Vanwege de wreedheden annexeerde België Congo-Vrijstaat in 1908 onder internationale druk. Vanaf dan zou het Ministerie van Koloniën vanuit Brussel toezien op het gebied. Een nieuw Koloniaal Charter verbood dwangarbeid, maar deze praktijk duurde gewoon verder.

De erfgenamen van Louis Franck (1868-1937), de tweede minister van Koloniën, schonken ons zijn portret (fig. 10) door Walter Vaes (1882-1958).

Naast zijn politiek ambt was Franck nauw betrokken bij de werking van het KMSKA. Hij zetelde in de museumcommissie en was daarnaast lid van verenigingen als Kunst van Heden, dat hedendaagse kunst promootte.

Uit de periode van Belgisch Congo dateren ook enkele werken met echo's van Congolese kunst. Kunstenaars uit een eerdere periode – zoals Vinçotte en Dupon – schikten zich naar klassieke Europese schoonheidsidealen. Later vonden ze vaak inspiratie bij andere culturen. Zo zorgden Afrikaanse maskers bijvoorbeeld voor een omwenteling in Picasso's beeldtaal.

Voor Belgische kunstenaars was Congo de vanzelfsprekende poort naar nieuwe vormen. Ze hoefden hiervoor niet naar Congo te reizen. Sinds 1897 was er een koloniaal museum in Tervuren. Het latere Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) kreeg in 1910 een groot nieuw gebouw voor de groeiende collectie maskers, sculpturen, wapens en gebruiksvoorwerpen, vaak geroofd uit Congo. Beeldhouwer Oscar Jespers (1887-1970) liet zich inspireren door bezoeken aan deze verzameling. De haarpartij van een houtsculptuur door de Congolese Luba inspireerde mogelijk De kapmantel (fig.12).

In het KMMA was ook werk van Belgische kunstenaars te zien, waaronder dat van Jespers. In 1922 maakte hij op verzoek van het Ministerie van Koloniën, toen onder leiding van Franck, Zwarte vrouw met kruik voor de collectie. Dit was een belangrijke opdracht voor Jespers. Hij kreeg 30.000 Belgische Frank voor het bronzen beeld, in die tijd een reusachtig bedrag voor een kunstwerk. Het geld kwam uit de Congolese staatskas. De Kapmantel werd ter vergelijking voor 6.500 Belgische Frank verkocht.

Schilder Floris Jespers (1889-1965), Oscars broed, verbleef verschillende keren in Congo in de jaren 1950. Dit veroorzaakte een kentering in zijn late oeuvre. Congolese figuren, zoals Afrikaanse Vrouw (fig. 14), spelen erin de hoofdrol. Zijn nieuwe werk kon in België op veel applaus rekenen. Jespers kreeg ook verschillende opdrachten voor muurschilderingen in openbare gebouwen in koloniaal Congo. In opdracht van het Ministerie van Koloniën maakte hij tenslotte een groot schilderij voor het Congopaviljoen op Expo '58, de laatste Belgische wereldtentoonstelling waar een mensenzoo te zien was.

De brieven van Floris Jespers getuigen van een superioriteitsgevoel tegenover het Congolese volk dat gebruikelijk was bij kolonialen. Niettemin beschouwde Jespers Congo en zijn kunst als een deel van zijn artistieke persoonlijkheid. Hij eigende zich het land toe. Letterlijk. Volgens een krantenartikel dat bij zijn overlijden verscheen werd Jespers op het Antwerpse Schoonselhof begraven in Congolese grond die hij had overgebracht.

Als laatste zijn er twee Afrikaanse stukken die tegen de verwachtingen in deel uitmaken van de KMSKA collectie (fig. 15 en inv. 3241, depot). Ze werden nagelaten door de erfgenamen van Camiel Huysmans (1871-1968), de socialistische burgemeester van Antwerpen. Huysmans bezocht Congo in 1951. Mogelijk bracht hij deze ebbenhouten sculptuur van een vrouwenhoofd toen mee terug. Dit type werd in grote hoeveelheden gemaakt voor de Europese markt.

Onderzoek: Koen Bulckens

We konden dit werk enkel verrichten dankzij de verrijkende input van verschillende experts. We bedanken hiervoor dr. Bambi Ceuppens (KMMA), Leen De Jong, prof. dr. Idesbald Godeeris (KUL), prof. dr. Ulrike Müller (UA), dr. Els De Palmenaer (MAS), Guy Poppe en prof. dr. Ilja Vandamme (UA).

Onze bijzondere dank gaat uit naar prof. dr. em. Frans Buelens (UA), die nauwgezet onze schenkerslijst evalueerde, Nadia Nsayi (KMMA), die veelbetekenende blinde vlekken in ons verhaal over de Wereldtentoonstelling van 1894 blootlegde, en prof. dr. Guy Vanthemsche (VUB), die ons hielp enkele historische dynamieken scherper te verwoorden.

Geraadpleegde literatuur

Inventaris Onroerend Erfgoed (online)

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, Bijzondere commissie belast met het onderzoek over Congo-Vrijstaat (1885-1908) en het Belgisch koloniaal verleden in Congo (1908-1960), Rwanda en Burundi (1919-1962), de impact hiervan en de gevolgen die hieraan dienen gegeven te worden, rapport 17 juli 2020.

Els De Palmenaer (ed.), 100 x Congo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen (exh. cat. Museum aan de Stroom, Antwerpen), Kontich: BAI, 2020.

Leen De Jong (ed.), Schenkingen aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. 1818-2018, Gent: Lannoo, 2020.

José Boyens, Oscar Jespers, beeldhouwer en tekenaar, 1887-1970. Met een geïllustreerde, kritische en gedocumenteerde catalogus van de beeldhouwwerken, Wormerveer: Uitgeverij Noord-Holland, 2013

Bram Van Oostveldt en Stijn Bussels, 'De Antwerpse wereldtentoonstelling van 1894 als ambigu spektakel van de moderniteit', Tijdschrift voor Geschiedenis 125 (2012), 4-19.

Guy Vanthemsche, Belgium and the Congo, Cambridge: Cambridge University Press, 2012.

Leen De Jong (et. al), Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Een geschiedenis 1810-2007, Oostkamp: Stichting Kunstboek, 2008.

Frans Beulens, Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis, Berchem: Epo, 2007.

Maarten Couttenier, Congo tentoongesteld. Een geschiedenis van de Belgische antropologie en het museum van Tervuren (1882-1925), Leuven: Acco, 2005.

Jean F. Buyck, Retrospectieve Floris Jespers (exh. cat. Museum voor Moderne Kunst, Oostende), Antwerpen: Pandora, 2004.

Jacqueline Guisset, Congo en de Belgische Kunst, 1880-1960 (exh. cat. Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren), Doornik: Renaissance du livre, 2003.

Mandy Nauwelaerts (et. al.), De panoramische droom. Antwerpen en de wereldtentoonstellingen 1885, 1894, 1930 (exh. cat. Bouwcentrum, Antwerpen), Antwerpen: Antwerpen 1993 VZW, 1993.

Jean Stengers, Combien le Congo a-t-il coûté à la Belgique, Gembloux: J. Duculot, 1957.

Fernand Khnopff, 'the Revival of Ivory Carving in Belgium', The Studio 4 (1895), 150-51.

Om als "dictator" vanuit het departement de Twee Neten voor de Vrijstaat van de Nederlandse koning Willem-Alexander in de toekomst te kunnen blijven werken, heeft Bart de Wever (N-VA) na de Vlaamse verkiezingen van 9 juni 2024 Matthias Diependaele (N-VA) als Vlaams formateur aangewezen om samen met N-VA, cd&v en VOORUIT een nieuwe "ongrondwettelijke" Vlaamse regering te vormen onder Matthias Diependaele als Vlaams minister-president. Dit omdat zijn grootvader Renaat Diependaele tijdens de Duitse bezetting in augustus 1942 door het Vlaamsch Nationaal Verbond (opgericht door Staf Declercq die onder zijn leiding collaboreerde met de nazibezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog en die na zijn overlijden is opgevolgd door Hendrik Elias) werd benoemd tot oorlogsburgemeester van Erwetegem. Na de Bevrijding werd hij korte tijd geïnterneerd, maar niet veroordeeld. In 1949 was hij politiek actief bij de Vlaamse Concentratie. Na de oprichting van de Volksunie in 1954 trad hij toe tot de partij en bouwde hij de partijwerking van het arrondissement Aalst-Oudenaarde. In 1961 werd hij verkozen tot lid van de Belgische Senaat voor het arrondissement Aalst-Oudenaarde en vervulde dit mandaat tot in 1965. In 1965 raakte hij niet herkozen als rechtstreeks verkozen senator voor Aalst-Oudenaarde maar wel als provinciaal senator voor Oost-Vlaanderen. In 1968 werd hij gecoöpteerd senator, tot in 1971. In 1971 werd hij opnieuw rechtstreeks verkozen senator voor het arrondissement Aalst-Oudenaarde en zetelde tot in 1974. In de periode december 1971-maart 1974 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap.

De Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap was van 1971 tot 1980 de voorloper van het Vlaams Parlement. Hij werd opgericht door de grondwetsherziening van 24 december 1970. Op 1 oktober 1980 werden zijn bevoegdheden overgenomen door de Vlaamse Raad. De Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap was een "illegale" niet rechtstreeks verkozen organisatie, samengesteld uit de Nederlandstalige Kamerleden en Senatoren die hun vestigingsplaats in Brussel hadden om op deze wijze later (na de "ongrondwettige" splitsing van België) daarmee Brussel als hoofdstad te kunnen opeisen. Het steunde de kandidatuur van Mechelen om daarmee ook de zetel van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel te kunnen opeisen, om daarmee een "totalitaire dictatoriale" macht over de Rooms-Katholieke kerk te kunnen verkrijgen. Daarom vonden alle plenaire vergaderingen van de Cultuurraad plaats in het halfrond van de Kamer van volksvertegenwoordigers en maakte om die reden ook gebruik van de commissiezalen en de infrastructuur van de Kamer voor zijn commissievergaderingen. De Cultuurraad werd vanaf 21 oktober 1980 tot juli 1984 opgevolgd door de Vlaamse Raad, wat op haar beurt in 1995 (15 jaar later) werd opgevolgd door het "ongrondwettige" Vlaams Parlement.

  • De regering-Geens I (22 december 1981 – 10 december 1985) was de eerste Vlaamse Regering. De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van 4 jaar. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens I werd bestuurd door 9 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (4 ministers, thans cd&v); SP (2 ministers, thans VOORUIT); PVV (2 ministers, thans Open Vld) en VU (1 minister: thans N-VA). Alle toentertijd benoemde illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers zijn heden overleden.
  • De regering-Geens II (10 december 1985 - 3 februari 1988) was de tweede Vlaamse Regering. De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van ruim 2 jaar. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens II werd bestuurd door 9 ministers van de volgende politieke partijen: CVP(7 ministers, thans cd&v) en PVV (3 ministers, thans Open Vld). Van deze toentertijd benoemde illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers zijn heden nog in leven: 1.) Theo Kelchtermans (cd&v), hij was van 1980 tot 2013 burgemeester van Peer, waarna hij vanaf 2013 tot heden is opgevolgd door zijn cd&v-partijgenoot Steven Matheï. Hij was ook adviseur bij het Limburgse bedrijf Groep Machiels, die onder meer de Remo Stort onder haar beheer heeft; 2.) Paul Deprez (cd&v), was ook actief als senator en burgemeester; 3.) Patrick Dewael (Open Vld), hij is daarna minister-president van Vlaanderen geweest, driemaal voorzitter van de Kamer van volksvertegen-woordigers, Belgisch Vicepremier en Minister van Binnenlandse zaken, volksvertegenwoordiger en vanaf 1994 tot heden burgemeester van Tongeren. Hij was ook adviseur bij het Limburgse bedrijf Groep Machiels, die onder meer de Remo Stort onder haar beheer heeft.
  • De regering-Geens III (3 februari 1988 - 18 oktober 1988) was de derde Vlaamse Regering. De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van 8 maanden. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens III werd bestuurd door 9 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (6 ministers, thans cd&v) en PVV (3 ministers, thans Open Vld). Van deze toentertijd benoemde illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers zijn heden nog in leven: 1.) Theo Kelchtermans (cd&v), hij was van 1980 tot 2013 burgemeester van Peer, waarna hij vanaf 2013 tot heden is opgevolgd door zijn cd&v-partijgenoot Steven Matheï. Hij was ook adviseur bij het Limburgse bedrijf Groep Machiels, die onder meer de Remo Stort onder haar beheer heeft; 2.) Patrick Dewael(Open Vld), hij is daarna minister-president van Vlaanderen geweest, driemaal voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, Belgisch Vicepremier en Minister van Binnenlandse zaken, volksvertegenwoordiger en vanaf 1994 tot heden burgemeester van Tongeren. Hij was ook adviseur bij het Limburgse bedrijf Groep Machiels, die onder meer de Remo Stort onder haar beheer heeft; 3.) Paul Breyne(cd&v) was onder meer burgemeester van Ieper (1995-1997),Yves Leterme was kabinetsmedewerker van Breyne. Op 1 juni 1997 werd Breyne gouverneur van West-Vlaanderen en Leterme volgde hem op in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Yves Leterme (cd&v) werd daarna premier van België (2008-2011). In november 2011 wees de federale regering (voorgezeten door Yves Leterme) Paul Breyne aan tot commissaris-generaal belast met de federale coördinatie van de plechtigheden voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Zijn officiële benoeming vond plaats in maart 2012. In september 2015 werd Yves Leterme (cd&v) hoofd van de Club Financial Control Body van de Europese voetbalbond UEFA om de financiële toestand van Europese voetbalclubs op te volgen. In 2019 werd Yves Leterme (cd&v) aangesteld als covoorzitter van de raad van bestuur van het Chinese kapitaalfonds ToJoy, die wereldwijd investeert in Chinese groeibedrijven. Hij werd eveneens voorzitter voor West-Europa voor dit fonds en staat mee in voor de internationale uitbreiding ervan. In 2023 werd Yves Leterme (cd&v) adviseur van Silk Road Partners, een adviesbureau voor fusies en overnamedeals met partijen uit het (Midden-) Oosten.
  • De regering-Geens IV (18 oktober 1988 - 21 januari 1992) was de vierde Vlaamse Regering. De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van ruim drie jaar. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens IV werd bestuurd door 11 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (5 ministers, thans cd&v), SP (3 ministers, thans VOORUIT); PVV (2 ministers, thans Open Vld) en VU (1 minister: thans N-VA). Van deze toentertijd benoemde illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers zijn heden nog in leven: 1.) Norbert De Batselier (VOORUIT), was onder meer vanaf 1995 tot 2026 burgemeester van Dendermonde en van 2006 tot 2014 directeur van de Nationale Bank; 2.) Theo Kelchtermans (cd&v); 3.) Patrick Dewael (Open Vld); 4.) Hugo Weckx (cd&v), werd in 1999 voorzitter van het Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam. Bij de Vlaamse verkiezingen van 2019 ondersteunde hij de CD&V-lijst in Brussel als lijstduwer; 5.) Luc Van den Bossche (VOORUIT), Luc Van den Bossche promoveerde tot doctor in de rechten aan de Rijksuniversiteit Gent en was er van 1969 tot 1970 voorzitter van het Vlaams Rechtsgenootschap. Na zijn stage als advocaat aan de Gentse balie werd hij van 1972 tot 1973 docent grondwettelijk recht aan het Hoger Rijksinstituut voor Vertalers en Tolken en van 1973 tot 1974 leraar recht en sociale wetgeving in Deinze. Ook was hij van 1972 tot 1976 voorzitter van de Humanistische Bond Gent. Hij werd op jonge leeftijd politiek actief voor de BSP en in 1973 werd hij ondervoorzitter van de Jongsocialisten, waar hij van 1974 tot 1977 de nationale voorzitter van was. In 1977 werd hij opgenomen in het nationaal partijbureau. Samen met Karel Van Miert en Norbert De Batselier zorgde Van den Bossche na de splitsing van de BSP in 1978 voor een meer Vlaamse reflex van de SP en was hij een van de motoren van de samenwerking van de partij aan de verschillende staatshervormingen. Van 1981 tot 1995, en opnieuw gedurende één maand na de verkiezingen van juni 1999, was hij lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers voor het arrondissement Gent-Eeklo. In de periode december 1981-mei 1995 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Vlaamse Raad. Bij de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Vlaams Parlement van 21 mei 1995 werd hij verkozen in de kieskring Gent-Eeklo. Hij bleef net geen maand Vlaams Parlementslid, tot hij op 20 juni 1995 de eed aflegde als lid van de Vlaamse regering Van den Brande IV. Van 1989 tot 1992 was hij Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken. Tussen 1992 en september 1998 was hij Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken. In deze functie zorgde hij mee voor de invulling van de bevoegdheden die Vlaanderen bij het Sint-Michielsakkoord verwierf. In de periode 1995-98 was hij ook viceminister-president van Vlaanderen. In 1998 werd hij Minister van Binnenlandse Zaken in de federale regering-Dehaene II, in opvolging van Louis Tobback die ontslag nam na de dood van de asielzoekster Semira Adamu. Na het ontslag van Marcel Colla, tijdens de dioxinecrisis in 1999, kreeg hij ook de weinig benijdenswaardige post van Volksgezondheid. Na de verkiezingen dat jaar zat de SP opnieuw in de federale regering en kreeg hij Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen als bevoegdheid. In deze hoedanigheid startte hij het Copernicusplan. Hij bouwde in zijn ministeriële loopbaan consequent een imago op van technocraat en manager. Van 2007 tot 2016 was hij bestuurder van het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap. Van den Bossche is gescheiden van zijn vrouw Lieve Bracke (1947). Zij was secretaris van de raad van bestuur van de Universiteit Gent en leidde er de werkgroep rond de 200ste verjaardag van de universiteit. De politica Freya Van den Bossche (VOORUIT) is een dochter uit deze verbintenis. Hij was de schoonbroer van Marie-Rose Bracke, voorzitter van de Raad van State. Luc Van den Bossche is lid van de Gentse loge Labyrint, die deel uitmaakt van de Grootloge van België; 6.) Johan Sauwens (VU is vanaf 2001 overgestapt cd&v), hij was van 1995 - 2012 en van 2019-2022 burgemeester van Bilzen. Eind 2014 werd hij door CD&V voorgedragen als lid van de raad van bestuur van vervoermaatschappij De Lijn. Op 18 februari 2022 volgde hij Marc Descheemaecker op als voorzitter van de raad van bestuur van De Lijn. In 2015 was hij een van de oprichters van technologiebedrijf Technolink. Johan Sauwens was ook bestuurder van de nv De Scheepvaart. Dit is een agentschap van de Vlaamse overheid die de waterwegen in Vlaanderen in beheer heeft. De hoofdzetel van De Vlaamse Waterweg is gelegen aan de Kanaalkom in Hasselt. Alle goederen die per schip worden vervoerd komen en gaan via de haven van Antwerpen, liggend in het departement de Twee Neten en verricht daarmee zijn activiteiten voor de Vrijstaat van de Nederlandse koning Willem-Alexander, wat een verklaring geeft voor alle misdaad, het stelen van roerende en onroerende goederen, het stelen van bedrijven, pensioengelden, drugshandel, witwaspraktijken, het uitmoorden van haar eigen inwoners, etc., wat is ontstaan als gevolg van deze "ongrondwettige" staatshervorming. Huidig voorzitter is Koen Anciaux (Open Vld), vanaf 2001 - 2023 schepen in Mechelen en vanaf 2018 - heden provincieraadslid van Antwerpen. Ook Raf Terwingen (cd&v), vanaf 2013 - heden burgemeester van Maasmechelen is bestuurder van nv De Scheepvaart. Hier ligt de oorzaak dat Maasmechelen tot het "drugsparadijs" van Europa heeft kunnen uitgroeien. Burgemeester Johny De Raeve (Open Vld) van Zonhoven is vanaf 1 februari 2024, namens de Vlaamse regering, aangesteld als regeringscommissaris voor nv De Scheepvaart, zodat hij zijn vanaf 2004 gepleegde misdrijven vanuit de nooit bestaande woning Hazendansweg 36A, 3520 Zonhoven, jegens de familie A.M.L. van Rooij kan voortzetten met behulp van zijn katvanger David Drillieux, totdat hij de gehele familie A.M.L. van Rooij met de hulp van deze ongrondwettige Vlaamse Regering heeft uitgemoord.


Voor de ware achtergrondinformatie lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media

  • De regering-Van den Brande I (21 januari 1992 - 5 februari 1992) was de vijfde Vlaamse Regering (toen nog Vlaamse Executieve). De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van 15 dagen. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Van den Brande I werd bestuurd door 7 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (4 ministers, thans cd&v) en SP (3 ministers, thans VOORUIT) en moesten in 14 dagen tijd alles wat bovengenoemde vier illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers vanaf 1981 tot 1992 (in 11 jaar) hebben weten te realiseren in 14 dagen tijd bestuurlijk witwassen, zodat hun voorgangers daarvoor niet meer verantwoordelijk en aansprakelijk konden worden gesteld. Van deze toentertijd benoemde illegale "ongrondwettige" Vlaamse ministers zijn heden nog in leven: 1.) Luc Van den Brande (cd&v). In 2015 werd hij speciaal adviseur van Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker, een functie waarin hij samen met de commissieleden nagaat "hoe de dialoog met de Europese burgers verder kan worden versterkt". Is vanaf 2005 - heden Voorzitter Vlaams-Europees Verbindingsagentschap. Is sedert 2018 voorzitter van het European Center for Worker' questions / Europäisches Zentrum für Arbeitsnehmerfeagen (EZA) waarin zeventig sociale bewegingen en vakbonden uit een dertigtal landen elk jaar een zeventigtal seminars organiseren rond de meest ruime en diverse sociale vraagstukken. Was vanaf 2010 tor 2022 Voorzitter Raad van Bestuur VRT en is vanaf 2022 opgevolgd door Frieda Brepoels (N-VA), die vanaf 2013 tot 2019 burgemeester van Bilzen was; 2.) Norbert De Batselier (VOORUIT), werd na zijn politiek mandaat directeur bij de Nationale Bank van België; 3.) Theo Kelchtermans (cd&v), voor meer informatie over hem lees hierboven; 4.) Luc Van den Bossche (VOORUIT), voor meer informatie over hem lees hierboven; 5.) Hugo Weckx (cd&v), voor meer informatie over hem lees hierboven; 6.) Wivina Demeester-De Meyer (cd&v). Na haar politieke loopbaan was Demeester van 2007 tot 2008 samen met Louis Vanvelthoven namens de federale regering bijzondere gezant in het dossier van de IJzeren Rijn. Van 2011 tot 2014 was Demeester bestuurder van mediagroep Concentra. Van 2007 tot 2011 was ze ook voorzitter van het Katholiek Impuls- en Mediafonds, dat aandeelhouder van Concentra is. Eind mei 2011 werd bekend dat ze voorzitter werd van het christelijk geïnspireerd impulsforum Logia. Ze bleef dit tot in 2017 en werd toen opgevolgd door Paul Quirynen. Demeester bekleedde ook bestuursmandaten bij de bank Dexia (ook voorzitter van het auditcomité), de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) die instaat voor de realisatie van het Masterplan Antwerpen en de Oosterweelverbinding en de Karel de Grote Hogeschool. Verder was ze voorzitter van het International Peace Information Service (IPIS). In januari 2024 raakte bekend dat ze als lijstduwer de voorlaatste plaats op de CD&V-lijst in de kieskring Antwerpen voor de federale verkiezingen van juni 2024 zou krijgen. Ook werd Demeester bestuurder van de publiek-private samenwerking Scholen van Morgen, dat meer dan 170 Vlaamse scholen bouwde en beheert. 7.) Leona Detiège (VOORUIT). Ze werd beroepshalve ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken. Ze was van 1988 tot 1992 tevens staatssecretaris voor Pensioenen in de regeringen-Martens VIII en IX en van 1992 tot 1995 Vlaams minister van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden, alvorens in 1995 burgemeester van Antwerpen te worden. Ze trad in 2003 af als burgemeester. Patrick Janssens volgde haar vanaf 2003 tot 2013 op die op zijn beurt vanaf 2013 tot heden werd opgevolgd door Bart De Wever (N-VA), die nu de opsplitsing van België moet doordrukken, zodat vanuit de Antwerpse haven (de Vrijstaat van Willem-Alexander) van de gehele wereld een HEL OP AARDE kan worden gemaakt. Daarom moest burgemeester Bart De Wever van Antwerpen en partijvoorzitter van de N-VA formateur worden om een nieuwe Belgische regering te vormen samen met N-VA, cd&v, VOORUIT, Les Engagés en MR. Voor de meest recente ontwikkelingen daaromtrent lees het artikel hieronder van 22 augustus 2024 in Het Laatste Nieuws.

(https://www.hln.be/binnenland/koning-aanvaardt-ontslag-van-formateur-de-wever-die-overtuigd-blijft-van-nood-aan-herstel-en-hervormingsregering~a0469103/)

Koning aanvaardt ontslag van formateur De Wever, die "overtuigd blijft van nood aan herstel- en hervormingsregering"

FORMATIE: Het is game over voor formateur Bart De Wever (N-VA). Het "ultiem akkoord" van de N-VA-voorzitter met MR, Les Engagés, Vooruit en CD&V is gesneuveld. MR ging niet akkoord met het laatste voorstel van De Wever. Hun tegenvoorstellen mochten niet baten. Volg de laatste updates over de formatie in onze liveblog.

Redactie 22-08-24, 13:35 Laatste update: 22:21`

In een notendop

Formateur Bart De Wever (N-VA) deed MR, Les Engagés, Vooruit en CD&V een "ultiem voorstel", maar MR wees dat af. Vooruit en MR bleven overhoop liggen met elkaar over de meerwaardebelasting op aandelen.

Formateur Bart De Wever geeft zijn opdracht terug aan de koning. Dat liet de N-VA-voorzitter via een WhatsAppbericht aan alle voorzitters weten. Hij bedankte de partijvoorzitters in zijn bericht voor de inspanningen.

De koning heeft het ontslag van formateur Bart De Wever aanvaard.

https://www.hln.be/binnenland/koning-aanvaardt-ontslag-van-formateur-de-wever-die-overtuigd-blijft-van-nood-aan-herstel-en-hervormingsregering~a0469103/

  • De regering-Van den Brande II (5 februari 1992 – 20 oktober 1992) was de zesde Vlaamse Regering (toen nog Vlaamse Executieve). De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van 8 maanden. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Van den Brande II werd bestuurd door 8 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (4 ministers, thans cd&v), SP (3 ministers, thans VOORUIT) en VU (1 minister: thans N-VA). De volgende ministers Luc Van den Brande, Norbert De Batselier, Theo Kelchtermans, Hugo Weckx, Luc Van den Bossche, Leona Detiège, Wivina Demeester-De Meyer zaten ook al in de bestuurlijke witwas regering-Van den Brande II. Daaraan is toegevoegd Johan Sauwens die voorheen in de regering-Geens IV (18 oktober 1988 - 21 januari 1992) illegaal "ongrondwettig" minister is geweest en die vanaf 2001 vanuit de politieke partij VU (N-VA) is overgestapt naar de cd&v.
  • De regering-Van den Brande III (20 oktober 1992 - 20 juni 1995) was de zevende Vlaamse Regering (toen nog Vlaamse Executieve). De leden werden niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemd voor een periode van 3 jaar. Deze niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regering-Van den Brande III werd bestuurd door 8 ministers van de volgende politieke partijen: CVP (4 ministers, thans cd&v), SP (3 ministers, thans VOORUIT) en VU (1 minister: thans N-VA). Het betroffen weer dezelfde ministers Luc Van den Brande, Norbert De Batselier, Theo Kelchtermans, Hugo Weckx, Luc Van den Bossche, Leona Detiège en Wivina Demeester-De Meyer. Vanaf 1 januari 1995 – 20 juni 1995 werd Leona Detiège vervangen door Leo Peeters (VOORUIT), vanaf 1995 tot 2011, burgemeester Kapelle-op-den-Bos.

In 1995 is het Vlaams Parlement opgericht en vergaderde toe nog in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Sinds 16 maart 1996 heeft het zijn zetel in het Vlaams Parlementsgebouw, gelegen in het centrum van Brussel. Het Vlaams Parlement telt 124 leden die allen samen de Vlaamse Gemeenschap vormen. 118 leden daarvan zijn verkozen in het Vlaams Gewest, de andere zes zijn afkomstig uit het kiesgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze zes leden mogen uitsluitend stemmen over zaken betreffende de gemeenschapsmateries, aangezien het Vlaams Parlement geen gewestbevoegdheden kan uitoefenen in Brussel. Deze volksvertegenwoordiging is opgericht onmiddellijk na de consensusbeslissing van de Vlaamse politieke partijen om de instellingen voor gewest en gemeenschap volledig samen te voegen. Dit betekent dat deze consensusbeslissing enkel is genomen door politieke partijen: CVP(thans cd&v), SP(thans VOORUIT), PVV (thans Open Vld) en VU (thans N-VA) nadat zijn eerder vanaf 1981 tot 1995 (maar liefst 15 jaar lang) over het Vlaams Gewest (zie foto hieronder) hebben geregeerd vanuit maar liefst een 7-tal voorafgaande niet democratisch verkozen "ongrondwettige" Vlaamse regeringen, waarvoor ook nog eens de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Betreffend consensusbeslissing is in strijd met de Belgische Grondwet tot stand gebracht en derhalve "Ongrondwettig" en wel op grond van de volgende onbetwistbare feiten:

1. Het betreft een "dictatoriaal-besluit", genomen door de (huidige) politieke partijen cd&v, VOORUIT, Open Vld en N-VA, die vanaf 1981 tot 1995 (maar liefst 15 jaar lang) op een niet democratisch verkozen wijze hebben geregeerd over het Vlaams Gewest, dat ook nog eens niet is genomen op het grondgebied van het Vlaams gewest maar in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waardoor het op alle mogelijke wijze in strijd is met de Belgische Grondwet.

2. Het zijn deze politieke partijen cd&v, VOORUIT, Open Vld en N-VA (toen nog CVP, SP, PVV en VU) die vanuit dezelfde Kamer van volksvertegenwoordigers in 1980 het Arbitragehof hebben ingeschreven in de Belgische Grondwet en bij wet van 28 juni 1983 voor het eerst de samenstelling, de bevoegdheid en de werking ervan hebben vastgesteld. Dit betekent dat deze wet is samengesteld ten tijde van de niet democratisch verkozen illegale "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens I (22 december 1981 – 10 december 1985). Als vervolg op die "ongrondwettige" wet van 28 juni 1983 werden op 10 september 1984 vanuit deze niet democratisch verkozen illegale "ongrondwettige" Vlaamse regering-Geens I bij het Arbitragehof de volgende rechters benoemd: 1.) in opdracht van CVP/ cd&v werd de heer Jan Delva benoemd tot de eerste Nederlandstalige voorzitter van het Arbitragehof, waarvan de naam op 7 mei 2007 is veranderd in Grondwettelijk Hof om daarmee de "ongrondwettigheid" te verbloemen. Voorheen was hij vanaf 1974 raadsheer bij het Hof van Cassatie, waar hij in 1983 afdelingsvoorzitter werd; 2.) in opdracht van SP/ VOORUIT werd de heer Willy Calewaert benoemd tot eerste Nederlandstalig rechter bij het Grondwettelijk Hof. Voorheen was hij Minister van Nationale Opvoeding (1973-1974 en 1980-1981) en Minister van Openbaar Ambt en Institutionele Hervormingen (1979-1980); 3.) in opdracht van PVV/ Open Vld werd Louis De Grève benoemd tot eerste Nederlandstalig rechter bij het Grondwettelijk Hof. Voorheen was hij burgemeester (1965-1971) en schepen (1976-1982) van Halle, als ook provincieraadslid voor Brabant, lid van de Senaat (1974-1977) en lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (1977-1984). Op 14 september 1993 volgde hij Fernand Debaedts op als voorzitter van de Nederlandse taalgroep wat hij tot 16 oktober 1999 is gebleven; 4.) in opdracht van CVP/ cd&v werd de heer Karel Blanckaert benoemd tot de eerste Nederlandstalig rechter het Grondwettelijk Hof. Voorheen was hij hoofdredacteur van Kristelijke Werknemers Beweging ledenblad "Raak" (1959-1960), gemeenteraadslid van Schoten (1964-1971), lid van de kamer van volksvertegenwoordigers in het arrondissement Antwerpen (1971-1984), fractieleider van de CVP-kamerfractie (1972-1984) en ondervoorzitter van de Kamer; 5.) in opdracht van CVP/ cd&v werd de heer Fernand Debaedts benoemd tot de eerste Nederlandstalig rechter het Grondwettelijk Hof. Hij werd geboren te Turnhout op 7 augustus 1923. Na het behalen van zijn doctoraat in de rechten in 1947 vestigde hij zich als advocaat. Hij verliet de balie in 1949 om bestuurssecretaris en vervolgens adjunct-rechtskundig adviseur bij het Ministerie van Wederopbouw te worden. Vijf jaar na zijn afstuderen ving hij zijn loopbaan bij de Raad van State aan, als substituut-auditeur-generaal (1952), eerste auditeur (1971) en staatsraad (1976). Parallel hiermee ontwikkelde hij een wetenschappelijke loopbaan als assistent aan de Universiteit Gent (1959-1965) en als docent aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen (1969-1988). Naar aanleiding van de oprichting van het Arbitragehof werd hij bij koninklijk besluit van 10 september 1984 benoemd tot rechter. Op 2 februari 1993 werd hij, ter opvolging van Jan DELVA, verkozen tot (de tweede) Nederlandstalige voorzitter van het Hof. Bij koninklijk besluit van 22 juli 1993 werd hij, met ingang van 7 augustus 1993, toegelaten tot het emeritaat; 6.) in opdracht van CVP/ cd&v werd de heer Louis-Paul Suetens benoemd tot de eerste Nederlandstalig rechter het Grondwettelijk Hof. Van 1974 tot 1977 was hij achtereenvolgens adjunct-kabinetschef en kabinetschef van minister van Hervorming der Instellingen Robert Vandekerckhove (CVP). Tussen 1970 en 1979 was hij ook schepen van Holsbeek en tussen 1974 en 1979 voorzitter van het Europees Milieubureau, zijnde een federatie van meer dan 140 niet-gouvernementele milieuorganisaties, gevestigd in alle 27 lidstaten van de Europese Unie (EU), kandidaat-lidstaten en een aantal omliggende landen. Deze organisaties strekken zich uit van lokaal en nationaal tot Europees en internationaal. De doelstelling van het EEB is het beschermen en verbeteren van het Europese milieu en het in staat stellen van de Europese burgers een rol te spelen bij het bereiken van dat doel. Waartoe zijn voorzitterschap bij het Europees Milieubureau in samenhang met zijn latere functie als eerste rechter bij het "ongrondwettig" Grondwettelijk Hof heeft geresulteerd kunt u lezen in dit geschrift.

3. Ten tijde van de regering-Geens IV (18 oktober 1988 - 21 januari 1992), waarvan de niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemde "ongrondwettige" elf Vlaamse ministers van de volgende politieke partijen: CVP (5 ministers, thans cd&v), SP (3 ministers, thans VOORUIT); PVV (2 ministers, thans Open Vld) en VU (1 minister, thans N-VA) het "ongrondwettige" Vlaanderen bestuurden, hebben deze vier politieke partijen -- aangevuld met Agalev (Groen) – in 1989 een Cordon sanitaire ingesteld tegen het Vlaams Blok (Vlaams Belang) wat "ongrondwettig" was en nog steeds "ongrondwettig" is, omdat die nog steeds van kracht is. Een grotere "ongrondwettigheid" van het toch al "ongrondwettige" Vlaanderen valt niet te bedenken. Wanneer het Vlaams Belang onder huidig partijvoorzitter Tom Van Grieken dat inziet, dan kan hij samen met de eveneens geboycotte politieke partij PVDA (die dat al wel heeft ingezien) en Groen (die het Vlaams Belang grondwettelijk niet in de Cordon sanitaire toestand had mogen brengen, maar toentertijd erin is ingetrapt), samen met de (mede-) veroorzakende politieke partij cd&v (waarvan A.M.L. van Rooij stemgerechtigd lid is), die als christelijke partij de tien geboden van God hebben na te leven en haar eerder begane zonden zullen moete opbiechten, met meerderheid van stemmen (31+16+9+9 = 65 zetels) een wereldprobleem oplossen waartoe zij grondwettelijk verplicht zijn. De feitelijke en wettelijke onderbouwing daarvoor heeft U hierboven al kunnen lezen maar zullen wij hieronder nog eens expliciet verduidelijken.

4. Het was de liberale Belgische regering-Lebeau (18 april 1840 – 13 april 1841), met daarin de volgende zes liberale ministers Joseph Lebeau, Charles Liedts, Mathieu Leclercq, Edouard Mercier, Gérard Buzen en Charles Rogier (thans de Belgische politieke partijen Open Vld, MR en PFF), die op "valse gronden" bij Koninklijk Besluit van 16 december 1840 hebben beslist: 1.) dat koning Leopold II der Belgen (1835-1909) (oudste toen nog levende zoon van koning Leopold I, toen hij nog prins was) vanaf 16 december 1840 de titel "Hertog van Brabant" moest dragen, zonder dat hij een voorganger had, omdat het hertogdom Brabant vanaf 1795 was opgehouden te bestaan; 2.) dat prins Filips van België (1837-1905) (tweede oudste toen nog levende zoon van koning Leopold I) de titel "Graaf van Vlaanderen" moest gaan dragen, terwijl hij geen voorganger had, omdat het graafschap Vlaanderen vanaf 1795 was opgehouden te bestaan. Bovengenoemde zes liberale ministers hebben betreffend Koninklijk Besluit op 16 december 1840 genomen met de voorkennis en wetenschap dat stadhouder Willem V van Oranje-Nassau (de drager van de titels Markies van Veere en Vlissingen; Graaf van Katzenelnbogen, Vianden, Diez, Spiegelberg, Buren, Leerdam en Culemborg; Burggraaf van Antwerpen; Baron van Breda, Diest, Beilstein, de stad Grave en het land van Cuijk, IJsselstein, Cranendonck, Eindhoven, Liesveld, Herstal, Warneton, Arlay en Nozeroy; Erf- en vrijheer van Ameland en Heer van Borculo, Bredevoort, Lichtenvoorde, Het Loo, Geertruidenberg, Klundert, Zevenbergen, Hooge en Lage Zwaluwe, Naaldwijk, Polanen, Sint-Maartensdijk, Soest, Baarn en Ter Eem, Willemstad, Steenbergen, Montfort, Sankt Vith, Bütgenbach, Daasburg, Niervaart, Turnhout en Besançon) was en in 1795 in ballingschap was gegaan en zijn bezittingen in het buitenland (België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland) als gevolg daarvan nooit in beslag genomen konden zijn. Dit des te meer de overeenkomst die hij daarover in1804 had gesloten met de Betaafse Republiek nimmer is geratificeerd, waarmee stadhouder Willem V van Oranje-Nassau en zijn opvolgende erfgenamen de opvolgende Nederlandse koningen/ koninginnen Willem I (1815-1840), Willem II (1840-1849), Willem III (1849-1890), Wilhelmina (1890-1948), Juliana (1948-1980), Beatrix (1980-2013) en Willem-Alexander (2013-heden) van Oranje-Nassau, betreffende bezittingen in het buitenland (België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland) zijn blijven behouden, waaronder ook hun eigen Vrijstaat, het departement de Twee Neten (met als haven Antwerpen). Het huis Oranje-Nassau oefent als gevolg daarvan al vanaf 16 december 1840 met behulp van de opvolgende burgemeesters van Antwerpen (vanaf 2013 Bart De Wever) een alleen heersende dictatoriale macht uit op geheel België, onder huidig keizer Maurits van Vollenhoven (1998-heden) vanuit het voortgezette Heilige Roomse Rijk, waarbij het grondgebied van het Heilige Roomse Rijk, sinds de oprichting van de Verenigde Naties op 24 oktober 1945, zich heeft uitgebreid tot 193 wereldlanden (is nagenoeg de gehele wereld). De liberale Belgische regering-Lebeau (18 april 1840 – 13 april 1841) heeft daarmee vanaf die tijd (al 185 jaar lang) de Belgische Grondwet van 7 februari 1831 ondermijnd als ook het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen, waarin is vastgelegd dat België een Unitaire Soevereine staat is, die internationaal is erkend. Hiermee hebben wij het "historische bewijs" geleverd dat de liberale Belgische regering-Lebeau daarmee op 16 december 1840 de grootse Staatsgreep ooit heeft gepleegd, die al maar liefst 185 jaar lang voortduurt en die van de gehele wereld een HEL OP AARDE heeft gemaakt. Het is deze al maar liefst 185 jaar lang (voor iedereen onzichtbaar) vanuit België gepleegde Staatsgreep die Bart De Wever (N-VA) voor altijd in de DOOFPOT wil krijgen, door België op te splitsen in vier taalgebieden en vervolgens deze vier opgesplitste taalgebieden als onafhankelijke staten deel te laten uitmaken van de Europese Unie dat zit gevestigd in Brussel (België). Daarom moet Bart De Wever (N-VA) kost wat kost de nieuwe premier van België worden. Hij is als huidig burgemeester van de Vrijstaat het departement de Twee Neten (met als haven Antwerpen) de enige persoon die deze klus kan klaren en ook wil gaan klaren om op deze wijze vanuit België, vanuit de Europese Unie (dat in België is gevestigd), een nieuwe onzichtbare staatsgreep te plegen in alle bestaande 27 EU-landen en alle nog bijkomende EU-landen, waaronder Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije, Moldavië, Oekraïne en Georgië. Dit laat Jezus de zoon van God de Vader niet gebeuren. Het is daarom dat Jos D'Haese (PVDA) bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen op 13 oktober 2024 burgemeester van Antwerpen wil worden, wat het einde betekent van de Vrijstaat het departement de Twee Neten (met als haven Antwerpen) onder dictatoriale aansturing van de Nederlandse koning Willem-Alexander (2013-heden) van Oranje-Nassau. Mede door zijn toedoen zal als vervolg daarop het testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III en het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen, waarin is vastgelegd dat België een Unitaire Soevereine staat is, die internationaal is erkend, na 185 jaar alsnog ten uitvoer worden gebracht.

Het zijn de politieke partijen: CVP (thans cd&v), SP(thans VOORUIT), PVV (thans Open Vld) en VU (thans N-VA) die vanaf 1981 tot 1995 vanuit bovengenoemde niet democratisch verkozen maar door de illegale "ongrondwettige" Vlaamse Raad benoemde ministers in bovengenoemde zeven Vlaamse regeringen, tezamen met de door hen bij wet van 28 juni 1983 op 10 september 1984 benoemde "ongrondwettige" eerste zes rechters (inclusief voorzitter) bij het Grondwettelijk Hof te Brussel, die daarmee de basis hebben gelegd, dat Bart De Wever (N-VA) als nieuwe premier van België, vanuit de Vrijstaat het departement de Twee Neten (met als haven Antwerpen), vanuit de Europese Unie (dat in België is gevestigd), een nieuwe onzichtbare staatsgreep kan gaan plegen in alle bestaande 27 EU-landen en alle nog bijkomende EU-landen, waaronder Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije, Moldavië, Oekraïne en Georgië.

Het zijn namelijk dezelfde politieke partijen: CVP (thans cd&v), SP (thans VOORUIT), PVV (thans Open Vld) en VU (thans N-VA), te beginnen met veelal dezelfde Vlaamse ministers, die met behulp van het Vlaams parlement vanaf 1995 tot 2024 (onder de dekmantel van democratische verkiezingen) vanuit de opvolgende Vlaamse regeringen: Regering-Van den Brande IV, Regering-Dewael, Regering-Somers, Regering-Leterme, Regering-Peeters I, Regering-Peeters II, Regering-Bourgeois, Regering-Homans en Regering-Jambon (zie foto hierboven) zich hebben voorbereid op deze nieuwe staatsgreep die door Bart De Wever (N-VA) (voor België) in nauwe samenwerking met zijn politieke partijgenoot Matthias Diependaele (N-VA) (voor Vlaanderen) ten uitvoer moet worden gebracht en wel op de volgende manier, wat snel moet gebeuren:

  • (Voor België): Bart De Wever (N-VA) is, na twee weken informateur te zijn geweest, aangesteld tot preformateur en later tot formateur met als opdracht om zo spoedig mogelijk een nieuwe regering te vormen met CVP (thans cd&v), SP (thans VOORUIT) en VU (thans N-VA) aan de Vlaamse kant en CVP(thans Les Engagés) en PVV (thans MR) aan de Waalse kant, waarna Bart De Wever (N-VA) persoonlijk daarvan premier van België moet worden. Niemand anders is daarvoor geschikt heeft hijzelf al meerdere malen via de media aan alle Belgen laten weten. PS en PVDA-PTB mogen van Bart De Wever, vanuit de Waalse kant, absoluut niet in de nieuw te vormen Belgische regering komen, omdat die weigeren mee te werken aan de hierboven beschreven staatsgreep onder aanvoering van Bart De Wever (N-VA). Zij staan er namelijk op dat het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen wordt nageleefd, als ook het daarop betrekking hebbende politiek testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III, waartoe elke Belgische politicus die de "Grondwettelijke eed" heeft afgelegd wettelijk verplicht is.

  • (Voor Vlaanderen): Bart De Wever (N-VA), als informateur van de nieuw te vormen Vlaamse regering, kwam om redenen zoals hierboven beschreven al snel met de CVP (thans cd&v) en SP(thans VOORUIT) overeen dat, onder hem als partijvoorzitter van de N-VA, door zijn politieke partijgenoot Matthias Diependaele (N-VA), als formateur, zo spoedig mogelijk een nieuwe Vlaamse regering moet worden gevormd met de politieke partijen CVP (thans cd&v), SP (thans VOORUIT) en VU (thans N-VA), waarvan onder aansturing van Bart De Wever als premier van België onder aansturing van zijn politieke partijgenoot Matthias Diependaele als minister-president van Vlaanderen de hierboven beschreven staatsgreep ten uitvoer moet worden gebracht, Om dat bewerkstelligd te krijgen moest het in 1989 door onder meer deze drie politieke partijen ingestelde "ongrondwettig" Cordon sanitaire tegen het Vlaams Blok (Vlaams Belang) in stand blijven en mocht de politieke partij PVDA, absoluut niet in de nieuw te vormen Belgische regering komen, omdat die weigeren mee te werken aan de hierboven beschreven staatsgreep onder aanvoering van Bart De Wever (N-VA) in samenwerking met Matthias Diependaele (N-VA). Zij staan er namelijk op dat het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen wordt nageleefd, als ook het daarop betrekking hebbende politieke testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III, waartoe elke Belgische politicus die de "Grondwettelijke eed" heeft afgelegd wettelijk verplicht is.

Met in achtneming van bovengenoemde feiten ligt het voor de hand dat partijvoorzitter Tom Van Grieken (zie foto) van het Vlaams Belang zich niet nog langer laat terroriseren met het in 1989 door onder meer bovengenoemde drie politieke partijen ingestelde "ongrondwettig" Cordon sanitaire en als politieke partij die evenveel zetels heeft als de N-VA gaat beginnen met de vorming van een Vlaamse regering, dat bestaat uit de volgende politieke partijen Vlaams Belang, cd&v, PVDA en Groen waarmee een meerderheid van stemmen (31+16+9+9 = 65 zetels) wordt behaald. De politieke partij cd&v (waarvan A.M.L. van Rooij stemgerechtigd lid is), die als christelijke partij de tien geboden van God heeft na te leven, is niet alleen vanuit hun afgelegde de "Grondwettelijke eed", het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen en het politieke testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III, daartoe verplicht, maar als christelijke partij ook vanuit de tien geboden van God. Nadat de politieke partijen Vlaams Belang, cd&v, PVDA en Groen een nieuwe Vlaamse regering hebben gevormd, kan worden gewerkt aan de opheffing van deze nieuw gevormde Vlaamse regering om terug te keren naar een Unitaire Soevereine staat, waartoe België op grond van het op19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen en het politieke testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III Grondwettelijk verplicht is, waarna kan worden gewerkt aan een nieuwe wereld met unitaire soevereine landen, met in al die landen dezelfde Belgische Grondwet, zoals die op 7 februari 1831 van kracht is geworden. Daarna kan worden gebouwd aan een nieuwe wereld zonder oorlog, waarin onze kinderen en kleinkinderen ook nog een menswaardig leven kunnen hebben.

Door toedoen van vader Henri 'Rik' De Wever, een spoorwegarbeider die na de Tweede Wereldoorlog militant was van de paramilitaire Vlaamse Militante Orde, werd Bart de Wever (N-VA) al op zeer jonge leeftijd lid van de Volksunie (VU). Voor deze partij nam hij deel aan de gemeenteraadsverkiezingen te Antwerpen in 1994 en stond hij op de "kartellijst Antwerpen 94" van CVP (thans cd&v) en VU. Na het uiteenvallen van de VU ging De Wever naar de N-VA, waarvan hij een van de medeoprichters, van 2003 tot 2004 ondervoorzitter was onder voorzitter Geert Bourgeois (zie foto).

Bart de Wever (N-VA) is lid van het dagelijks bestuur, het partijbestuur en de partijraad van de N-VA. In 1996 werd hij verkozen als districtsraadslid van Berchem, een functie die hij tot in 1997 uitoefende. Bij de derde rechtstreekse Vlaamse verkiezingen van 13 juni 2004 werd hij verkozen in de kieskring Antwerpen. Hij bleef Vlaams volksvertegenwoordiger tot eind juni 2007, waarna hij na de federale verkiezingen van juni 2007 de overstap maakte naar de Kamer van volksvertegenwoordigers. In het "ongrondwettige" Vlaams Parlement werd hij begin juli 2007 opgevolgd door Dirk de Kort. Van eind juli tot midden november 2004 zat hij de N-VA-fractie van het Vlaams Parlement voor.

In juni 2004 trad Geert Bourgeois af als voorzitter van N-VA, vanwege zijn toetreding tot de Vlaamse regering. Bart De Wever werd vervolgens in zijn hoedanigheid als ondervoorzitter van N-VA aangesteld als waarnemend voorzitter van de partij, een functie die hij uitoefende in combinatie met Frieda Brepoels (zie foto). Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1982 werd Brepoels op 27-jarige leeftijd door het plaatselijke Volksunie-boegbeeld Johan Sauwens aangezocht om te kandideren in haar woonplaats Bilzen. Van 1982 tot 1991 was ze er gemeente-raadslid en van 1982 tot 1988 schepen van Ruimtelijke Ordening. Van 1985 tot 1987 was ze provincieraadslid van Limburg en nadien zetelde ze van 1987 tot 1991 voor het arrondissement Tongeren-Maaseik in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

In de periode februari 1988-november 1991 had Brepoels als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Vlaamse Raad. De Vlaamse Raad was vanaf 21 oktober 1980 de opvolger van de "ongrondwettige" Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd, en was de voorloper van het huidige "ongrondwettige" Vlaams Parlement. Na haar mandaat in de Kamer was Brepoels van 1991 tot 1999 provincieraadslid en gedeputeerde van Limburg. Van 1999 tot 2003 zetelde ze opnieuw in de Kamer, waar ze van 2000 tot 2003 Volksunie-fractievoorzitter was.

Bij de splitsing van de Volksunie in 2001 was Brepoels een van de voortrekkers van de groep Vlaams-Nationaal, waarna ze medeoprichter van de N-VA werd. Brepoels werd ondervoorzitter van deze partij en na het vertrek van partijvoorzitter Geert Bourgeois was ze van juli tot oktober 2004 samen met Bart De Wever waarnemend voorzitter van de partij. Brepoels bleef daarna nog tot 10 december 2006 ondervoorzitter van de N-VA. Ze legde deze functie neer na de beslissing van de partijraad van 9 december om het kartel met CD&V te herstellen na de eerdere breuk door de komst van Jean-Marie Dedecker. Hiermee is het bewijs geleverd dat huidig cd&v voorzitter Sammy Mahdi politiek is gegijzeld door de N-VA, evenals Jean-Marie Dedecker, lijsttrekker van de federale lijst van N-VA in West-Vlaanderen, die na zijn grote verkiezingsoverwinning op 9 juni 2024 meteen aan de krant van West-Vlaanderen vertelde: "Mijn ambitie? Ik word koning", daarmee aangevend dat hij koning Filip van België niet erkend.

Dit geeft ook een verklaring voor het feit dat binnen de niet democratisch gekozen "ongrondwettige" Benelux-Parlement (als "proeftuin" van de Europese-Unie) de volgende niet Christelijke N-VA-leden Peter De Roover, Joris Nachtergaele, Wim Van de Donckt en Karl Vanlouwe in dezelfde Christelijke fractie zitten als de wel Christelijke cd&v-leden Tinne Rombouts en Jef Van den Bergh. Mede gezien vorenstaande feiten valt een grotere "Godslastering" niet te bedenken.

Op een congres van de partij werd Bart De Wever in oktober 2004 als enige kandidaat tot voorzitter van N-VA verkozen met 95% van de stemmen. Eind 2006 kwam De Wever onder vuur te liggen toen hij Jean-Marie Dedecker eerst binnenhaalde als nieuw N-VA-lid, maar vervolgens toch koos om het kartel met de CD&V te herstellen, terwijl de CD&V niet meer met Dedecker te maken wilde hebben en het kartel met de N-VA verbrak. Later werd het vertrouwen in De Wever door alle provinciale afdelingen van de partij opnieuw bevestigd. De Wever was, als voorzitter van de N-VA en kartelpartner van de CD&V, een van de deelnemers aan de moeizaam verlopende onderhandelingen in 2007 voor de vorming van de nieuwe federale regering. Ondertussen werd hij in maart 2008 herkozen als voorzitter van N-VA met 98,89 procent van de stemmen.

Frieda Brepoels (zie foto) werd in 2004 voor de N-VA lid van het Europees Parlement, in opvolging van Geert Bourgeois, die besloot om niet te zetelen. Ten tijde van het kartel met CD&V zetelde ze in het Europees Parlement voor de Europese Volkspartij (EVP), waarna vanaf 2004 ook de Christelijke Europese Volkspartij is gegijzeld door de niet Christelijke N-VA. In juni 2009 verliet ze de EVP-fractie in het Europees Parlement en sloot ze zich aan bij de Europese Vrije Alliantie (EVA). Na de verkiezingen van 1999 maakte de EVA deel uit van de fractie van De Groenen/ Vrije Europese Alliantie, wat betekent dat door toedoen van Frieda Brepoels de N-VA vanaf juni 2009 ook de Europese De Groenen in gijzeling heeft. Op 3 november 2009 kreeg Brepoels de MEP Award van het Parliament Magazine in de categorie Trade. Ze werd door haar collega's uitgekozen vanwege haar werk voor het bekomen van een Europees handelsverbod op zeehondenproducten. Als Europees Parlementslid focuste Brepoels zich vooral op milieudossiers. Zoals U dat in dit geschrift kunt lezen heeft dat geleid tot een algehele vergiftiging van de nagenoeg gehele wereld.

Voor de ware achtergrondinformatie over Brepoels, Billiton, Budelco, Dutch Shell, Corus, Akzo, Unilever, Union Minière, Umicore, DSM, Dupont de Nemours, Hoechst, Hoogovens, Shell, Dow Chemical, BASF, etc." vergiftiging milieudossiers lees de volgende berichten op de Telegraaf, de Sociale Databank Nederland en De Nieuwe Media:

Ook was ze vanaf 2009 bestuurslid van de Global Council van Parliamentarians for Nuclear Non-proliferation and Disarmament (PNND) en vanaf 2006 bestuurslid van het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (VLEVA), wat ze bleef tot in 2015. Bovendien werd ze in 2009 ondervoorzitter van de Europese Vrije Alliantie. In 2011 keerde ze terug naar haar geboortestad Bilzen om er de lijst van de N-VA aan te voeren bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Haar partij N-VA haalde net als CD&V tien gemeenteraadszetels. N-VA vormde een coalitie met Open Vld en de lijst PRO-Bilzen (een samenwerking van sp.a, Groen en Democraten die elk vijf gemeenteraadsleden hadden. Vanaf 1 januari 2013 was Brepoels zo de eerste vrouwelijke burgemeester van Bilzen. Zoals ze tijdens de verkiezingscampagne beloofd had, nam ze begin 2013 ontslag uit het Europees Parlement om voltijds burgemeester te worden. Als Europees Parlementslid volgde Mark Demesmaeker haar op. Bij de federale verkiezingen van mei 2014 was ze opnieuw kandidaat-Kamerlid. Ze was lijstduwer voor de N-VA in de kieskring Limburg, maar werd vanop die plaats niet verkozen.

Tijdens zijn tweede termijn in deze functie maakte Bart De Wever in september 2008 een einde aan het kartel met CD&V en ging de partij zelfstandig verder. Bij de Vlaamse verkiezingen op 7 juni 2009 leidde De Wever zijn partij naar een verkiezingsoverwinning met 13% van de stemmen. Zijn partij kreeg er 10 zetels in het Vlaams Parlement bij en kwam in totaal op 16 zetels. Hijzelf haalde een persoonlijke score met 123.155 voorkeurstemmen. Na deze Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009 keerde hij terug naar het Vlaams Parlement en bleef hij Vlaams volksvertegenwoordiger tot mei 2014. Tussen juli 2010 en januari 2013 werd hij door het Vlaams Parlement aangewezen als gemeenschapssenator.

Bij de federale verkiezingen op 13 juni 2010 won De Wever met N-VA de verkiezingen, met 31,7% van de stemmen van het Vlaams kiescollege van de senaat, of 19,6% van de landelijk voor de senaat uitgebrachte stemmen. Hij kreeg persoonlijk 785.776 voorkeurstemmen. Koning Albert II van België benoemde op donderdag 17 juni 2010 Bart De Wever tot informateur na de federale verkiezingen van 2010. In 2011 begon hij tevens aan zijn derde termijn als N-VA-voorzitter, waarbij hij een score van 99,35 procent behaalde. Nochtans is het aantal opeenvolgende mandaten als voorzitter door de N-VA-statuten beperkt wordt tot twee (artikel 4.2), maar De Wever kreeg een uitzondering van de partijraad van N-VA. Op zondag 14 oktober 2012 won de N-VA met als lijsttrekker De Wever (met 77.732 voorkeurstemmen) 23 zetels (37,73 %), in de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen, na wat hoofdzakelijk een tweestrijd was met Patrick Janssens (met 49.859 voorkeurstemmen) die de 'stadslijst' aanvoerde en 17 zetels behaalde (28,58 %). Op 11 december 2012 werd een coalitie van N-VA, CD&V en Open Vld gesloten. De Wever werd door deze coalitie voorgedragen om vanaf 1 januari 2013 burgemeester van Antwerpen te zijn. Daarmee werd hij burgemeester van de Vrijstaat van de Nederlandse koning Willem-Alexander met de haven van Antwerpen als in en uitvoer haven van deze Vrijstaat.

Vanaf 2013 bekleedde Frieda Brepoels verschillende bestuursmandaten in intercommunales en bedrijven in handen van lokale overheden. Zo werd ze in februari 2013 tot maart 2015 bestuurder van de Vlaamse Landmaatschappij. De "ongrondwettige" Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werd opgericht bij decreet van 21 december 1988 en ging van start op 29 december 1988. Ze nam grotendeels de taken over van de Nationale Landmaatschappij (NLM). Bij decreet van 7 mei 2004 werd de VLM (in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid) omgevormd tot een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap. Dit decreet is in werking getreden op 1 april 2006. Frieda Brepoels werd in maart 2013 tot maart 2019 bestuurder van Infrax Limburg (later Fluvius Limburg. Infrax was een Belgische werkmaatschappij voor distributienetbeheer van elektriciteit en aardgas in een aantal gemeenten van het Vlaams gewest, waaronder de gemeente Zonhoven.

Frieda Brepoels is daarmee persoonlijk (als ook haar politieke partij N-VA) dan ook verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle fraude rondom de leveringen van elektriciteit en gas, vanaf 1 januari 2011 tot op heden (13,5 jaar lang) aan de familie A.M.L. (Ad) van Rooij in de woning op het adres Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (België), als gevolg van het OPZETTELIJK overtreden van het op 21 januari 2010 door Ad van Rooij met eigenaar David Drillieux, -- onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 geregistreerde --, gesloten HUURCONTRACT, welke U hieronder vindt ingelast.

(1 januari 2011). Hieronder vindt u ingelast het door cd&v-lid A.M.L. (Ad) van Rooij (zie foto) 't Achterom 9-9A, 5491 XD Sint-Oedenrode (NL), met tussenkomst van makelaar Truda Goossen (zie foto), namens vastgoed-kantoor Century 21 Axion Vastgoed, Heuvenstraat 23, 3520 te Zonhoven, op 21 december 2010 ondertekend huurcontract, welke zij daarna door eigenaar David Drillieux (zie foto), Dokterstraat 17, 3520 Zonhoven, heeft laten ondertekenen en daarna op 24/01/2011 om 16:47 uur heeft doorgestuurd naar het registratiekantoor Houthalen-Helchteren om het daar onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 als HUURCONTRACT te laten registreren op naam van de huurder Ad van Rooij, vanaf 1 januari 2011 wonende op zijn hoofdverblijfplaats Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (België), waarvan u het wettelijke bewijs hieronder vindt ingelast. Dit geregistreerd HUURCONTRACT is vanaf 1 januari 2011 "wettelijk bindend" voor Open Vld-burgemeester Johny De Raeve (zie foto) van Zonhoven, burgemeester en schepenen van Zonhoven - waaronder cd&v- schepen Kristien Smets (zie foto) -als ook voor cd&v-minister Stefaan De Clerck (zie foto) van Binnenlandse Zaken, als ook voor opvolgend cd&v-minister Annelies Verlinden (zie foto) van Binnenlandse Zaken en huidig cd&v-Partijvoorzitter is Sammy Mahdi (zie foto).

Burgemeester Johny De Raeve

Burgemeester Johny De Raeve (Open Vld) van Zonhoven heeft de familie A.M.L. van Rooij, – zijnde A.M.L. van Rooij en zijn vrouw J.E.M. van Rooij van Nunen --, nooit (al 13 jaar lang) niet willen inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente Zonhoven en in het Belgische Rijksregister, als wonende (hoofdverblijfplaats hebbende) in overeenstemming met hun hierboven ingelaste op 24/01/2011 om 16:47 uur bij het registratiekantoor Houthalen-Helchteren onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 geregistreerde HUURCONTRACT, als vanaf 1 januari 2011 wonende in hun gehuurde woning op het adres Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (België). Hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk minister Annelies Verlinden (cd&v, politieke partijgenoot van Ad van Rooij) weigert burgemeester Johny De Raeve (Open Vld) daartoe te verplichten en partijvoorzitter Sammy Mahdi (cd&v, politieke partijgenoot van Ad van Rooij) weigert bestuurlijk verantwoordelijk minister Annelies Verlinden daartoe te verplichten. Zij allen hebben zich dan ook onmiskenbaar schuldig gemaakt aan het vanaf 1 januari 2011 (13 jaar lang) plegen van 'contractbreuk" jegens de familie A.M.L. van Rooij en zijn dan ook allemaal bestuurlijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle daaruit voortgekomen matteriele en immateriële schade. De tijd van het hierover blijven zwijgen, totdat het gehele gezin van Ad van Rooij is uitgemoord, is voorbij.

Het is dezelfde Frieda Brepoels (N-VA), vanuit haar functie als voorzitter van de Raad van Bestuur, als ook bestuurslid Rozane De Cock (cd&v, politieke partijgenoot van Ad van Rooij) van de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, die het vanaf 2003 /2024 gepleegde bouwmisdrijf door eigenaar David Drillieux en de daaruit voortgekomen vanaf 1 januari 2011 gepleegde woonfraude, domiciliefraude, belastingfraude, sociale fraude, etc. vanuit de woning op het adres Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (België) jegens de familie A.M.L. van Rooij, -- ten dienste van het in stand houden en uitbreiden van een wereldwijd opererende criminele organisatie --, al maar liefst 13 jaar lang uit de media hebben weten te houden. Het moge duidelijk zijn dat deze Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie hierop onmiddellijk geschoond dient te worden van elke "partijpolitieke" belangenverstrengeling.

Voor de ware achtergrondinformatie en alle misdaad die dat heeft veroorzaakt, lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Na van de hierboven beschreven huidige informatie van de nieuw te vormen Belgische regering onder premier Bart de Wever (NV-A) kennis te hebben genomen gaan wij hieronder verder met het artikel "Oost-Congo: de vreselijke oorlog waar het Westen zijn ogen voor sluit".

Oost-Congo: de vreselijke oorlog waar het Westen zijn ogen voor sluit

Tim Kasai. Helaas gebeurt dit alles met de totale hypocrisie en medeplichtigheid van de internationale gemeenschap. De Europese Unie, de Verenigde Staten, iedereen is op de hoogte van de situatie en weet dat Rwanda tot doel heeft om grondgebied van Congo af te snijden.

En nu zeggen ze dat de Oost-Afrikaanse Gemeenschap het moet oplossen. De staatshoofden van deze landen zijn ook medeplichtig aan de situatie en zijn alleen geïnteresseerd in hun eigen belangen.

"Dit alles gebeurt met de totale hypocrisie en medeplichtigheid van de internationale gemeenschap."


Wat verwacht u van de Europese Unie en België?

Placide Nzilamba. We zijn die internationale gemeenschap beu. Wie heeft deze oorlog gecreëerd? Het Franse leger, dat aan het einde van de genocide in Rwanda in 1994 partij koos en ervoor zorgde dat twee miljoen Rwandezen konden vluchten voor de troepen van Kagame naar Congo.

In plaats van deze situatie aan te pakken, vinden ze dat de landen in de regio het maar moeten oplossen, en sluiten ze de ogen voor de misdaden van Kagame.

België en de Europese Unie moeten afstappen van hun hypocriete houding. Rwanda moet worden bestraft voor schendingen van de integriteit van het grondgebied van Congo. Deze oorlog duurt al meer dan twintig jaar en heeft miljoenen doden veroorzaakt, en ze blijven zeggen: "Jullie moeten het samen oplossen".

Nee. Rwanda heeft zoveel misdaden begaan dat echte, strenge sancties nodig zijn. Rwanda steunen met financiële hulp en bilaterale militaire samenwerking betekent het voort laten duren van ons lijden. Als de internationale gemeenschap volhardt in deze hypocrisie, zal zij een verschrikkelijke burgeroorlog veroorzaken in het Grote Merengebied. Want de Congolezen gaan zich niet laten doen.

Tim Kasai. Veel Congolezen zien Rwanda als de politiemacht van het Westen die dient om ons zwak te houden. Dit voorkomt dat we de rijkdom van ons land kunnen benutten en onszelf kunnen bevrijden. Laat België en Europa ons respecteren, laat ze ons recht op leven en op ons land respecteren.

"Laat België en Europa ons respecteren, laat ze ons recht op leven en op ons land respecteren."


Hoe deze oorlog te beëindigen?

Placide Nzilamba. Wij verwachten van onze regering dat zij investeert in de opleiding van ons veiligheidsapparaat, leger, politie en administratie. Onze staat moet worden hervormd, om ons te beschermen tegen alle aanvallen van Rwanda. Rwanda heeft al een keuze gemaakt: het kiest namelijk voor de militaire optie. Onze regering moet daaraan het hoofd bieden.

Tim Kasai. Een paar maanden geleden kwam er een einde aan het wapenembargo van de VN-Veiligheidsraad. Daar zijn we erg blij mee. Vandaag is er een plan voor de hervorming van het leger, dat onder meer beoogt het aantal militairen te verdubbelen tot 500.000 en dat voorziet in een verhoging van de militaire begroting.

Wij moeten sterker zijn dan de vijand, zodat we ons land kunnen verdedigen. Hoe dan ook, het Congolese volk zal deze eindeloze agressie nooit aanvaarden. We zullen doorgaan tot we de vrede en het respect krijgen die we verdienen.

Dit artikel verscheen eerder op Solidaire.

Note:

Coltan is een erts dat de mineralen columbiet en tantaliet bevat. Uit coltan worden de elementen niobium en tantaal gewonnen die o.a. gebruikt worden bij de productie van mobiele telefoons, spelcomputers, pc's, laptops en andere elektronische apparaten. (nvdr.)

De Verenigde Naties heeft de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en West-Indische Compagnie (WIC) voortgezet en uitgebreid in 193 wereldlanden

Met de indiening en registratie van het -- ten tijde van de Tweede Wereldoorlog door Nederlands minister Dirk Jan de Geer (CHU) van Financiën en Minister Sir Howard Kingsley Wood (Conservatief) van Financiën van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Nood-Ierland te Londen getekende Financiële Overeenkomst -- twee jaar na de Tweede Wereldoorlog op 25 april 1947 door de secretaris-generaal Trygve Lie van de Verenigde Naties hebben zij weten te bewerkstelligen dat Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC)zichvanuit de Verenigde Naties vanaf 25 april 1947 heeft voortgezet en tot op heden heeft weten uit te breiden in alle 193 landen van de Verenigde Naties.

Daarmee hebben Nederlands minister Dirk Jan de Geer (CHU) van Financiën en Minister Sir Howard Kingsley Wood (Conservatief) van Financiën van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Nood-Ierland te Londen in onderlinge samenspanning met secretaris-generaal Trygve Lie van de Verenigde Naties weten te bewerkstelligen dat het "Nooit Bestaande Nederland" samen met het "Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Nood-Ierland" de wereldmacht over het geld hebben verkregen, waarbij de "Gouden Standaard" is verdwenen en met bijgedrukt geld straffeloos alle eigendommen, roerende en onroerende goederen kunnen worden gestolen van alle acht miljard wereldbewoners onder de dekmantels van de volgende vier concrete doelstellingen van de Verenigde Naties:

  • Handhaven van internationale vrede en veiligheid;
  • Stimuleren van vriendschappelijke relaties tussen landen;
  • Stimuleren van internationale samenwerking bij het oplossen van economische, sociale, culturele en humanitaire problemen;
  • Bevorderen van respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden;

Historische Achtergrond - Rwandese genocide

(https://nl.wikipedia.org/wiki/Rwandese_genocide)

De Rwandese genocide was een volkerenmoord die in 1994 plaatsvond in het Afrikaanse land Rwanda. Gedurende deze genocide werden naar schatting 500.000 tot 1 miljoen. Tutsi's (ongeveer 70% van de totale bevolkingsgroep) en gematigde Hutu's in een periode van 100 dagen, van 7 april tot 15 juli 1994, vermoord. De meeste moorden werden gepleegd door twee Hutu-milities, de Interahamwe, een jeugdmilitie van regeringspartij MRND, en de Impuzamugambi van de extremistische splinterpartij CDR.

De internationale vredesmacht die in de regio gestationeerd was, UNAMIR, greep niet in vanwege het krappe mandaat van de troepen. Dit is de Verenigde Naties en vooral de leden van de Veiligheidsraad op veel kritiek komen te staan.

De genocide werd gestopt door de Tutsi-rebellenbeweging bekend als het Rwandees Patriottisch Front (RPF), geleid door Paul Kagame. Na de overwinning van het RPF werd Kagame vicepresident en minister van Defensie. Sinds 2000 is hij president van Rwanda.

Een van de criteria om de 'rassen' in te delen was het veebezit. Personen of gezinnen met meer dan tien stuks vee werden onder de Tutsi's ingedeeld, een tot tien koeien maakte van iemand een Hutu en zonder veebezit werd men Twa. Daarnaast werd gebruikgemaakt van gegevens over de etniciteit die door de kerk waren verzameld. Gebeurd nu ook in Nederland, lees hieronder.


Oorzaak

Voor de ware oorzaak lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Voorafgaand aan de genocide

Duitse periode (1890-1916)

In 1890 koloniseerde het Duitse Keizerrijk Rwanda en het naburige Burundi. De Duitse aanwezigheid was aanvankelijk minimaal en er veranderde weinig. Rond de eeuwwisseling zorgde een reeks ingrijpende gebeurtenissen voor grote veranderingen. Na de dood van koning Rwabugiri in 1895 leidde een machtsstrijd over zijn opvolging tot politieke chaos in het land en er heerste een runderpestepidemie. Deze roerige periode werd beïnvloed door de gevolgen van de Europese machtsuitbreiding in Afrika. Zuidwest-Rwanda kreeg invallen te verduren van rebellerende legereenheden uit Belgisch Congo en bleef enige tijd bezet.

Met de komst van de Duitsers probeerde een aantal ambitieuze chiefs te profiteren van het machtsvacuüm dat was ontstaan. Hun macht werd uitgebreid en het patronagesysteem kreeg meer en meer een exploitatiekarakter. Traditioneel landbezit werd door veel chiefs afgeschaft om meer Ubutaka-cliënten te werven. Daarnaast zagen deze chiefs hun kans schoon om hun kuddes weer op peil te brengen door het vee van de plaatselijke bevolking te confisqueren. De Duitsers zouden ook zelf regelmatig vee geroofd en opstanden neergeslagen hebben om machtige chiefs gunstig te stemmen. Plaatselijke onderdrukking maakte geen onderscheid tussen Tutsi's en Hutu's. De situatie culmineerde in een gezamenlijke opstand van Tutsi's, Hutu's en Twa's in Noord-Rwanda, onder leiding van Ndungutze, de kleinzoon van Rwabugiri, die afschaffing van de landprestaties beloofde. De Duitsers grepen hard in, overmeesterden de belangrijkste onafhankelijke Twa-chief in 1911 en vielen in april 1912 bij verrassing het hoofdkwartier van Ndungutze aan en smoorden de revolutie in de kiem.


Voor de ware oorzaak lees het volgende artikel in De Nieuwe Media:

Belgische overheersing (1916-1962)

Toen in 1916 de Belgen de Duitsers uit Rwanda verdreven troffen ze dus, zonder zich daarvan bewust te zijn, zeer recent ontstane verhoudingen aan

Het repressieve systeem, dat voor het gemak als traditioneel werd beschouwd, vormde een welkome gelegenheid voor het instellen van 'indirect rule' via de chiefs. Om de positie van de chiefs te versterken werd Ubureetwa in 1924 geïnstitutionaliseerd. Alle Hutu's moesten enkele dagen per week werken voor hun chief. Gesteund door het koloniale bewind verwierven de chiefs een vrijwel ongelimiteerde macht over het volk, wat gepaard ging met misbruik en mishandeling van zowel Hutu's als Tutsi's. Hoewel het bewind zich officieel ten doel stelde de geconstateerde misstanden uit te bannen, vervingen de Belgen 'inefficiënte' chiefs door repressieve chiefs.

Individuele belasting werd enkele malen verhoogd en een belasting in natura werd geheven voor de voedselvoorziening van de Belgen. In de jaren 20 werd aan deze lasten de Akazi toegevoegd, een vorm van dwangarbeid (Corvee) die al langere tijd in Belgisch Congo werd toegepast. Begin jaren 40 werd de druk nog verder opgevoerd om de oorlogsinspanningen te ondersteunen. Veehouders werden gedwongen vee te verkopen en ondanks een droogteperiode van twee jaar werden landbouwers gedwongen voedselproductie te verkopen. Het resultaat was een dramatische hongersnood, waarbij meer dan 300.000 mensen (15% van de toenmalige bevolking) het leven lieten.

België bestuurde Rwanda als een kolonie, maar officieel was het een protectoraat van de Verenigde Naties. Na de Tweede Wereldoorlog leidden kritische VN-rapporten tot de afschaffing van Ubureetwa en Ubuhake, hoewel ze in de praktijk in een aangepaste vorm bleven bestaan. De VN oefenden ook kritiek uit op het gebrek aan mogelijkheden voor vooral de Hutu-bevolking om deel te nemen aan de politiek. In de jaren 50 bestond de invloed van de autochtone bevolking op het bestuur slechts uit adviesraden die bovendien voor meer dan 90% uit Tutsi's bestonden. De koning, Charles Mutara Rudahigwa, vertelde in een interview in 1955 dat de invloed van de VN geen rol van betekenis speelde in Rwanda: "België is de vader".


Voor de ware achtergrondinformatie lees het volgende artikel in De Nieuwe Media:

Segregatie

De in Europa populaire voorstelling van het pre-koloniale Afrika was een in primitieve stammen georganiseerde samenleving met feodale structuren en een statische geschiedenis waarin historische Europese en Aziatische cultuur-concepten werden herkend.

De opvattingen over de geschiedenis van Rwanda waren in de koloniale tijd gebaseerd op de interpretaties van ontdekkingsreizigers als John Hanning Speke en Henry Morton Stanley uit de 19e eeuw. Zij veronderstelden dat de Tutsi's van een 'blanke' Ethiopische oorsprong afstamden. De missionarissen en kolonisten vonden daarin een reden hen een hogere intelligentie, cultuur en een aangeboren talent voor leiderschap toe te schrijven in vergelijking met de Hutu's, die onder het negroïde ras werden geclassificeerd en de Twa's die tot de pygmoïden werden gerekend.

Recent onderzoek suggereert echter dat Hutu's en Tutsi's sterker verwant zijn aan elkaar dan aan andere bevolkingsgroepen in Afrika.

Discriminatie tussen Hutu's en Tutsi's als collectieve groepen kreeg nader vorm in het schoolsysteem. In 1928 vaardigde de katholieke bisschop Mgr. Classe richtlijnen uit die gebaseerd waren op de vermeende raciale verschillen tussen de groepen. Tutsi's moesten met aanvullende studieprogramma's opgeleid worden tot lagere leidinggevenden en voor assisterende taken, terwijl de Hutu's, voorbestemd voor fysieke arbeid, daarvan werden uitgesloten. Het enige probleem voor de missionarissen en de overheid was te bepalen hoe de 'rassen' herkend moesten worden. De overheidsschool, de Groupe Scolaire, voerde in 1932 een minimumlengte in als toelatingseis, aangezien Hutu's geacht werden kleiner te zijn dan Tutsi's. Een definitieve scheiding vond plaats in de volkstelling van 1934-35. Gebeurd nu ook in Nederland, lees hieronder.

Voor de ware achtergrondinformatie lees het volgende artikel van voormalig hoofdredacteur Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad, welke U hieronder ook vindt ingelast:

Henk Rijkers over christenvervolging

(https://geziningevaar.nl/artikelen/henk-rijkers-over-christenvervolging-ons-onderwijs-wordt-onvrijer-staat-dicteert-seksualiteit)

Henk Rijkers over christenvervolging: 'Ons onderwijs wordt onvrijer, staat dicteert seksualiteit'

Door Redactie 14 juni 2022

Christenen zijn de meest vervolgde bevolkingsgroep ter wereld. Wel 360 miljoen christenen worden ernstig vervolgd. Toch is er in Nederland maar weinig aandacht voor, terwijl in ons land een zorgwekkende tendens is waarbij de vrijheid van christenen steeds meer wordt ingeperkt. Henk Rijkers, redacteur bij Gezin in Gevaar, vertelt erover in Ongehoord Nieuws.

Westers vertrek uit Afghanistan geeft jihadisme stimulans

Christenen hebben het meest last van de islam en het communisme, legt Rijkers uit. Waarbij de islam een stimulans heeft gekregen door het vertrek van het Westen uit Afghanistan vorig jaar. De jihadisten plegen steeds vaker en op meer plekken aanslagen. Met als recent dieptepunt de Pinksteraanslag op een Heilige Mis in Nigeria. Dit nieuws haalde evenwel niet eens de voorpagina van de New York Times, zegt Rijkers. Terwijl de aanslag op een moskee in Christchurch, Nieuw-Zeeland (2019) wekenlang het nieuws domineerde.

"Postchristelijke samenleving" sluit ogen voor christenvervolging

Waarom wordt er dan met twee maten gemeten? Rijkers wijst erop dat we in zekere zin een "postchristelijke samenleving" zijn, waarin linkse mensen de herinnering aan onze christelijke afkomst liever verdrukken. Medegast Freek Jansen (Tweede Kamerlid namens FvD) sluit daar op aan: alles wat het Westen succesvol heeft gebracht, moet kapot gemaakt worden. Inclusief het christendom.

Zorgwekkende tendens in Nederland

Christenvervolging is zeer zichtbaar in Afghanistan en Nigeria, toch komt het volgens Rijkers ook voor in Nederland. Niet zozeer met geweld, eerder met "onderdrukking of discriminatie". Het christelijk onderwijs "wordt steeds meer gedicteerd door de overheid wat het wel en niet mag zeggen", stelt Rijkers. "Speciaal als het gaat om bepaalde onderwerpen die met seksualiteit te maken hebben. 'Harde' vervolging is het niet maar, "het zijn toch tendensen die steeds sterker worden en passen in dat beeld van een liberale democratie die zichzelf steeds meer in het transformeren is in een dwangstaat".

Henk Rijkers

Henk Rijkers is redacteur bij de campagne Gezin in Gevaar. Tot 2017 was hij hoofdredacteur van Katholiek Nieuwsblad. Rijkers deed onder andere onderzoek naar lhbt-propaganda in Nederlands lesmateriaal. Dat resulteerde in de bestseller Seksuele indoctrinatie in schoolboeken.

Bekijk HIER de hele uitzending van Ongehoord Nieuws. Rijkers spreekt vanaf 23:30.

Overzicht van interessante publicaties van Henk Rijkers als (hoofd-)redacteur van het Katholiek Nieuwsblad op de Sociale Databank Nederland.

Daarom werd Henk Rijkers als hoofdredacteur bij het Katholiek Nieuwsblad ontslagen en wel om de volgende reden:

Recht in de leer

De vorige hoofdredacteur, Henk Rijkers, moest in 2017 weg omdat hij te recht in de leer was en ook paus Franciscus de maat nam.

Rijkers complimenteert nu Peter van Zoest van RK Boulevard, getuige deze tweet: 'Je brengt nieuws dat mensen niet willen horen, omdat ze het niet uitkomt. En volgens George Orwell is dat de essentie van journalistiek.'


Lees daarvoor de volgende artikelen:

Een van de criteria om de 'rassen' in te delen was het veebezit. Personen of gezinnen met meer dan tien stuks vee werden onder de Tutsi's ingedeeld, een tot tien koeien maakte van iemand een Hutu en zonder veebezit werd men Twa. Daarnaast werd gebruikgemaakt van gegevens over de etniciteit die door de kerk waren verzameld.

Door deze indeling werd de nieuwe Tutsi-klasse vooral gevuld met diegenen die zich tot dat moment hadden weten te verrijken aan het systeem. De term Tutsi werd daarmee synoniem voor overheersing en onderdrukking en de term Hutu voor diegenen die van de sociale en politieke ladders gevallen waren naar een inferieure status. Door het uiteenvallen van traditionele familie- en clanverbanden en het creëren van nieuwe sociale klassen zouden zich ook nieuwe vormen van loyaliteit ontwikkelen die hun neerslag vonden in de Hutu-beweging die verantwoordelijk was voor de revolutie van 1959 en de eerste golf van 'etnisch' geweld die het land zou teisteren.

De eerste en de tweede republiek (1962-1991)

Tussen 1958 en de onafhankelijkheid in 1962 ontketende een groep goed opgeleide Hutu's een sociale revolutie waarbij het koningshuis werd afgeschaft. Dat ging vergezeld van etnisch geweld tegen Tutsi's met enkele honderden doden en een vlucht van de voormalige elite als gevolg. Parlementsverkiezingen leverden een massale overwinning op voor Parmehutu, een radicale anti-Tutsi-partij. Tussen 1961 en 1964 probeerde een groep Tutsi-vluchtelingen om via guerrilla-invallen terug te keren maar dat mislukte. De invallen leidden tot represailles tegen onschuldige Tutsi's in het land zelf. In 1962 werden meer dan 2.000 Tutsi's gedood; in 1963 nog eens meer dan 10.000. Tussen de 40 en 70 procent van de overlevende Tutsi's ontvluchtte in deze periode Rwanda. (Gebeurt nu ook in Oekraïne).


Voor de ware achtergrondinformatie lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Het geweld tegen Tutsi's kreeg een nieuwe impuls in 1973

Het geweld tegen Tutsi's kreeg een nieuwe impuls in 1973. Er vond een reeks etnische zuiveringen plaats in scholen, bedrijven en bij overheidsinstellingen. Huizen van Tutsi's werden platgebrand en honderden mensen kwamen om het leven. Opnieuw vluchtten veel Tutsi's naar het buitenland. De Hutu-rivalen van president Kayibanda waren hun leven ook niet zeker. Een van hen, minister van Defensie Juvénal Habyarimana, nam in juli door middel van een staatsgreep de macht over. De afgezette machthebbers en hun belangrijkste vazallen verdwenen, of werden zonder vorm van proces op gruwelijke manieren vermoord. Volgens een regeringsverklaring in 1985 waren er 59 tegenstanders vermoord, maar volgens sommige schattingen waren het er rond de 700. Kayibanda werd door een krijgsraad ter dood veroordeeld, maar dat vonnis werd door zijn opvolger omgezet in levenslang. Kayibanda overleed onder verdachte omstandigheden in de vroege ochtend van 15 december 1976.

Onder het regime van Habyarimana nam het geweld tegen Tutsi's af. Maar vluchtelingen en slachtoffers van de etnische zuiveringen kregen hun bezittingen, functies of studieplekken niet terug. Die waren al door Hutu's ingenomen. De belangrijkste aanstichters van het geweld in 1973, die twintig jaar later een grote rol zouden gaan spelen bij het ontketenen van de genocide, werden met rust gelaten. Habyarimana regeerde als een ouderwetse vorst. Rwanda werd officieel een eenpartijstaat. Migratie binnen het land werd strikt gereguleerd en er kwam een nieuwe vorm van belasting in natura, Umuganda. Er werden quota ingesteld om officiële functies en studieplekken te verdelen, waarbij Tutsi's 9% kregen toebedeeld. De rest ging in de praktijk vooral naar mensen die banden hadden met de clans van Habyarimana en zijn vrouw uit het noordwesten van het land. De maatregelen vergrootten tegenstellingen tussen Hutu's onderling. Ze werkten corruptie in de hand en belemmerden de economische ontwikkeling. Nadat in 1980 een staatsgreep door enkele rivalen van Habyarimana was voorkomen nam eind jaren 80 de politieke onrust weer toe.

Deling van de macht (1991-1994)

Onder druk van een slechte economie en de roep van donorlanden om meer democratie werd in 1991 een nieuwe grondwet ingevoerd die een meerpartijenstelsel mogelijk maakte. De nieuwe politieke situatie bracht vooral de tegenstellingen aan het licht tussen Hutu's uit het noorden van Rwanda, waar president Habyarimana vandaan kwam, en die uit het zuiden, waar de meeste aanhangers van zijn voorganger Kayibanda woonden. Over en weer vonden er aanslagen plaats. Een guerrilla-oorlog met Tutsi-rebellen, het Rwandees Patriottisch Front (RPF), die een stuk land in het noordoosten wisten te veroveren, leidde tot een verdere afbrokkeling van Habyarimana's macht. Extremisten uit de directe omgeving van Habyarimana reageerden zich af op Tutsi-burgers. Een internationaal onderzoeksteam stelde vast dat massamoorden in 1990, '91 en in 1992, waar voor het eerst jeugdmilities van regeringspartijen bij waren betrokken, aan zeker 2.000 Tutsi's het leven hadden gekost. In toenemende mate werden ook Hutu's van oppositiepartijen slachtoffer. Nog voor het rapport in 1993 werd gepubliceerd hadden milities in het noordwesten nog eens 300 mensen vermoord.

In 1992 begonnen vredesonderhandelingen die in augustus 1993 werden afgerond met het Arusha-vredesakkoord. Het vredesakkoord voorzag in een overgangsregering en het samenvoegen van de Tutsi-rebellen met het nationale leger. De afspraken zijn nooit geïmplementeerd. Ondanks het toezicht van een VN-vredesmacht gebruikten de partijen de relatieve vrede - per dag werden in Kigali nog steeds gemiddeld vijf mensen vermoord - om zich te versterken.


Voorafgaand aan de genocide

Vluchtelingen

Sinds het geweld in 1959-1963 en 1973 en andere crises waren er naar schatting 600.000 Tutsi gevlucht naar de omliggende landen. Zij waren niet overal welkom en in Oeganda werden ze regelmatig en op grote schaal vervolgd. Daardoor kwam begin jaren 80 een omgekeerde vluchtelingenstroom op gang vanuit Oeganda terug naar Rwanda, waar ze aan de grens in zwaar bewaakte kampen werden opgesloten. Een onbekend aantal van hen stierf daar van ziekte en uitputting. Onderhandelingen met de regering van Habyarimana over een definitieve terugkeer van vluchtelingen leverden niets op.

In 1990 viel vanuit Oeganda het door Tutsi-vluchtelingen geleide RPF Rwanda binnen met de bedoeling zich er blijvend te vestigen. Dit leidde tot gevechten, maar met behulp van Zaïrese, Franse en Belgische troepen wist de regering van Habyarimana aan de macht te blijven. De oorlog veroorzaakte een binnenlandse vluchtelingenstroom. Bij onderzoek door lokale mensenrechtenorganisaties werden 100 burgerslachtoffers van het RPF geteld. Een offensief van het RPF in februari 1993 kostte aan nog eens 200 burgers het leven. Dit bracht opnieuw een vluchtelingenstroom op gang. Honderdduizenden mensen kwamen terecht in vluchtelingenkampen bij Kigali. Deze situatie voedde gevoelens van angst en onzekerheid onder de Hutu-bevolking. Het kostte het RPF veel sympathie bij oppositiepartijen en voedde anti-Tutsi-propaganda.


Voor de ware achtergrondinformatie lees het volgende artikel in De Nieuwe Media:

Propaganda

Propaganda was een belangrijk wapen in het grootschalige etnische geweld. De basis werd gevormd door een pro-Hutu-/anti-Tutsi-ideologie die al twee jaar vóór de revolutie van 1959 was neergelegd in een Hutu-manifest. Het was de neerslag van een doctrine die was afgeleid van koloniale opvattingen waarin Tutsi's werden beschouwd als buitenlandse indringers die de 'autochtone' Hutu's hadden onderworpen. In 1963 en '64 zou president Kayibanda, een van de opstellers van het manifest, al gedreigd hebben met de totale uitroeiing van het Tutsi-ras. Eind 1990, twee maanden na de invasie van het RPF, publiceerde de krant Kangura de "Hutu Tien Geboden", een propagandastuk waarin elke Hutu die met een Tutsi trouwde of zakendeed werd bestempeld als een verrader. Gebod nr. 8 luidde: "Hutu's moeten geen medelijden meer hebben met Tutsi's."

Eind 1992 werd een document verspreid waarin de vijand werd gedefinieerd. Het document was opgesteld door een militaire commissie onder leiding van kolonel Bagosora, een ambitieuze vazal van de president. Volgens de commissie bestond de vijand niet alleen uit het RPF, maar vooral uit hun handlangers en infiltranten onder de bevolking en in de politieke oppositie. Zowel Tutsi-burgers als ontevreden Hutu's waren verdacht. Voor Kangura was dit ook een belangrijk thema. Bijna alle Tutsi's in Rwanda zouden volgens de krant banden hebben met de rebellen en zich 's nachts bezighouden met subversieve activiteiten. In gemengde huwelijken zouden Tutsi-vrouwen fungeren als spionnen van de rebellen.

In toespraken van extremisten op politieke en militaire bijeenkomsten werd regelmatig gezinspeeld op het uitroeien van de Tutsi's. Burgers werd angst ingeboezemd met berichten in de pers en in een toespraak van Habyarimana over grootschalige slachtpartijen onder Hutu's, die na onafhankelijk onderzoek verzonnen bleken te zijn. Soms werd propaganda kracht bijgezet met 'special effects', zoals een in scène gezette aanval op Kigali kort na de RPF-invasie van 1990. In werkelijkheid waren de rebellen op 70 km van de hoofdstad tot staan gebracht en met behulp van buitenlandse troepen teruggedreven. Vanaf juli 1993 werden Hutu's verder opgehitst via de Radio Télévision Libre des Mille Collines (RTLM). RTLM noemde individuele Tutsi's en leden van de oppositie 'vijanden' of 'verraders' die de dood verdienden. Het station was opgericht door leden van de extremistische partij CDR en zou gedurende de volkerenmoord een belangrijke bijdrage leveren aan het geweld. Een onderzoek van de Harvard-universiteit heeft aangetoond dat in gebieden waar de radio-ontvangst het beste was, de meeste moorden werden gepleegd en dat daar relatief meer daders aan meewerkten.

Waarschuwingen

Vanaf januari 1994 kwamen er waarschuwingen naar buiten die de ernst van de situatie duidelijk maakten. De Belgische ambassadeur in Kigali, Johan Swinnen, waarschuwde zijn regering in Brussel voor de haat die via RTLM werd verspreid. Dezelfde maand stuurde de commandant van de vredesmacht, Roméo Dallaire, de eerste berichten aan het VN-hoofdkwartier over geheime voorbereidingen voor volkerenmoord. Een informant vertelde Dallaire dat de milities in staat waren om in twintig minuten duizend mensen om te brengen en dat er plannen bestonden voor het vermoorden van Belgische blauwhelmen. De krant Kangura waarschuwde in verschillende uitgaven dat de moord op de president aanstaande was. Een paar dagen vóór het begin van de genocide voorspelde RTLM een nieuwe golf van geweld en op 4 april vertelde kolonel Bagosora, de belangrijkste leider van de extremisten, in het bijzijn van de VN-officieren Dallaire en Marchal dat het voor de vrede noodzakelijk zou zijn om "hen" uit de weg te ruimen.

Voor de ware achtergrondinformatie over de Verenigde Naties lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Moord op Habyarimana en begin van de genocide

Op 6 april 1994 werd een vliegtuig met daarin de Rwandese president Juvénal Habyarimana en de president van Burundi Cyprien Ntaryamiraneergeschoten tijdens de voorbereiding om te landen in Kigali. Beide presidenten stierven toen het vliegtuig neerstortte. De presidenten reisden samen in het toestel van Rwanda omdat het toestel van Burundi "toevallig" stuk was geraakt. Eigenaardig was het feit dat een Burundees reeds plaatsnam in het Rwandees toestel alvorens het defect werd gemeld. Beide toestellen waren een geschenk van de Franse president en werden door Frankrijk onderhouden.

De daders zijn niet met zekerheid bekend. Verschillende partijen (Verenigde Naties!) hadden goede motieven en er zijn door de jaren heen verschillende rapporten uitgebracht van onderzoekscommissies die tot tegenovergestelde conclusies kwamen. Het laatste onderzoek dat is uitgevoerd was ook meteen het meest complete. De Franse onderzoeksrechters Marc Trévedic en Nathalie Poux lieten in 2010 ter plekke forensisch onderzoek uitvoeren en verzamelden verklaringen van getuigen die niet eerder waren verhoord. Hun onderzoek concludeerde dat de raketten waarmee het vliegtuig was neergeschoten moesten zijn afgevuurd vanuit het militaire kamp Kanombe, waar de presidentiële garde gelegerd was. Het motief van een staatsgreep door Hutu-extremisten lijkt daarmee de meest waarschijnlijke verklaring. Is gelijk aan het verhaal van de Malaysia Airlines-vlucht 17 (ook wel MH17, onder code sharing met KLM ook aangeduid als KL4103) was een vaste lijndienst in de burgerluchtvaart vanaf Amsterdam (luchthaven Schiphol) naar Kuala Lumpur.

Voor de ware achtergrondinformatie over de Verenigde Naties lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Op 7 april 1994 gaf generaal Dallaire, de leider van UNAMIR, opdracht aan tien Belgische VN-soldaten om de minister-president, Agathe Uwilingiyimana, te beschermen. De soldaten werden echter onderschept en gegijzeld door Hutu-extremisten, waarna Madame Agathe en haar man werden vermoord. Later die dag werden de Belgische soldaten dood gevonden. België was zeer kwaad, omdat Dallaire zijn soldaten in gevaar had gebracht, en trok hierop zijn soldaten terug. Behalve de minister-president werden verschillende andere ministers, de president van het hooggerechtshof en bijna alle leiders van oppositiepartij PSD gedood.

De genocide

De moordmachine

Meteen na de moord op president Habyarimana op de avond van 6 april 1994 wierpen soldaten en militieleden barricades op in Kigali. Nog voor de ochtend van 7 april waren de presidentiële garde en de milities al begonnen met het vermoorden van Tutsi's en van Hutu's die bekendstonden als voorstanders van de akkoorden van Arusha. De moord op de president, de minister-president en een aantal ministers bood ruimte aan extremistische politici om hun posities over te nemen in een interim-regering onder regie van kolonel Theoneste Bagosora.

In de middag van 7 april verlieten troepen van het RPF hun posities en hervatten de oorlog tegen het Rwandese leger. Op 12 april hadden ze Kigali bereikt. De interim-regering vluchtte naar Gitarama, ten westen van Kigali, hoewel het nog bijna drie maanden zou duren voordat het RPF de stad kon innemen. Diezelfde dag werd de bevolking via de radio gemobiliseerd. Daarbij werd gerefereerd aan propaganda-boodschappen uit de voorgaande jaren waarbij de Tutsi-bevolking als vijand was gedefinieerd. In de daaropvolgende weken bereikte de intensiteit van de genocide een hoogtepunt. Streken waar de bevolking niet meteen deelnam aan het geweld werden bezocht door leden van de interim-regering. In toespraken werden lokale bestuurders en de bevolking rechtstreeks aangezet tot volkerenmoord. Een prefect (provinciehoofd) die zich hiertegen verzette werd op staande voet ontslagen en vervolgens vermoord.

Duizenden mensen verzamelden zich in kerken, scholen, ziekenhuizen en overheidsgebouwen. Dat gebeurde in veel gevallen op aanwijzing van plaatselijke leiders en geestelijken die ze bescherming beloofden. In werkelijkheid liepen de slachtoffers daarmee in de val en speelden ze de milities alleen maar in de kaart. De slachtoffers werden systematisch vermoord met machetes, met kogels en handgranaten, door de gebouwen waarin ze zaten opgesloten in brand te steken of met bulldozers met de grond gelijk te maken. Vrouwen en kinderen werden niet gespaard. In veel gevallen werden slachtoffers eerst gemarteld en verkracht.

Motieven van daders

De motieven voor het meewerken aan de slachtpartijen waren velerlei. Behalve de door propaganda ingeboezemde haat en angst waren er ook daders die uit conformisme of opportunisme handelden. Woningen van slachtoffers werden geplunderd of in bezit genomen. Voor werk- en landloze jonge mannen was het de enige manier om een stukje grond te bemachtigen. Soms werden ze gedwongen deel te nemen in het kader van Umuganda, gemeenschapswerk. Zo dekten de aanstichters zich in door medeplichtigen te maken en een collectieve schuld te creëren.

Sommige onderzoekers noemen het een intieme genocide omdat daders ook buren en collega's vermoordden en in sommige gevallen zelfs familieleden. Omdat er veel gemengde families waren in Rwanda kon het ook voorkomen dat daders van moorden op Tutsi's tegelijk andere Tutsi's in veiligheid brachten. Enkele Hutu-mannen die banden hadden met het interim-regime brachten hun Tutsi-vrouwen in veiligheid in Hotel des Milles Collines, later bekend geworden door de film Hotel Rwanda. Robert Kajuga, de leider van de Interahamwe-milities, die zelf uit een gemengde familie kwam, liet er een broer onderduiken. Na de genocide zou een aantal daders dergelijke voorbeelden voorwenden als ontlastend bewijs. Andere daders uit gemengde families gingen minder selectief te werk. De beruchte propagandist en militieleider Froduald Karamira zou bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn geweest voor de dood van 13 familieleden.

In de genocide liepen behalve Tutsi's ook Hutu's die op Tutsi's leken het gevaar om vermoord te worden. In een radio-uitzending van RTLM werden militieleden die wegversperringen bemanden gewaarschuwd voor dit soort "vergissingen". De journalist raadde hen aan in alle gevallen eerst naar legitimatie te vragen om de etnische identiteit vast te stellen en bij twijfel advies te gaan vragen aan een raadslid of de burgemeester.

Cijfers

De genocide in Rwanda eindigde op 18 juli met de overwinning van het RPF en de vlucht van de interim-regering, de milities en het leger naar de omliggende landen. In de vluchtelingenkampen maakten de extremisten echter de dienst uit en zou de terreur nog een tijd worden voortgezet.

Over de aantallen daders en slachtoffers bestaat meer dan twintig jaar na dato nog steeds discussie. Dat komt in de eerste plaats door onduidelijkheid over het werkelijke percentage Tutsi's dat bij volkstellingen te laag zou zijn gerapporteerd. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende ruwe schattingen aannemelijk gemaakt. Van de Tutsi's die tijdens de genocide in Rwanda woonden is 70 à 75% vermoord. De percentages verschillen per regio en lopen uiteen van 50% tot 90%. In totaal zou het gaan om rond de 675.000 slachtoffers van genocide.

Daarnaast is een onbekend aantal Hutu's om het leven gekomen of nooit teruggekeerd uit ballingschap. Naast de Hutu-slachtoffers van milities, zo'n 50.000, zijn ook duizenden Hutu's omgekomen bij gevechten of door wraakacties van het RPF. In september 1994 meldde een UNHCR-team systematische moordpartijen door troepen van het RPF met ongeveer 30.000 Hutu-slachtoffers. Het schriftelijke verslag van een briefing op 10 oktober in Genève is de geschiedenis ingegaan als het "Gersony report" naar de naam van de teamleider. Vertegenwoordigers van UNAMIR, de Rwandese regering en een commissie van experts van de Verenigde Naties hebben in de door Gersony aangewezen dorpen onderzoek verricht om bewijzen te vinden voor deze meldingen, maar zijn daarin niet geslaagd. Er werd alleen een massagraf ontdekt uit het begin van de genocide.

Behalve gewone burgers zijn zo'n honderd medewerkers van het Internationale Rode Kruis, vijfhonderd rechters en juristen en 48 journalisten vermoord. Het totale aantal slachtoffers in de periode april-juli 1994 in Rwanda wordt doorgaans op 800.000 mensen geschat. Het aantal daders dat actief heeft deelgenomen aan de genocide wordt geschat op 175.000 - 210.000.

Rol van de internationale gemeenschap

Velen zien de Rwandese Genocide als een belangrijke gebeurtenis in de recente geschiedenis. Enerzijds vanwege het grote aantal slachtoffers in zo'n korte tijd, maar ook vanwege de reactie van westerse landen. Hoewel deze landen op de hoogte waren, door spionage en de media, grepen ze niet in.

Frankrijk

Na de onafhankelijkheid van Rwanda probeerde Frankrijk het land binnen zijn invloedssfeer te brengen. Frankrijk werd tijdens het regime van Habyarimana de belangrijkste donor van ontwikkelingshulp aan Rwanda. In 1974 sloten de landen een militair pact en in 1975 werd Habyarimana ontvangen op het Élysée in Parijs. Het besluit om de Rwandese regering militaire steun te verlenen bij de inval van het RPF in 1990 kwam rechtstreeks van de Franse president François Mitterrand. De militaire steun bestond aanvankelijk uit 150 paracommando's, maar dat aantal werd daarna uitgebreid tot bijna 700 manschappen afkomstig van Franse bases in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Er werden ook specialisten meegestuurd (helikopter-mecaniciens, inlichtingenofficieren, stafofficieren, artillerie-officieren en administratief personeel). Franse officieren zouden tussen 1990 en 1994 het Rwandese leger, de presidentiële garde en sommige milities gaan trainen. Frankrijk leverde wapens en munitie, ook tijdens de genocide. Toen er in mei 1994 een wapenembargo werd afgekondigd vonden de wapenleveranties plaats via de Zaïrese grensstad Goma. De Franse consul Jean Claude Urbano zou dit hebben gerechtvaardigd als het nakomen van contracten die voor het wapenembargo waren afgesloten.

De Verenigde Naties

Op 15 september 1993 werd door een gezamenlijke delegatie van de Rwandese regering en het RPF een verzoek gedaan om een vredesmacht van 4260 manschappen in Rwanda te stationeren, om toe te zien op de uitvoering van het vredesakkoord van Arusha. Een adviesrapport van de VN reduceerde dit aantal tot 2548 en de secretaris-generaal van de VN verlaagde het aantal nog verder, tot 1428. De missie kreeg de naam UNAMIR en de Canadese generaal-majoor Dallaire werd benoemd tot commandant. Hij arriveerde op 22 oktober in Rwanda.

Volgens het mandaat was het de VN-soldaten niet toegestaan om offensieve acties te ondernemen. Zij mochten hun wapens alleen gebruiken als zij zelf onder vuur werden genomen. Eind november 1993 vroeg Dallaire al toestemming om te kunnen ingrijpen bij misdaden tegen de menselijkheid. In februari 1994 verzocht de Belgische minister Willy Claes (sp.a /VOORUIT) eveneens de VN om het mandaat van UNAMIR uit te breiden. Beide verzoeken bleven onbeantwoord.

Generaal Roméo Dallaire was nog geen drie maanden in Rwanda toen hij zijn directe baas bij de Verenigde Naties, Maurice Baril, een spoedfax stuurde. De Canadese bevelhebber meldde o.a. dat hij enorme geheime wapenvoorraden had ontdekt die door de Rwandese regering werden aangelegd. Dallaire vroeg toestemming om de magazijnen te ontmantelen omdat hij het ergste vreesde voor de kwetsbare vrede.

De toenmalige assistent-secretaris-generaal Kofi Annan weigerde en drie maanden later sloegen tienduizenden Hutu's met diezelfde wapens aan het moorden. De VN-soldaten moesten machteloos toezien hoe de genocide zich voltrok. Ze konden alleen assisteren bij het evacueren van de buitenlanders die zich in Rwanda bevonden. Nadat eerst België zijn soldaten had teruggeroepen na de moord op 10 para's op 7 april werden op 21 april, toen de genocide op zijn hoogtepunt was, de meeste andere blauwhelmen teruggehaald op aanvraag van vice-eersteminister en minister van buitenlandse zaken van de op 23 januari 1994 herschikte regering-Dehaene I, Willy Claes (sp.a /VOORUIT) alhoewel de genocide voorbereid en verwacht werd. Generaal Dallaire bleef achter met slechts 270 slecht bewapende soldaten.

Na zijn terugkeer in Canada publiceerde Dallaire zijn zeer kritisch relaas over de gebeurtenissen die hij van dichtbij meemaakte, waarin hij de onmacht van de VN hekelde, Shake Hands with the Devil. Later werd dit relaas verfilmd door Peter Raymont.

Een onafhankelijk onderzoek dat Kofi Annan in 1999 liet uitvoeren naar het falen van de VN oordeelde vernietigend over alle betrokken organen, inclusief de Veiligheidsraad en de secretaris-generaal zelf. De onderzoekscommissie concludeerde dat de VN en de aangesloten landen een helder en duidelijk excuus waren verschuldigd aan het Rwandese volk.

Operation Turquoise

Op initiatief van de Franse president Mitterrand nam de VN-Veiligheidsraad op 22 juni 1994 een resolutie aan die het Franse leger in staat stelde een interventiemacht naar Rwanda te sturen. Op 23 juni arriveerden de eerste troepen van deze missie, Operation Turquoise, in Goma, net over de grens van Rwanda met het toenmalige Zaïre.

De Fransen kwamen met zwaar geschut en zo'n 2500 manschappen. Ze brachten ruim honderd pantservoertuigen mee, zwaar mortiergeschut, helikopters en gevechtsvliegtuigen. Er was een hele vloot vrachtvliegtuigen nodig om alles af te leveren. De operatie stond onder leiding van generaal Jean-Claude Lafourcade in Goma, en de later in opspraak geraakte generaal Raymond Germanos in Bukavu/Cyangugu. Operation Turquoise bezette een groot gebied in Zuidwest-Rwanda, ongeveer een vijfde van het hele land, en verklaarde het tot humanitaire zone.

Omdat de operatie vooral een militair karakter had waren de troepen niet goed voorbereid op humanitaire taken of het redden van vluchtende Tutsi's. Als er groepjes overlevenden van de genocide werden ontdekt waren de Fransen niet in staat hen te redden omdat ze geen bussen en onvoldoende vrachtwagens ter beschikking hadden om mensen mee in veiligheid te brengen. De humanitaire zone werd na de overwinning van het RPF door het genocidaire regime en een troepenmacht van 37.000 voormalige soldaten en militieleden gebruikt om, met medenemen van de staatskas, naar Zaïre te vluchten en van daaruit een guerrilla-oorlog te voeren tegen de nieuwe machthebbers, of te ontkomen naar andere landen. Admiraal Lanxade, de bevelhebber van de Franse strijdkrachten, verklaarde op 18 juli dat Frankrijk geen mandaat had om leden van de voormalige regering op te pakken.

Volgens Guillaume Ancel, een van de officieren van Operation Turquoise, had Frankrijk eigenlijk de bedoeling met een verrassingsaanval Kigali te veroveren en de opmars van het RPF te stoppen. Toen dat wegens logistieke problemen niet lukte en er een week later een bestand met het RPF werd overeengekomen kwam de humanitaire missie pas op gang. Hoewel de Fransen daarna nog duizenden levens wisten te redden legden ze volgens Ancel ook het fundament voor de oorlog in Oost-Congo die twee jaar later zou plaatsvinden. Hij was er getuige van dat Frankrijk de soldij van de vluchtende Rwandese soldaten doorbetaalde en dat er tienduizenden wapens naar het voormalige regime in de vluchtelingenkampen werden getransporteerd waardoor de kampen het karakter kregen van militaire bases.

Gevolgen

Na de genocide

De gevolgen van de genocide waren en zijn ingrijpend. De nieuwe regering die op 19 juli 1994 aantrad zat met de erfenis van een land in chaos dat bovendien bankroet was. Een kwart van de bevolking was naar het buitenland gevlucht, deels uit angst voor represailles, deels gedwongen, als menselijk schild voor de verdreven legereenheden. Daartegenover stond de terugkeer van honderdduizenden Tutsi-vluchtelingen die het land overspoelden. Infrastructuur en mankracht ontbraken om gevangenen fatsoenlijk te huisvesten en te berechten. Fondsen ontbraken om ambtenaren, politieagenten of soldaten te betalen, wat de discipline en veiligheid niet ten goede kwam.

Onder invloed van televisiebeelden die vooral de 1 miljoen vluchtelingen in het oosten van Zaïre lieten zien kwam de meeste noodhulp aanvankelijk niet in Rwanda maar in de vluchtelingenkampen terecht. Het feit dat veel moordenaars profiteerden van de noodhulp leidde tot een nieuw schandaal rond de VN-acties in Centraal-Afrika. Gewapende militieleden roofden veel noodgoederen om ze door te verkopen aan handelaren buiten de kampen. Het gebrek aan voedsel, dekens en medicijnen, en een cholera-epidemie kostten naar schatting aan 80.000 vluchtelingen het leven. Veel ngo's die hulp hadden verleend, waren verontwaardigd en de hulp in de kampen werd gestaakt, wat leidde tot een verdere verslechtering van de leefomstandigheden daar. (voor meer informatie hierover lees: https://nl.wikipedia.org/wiki/Rwandese_genocide)

Situatie in Rwanda

Ook voor de achterblijvers waren de gevolgen ingrijpend. Veel mensen hadden familieleden verloren en het economische leven was tot stilstand gekomen. Inmiddels probeert Rwanda zich van de burgeroorlog te herstellen en in 1997 begon het Rwanda-tribunaal met het berechten van, voornamelijk hooggeplaatste, daders van de genocide.

In Rwanda zelf zaten op het hoogtepunt meer dan 130.000 Hutu's onder erbarmelijke omstandigheden in de gevangenis. Het strafsysteem raakte volledig verstopt door de enorme hoeveelheid zaken. In 2003 verleende president Kagame gratie aan 40.000 oudere, minderjarige en zieke gevangenen uit humanitaire overwegingen. Een van de instrumenten om het reguliere strafsysteem te ontlasten waren de zogeheten gacaca's. Gacaca betekent letterlijk gras, omdat vroeger de dorpsoudsten geschillen beslechtten op het dorpsveld. Deze gacaca's waren in 2001 speciaal naar aanleiding van de genocide in het leven geroepen volksrechtbanken, verspreid over het land. Er zijn zo'n 12.000 gacaca's geweest. Ze behandelden 1.958.634 zaken met in totaal 1.003.227 beklaagden. Dit systeem van volksrechtbanken is bekritiseerd wegens intimidatie van getuigen, twijfel aan eerlijkheid van processen, het negeren van grondrechten als ne bis in idem, en het feit dat de rechters geen juristen waren. President Kagame heeft het systeem verdedigd met het argument dat het, hoewel niet perfect, de enige mogelijkheid was het rechtvaardigheidsgevoel te bevredigen en verdere wraaknemingen en anarchie te voorkomen. De laatste gacaca werd gehouden in juni 2012.

Download deze video en bekijk de onderstaande video:

Meer info over Rianne Letschert: https://nl.wikipedia.org/wiki/Rianne_Letschert

Voor de echte daders als ook de wereldwijde oplossing lees de volgende twee artikelen in De Nieuwe Media:

Vanaf 2013 bekleedde Frieda Brepoels verschillende bestuursmandaten in intercommunales en bedrijven in handen van lokale overheden. Zo werd ze in februari 2013 tot maart 2015 bestuurder van de Vlaamse Landmaatschappij. De "ongrondwettige" Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werd opgericht bij decreet van 21 december 1988 en ging van start op 29 december 1988. Ze nam grotendeels de taken over van de Nationale Landmaatschappij (NLM). Bij decreet van 7 mei 2004 werd de VLM (in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid) omgevormd tot een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap. Dit decreet is in werking getreden op 1 april 2006. Frieda Brepoels werd in maart 2013 tot maart 2019 bestuurder van Infrax Limburg (later Fluvius Limburg. Infrax was een Belgische werkmaatschappij voor distributienetbeheer van elektriciteit en aardgas in een aantal gemeenten van het Vlaams gewest, waaronder de gemeente Zonhoven.

Het is dezelfde Frieda Brepoels (N-VA), vanuit haar functie als voorzitter van de Raad van Bestuur, als ook bestuurslid Rozane De Cock (cd&v, politieke partijgenoot van Ad van Rooij) van de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, die het vanaf 2003 /2024 gepleegde bouwmisdrijf door eigenaar David Drillieux en de daaruit voortgekomen vanaf 1 januari 2011 gepleegde woonfraude, domiciliefraude, belastingfraude, sociale fraude, etc. vanuit de woning op het adres Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (België) jegens de familie A.M.L. van Rooij, -- ten dienste van het in stand houden en uitbreiden van een wereldwijd opererende criminele organisatie --, al maar liefst 13 jaar lang uit de media hebben weten te houden. Het moge duidelijk zijn dat deze Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie hierop onmiddellijk geschoond dient te worden van elke "partijpolitieke" belangenverstrengeling.


Voor onderbouw dat de media moet worden geschoond van dergelijke politieke belangenverstrengeling, lees het volgende recente artikel daarover in De Nieuwe Media in de volgende link:

TRUMP: "OP EEN DAG WORDEN DE MEDIA ECHTE MEDIA IN PLAATS VAN NEP MEDIA EN DAN ZUL JE EEN ECHT VERSCHIL ZIEN IN HET LAND"

Hierachter moet dan ook een enorm grote misdaad zitten. Dit des te meer betrokken gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur van Zonhoven dit BOUWMISDRIJF toentertijd heeft gemeld bij de politiezone HAZODI. U zult zich daarbij dan ook het volgende afvragen:

  • Welke toenmalig burgemeester van Hasselt, als voorzitter van de politiezone HAZODI, heeft ervoor gezorgd:

  1. dat in 2003/2004 tegen dit door David Drillieux in 2003/2004 gepleegde BOUWMISDRIJF niet handhavend is opgetreden?
  2. dat door de controlerende wijkagenten vanaf 1 januari 2015 op één woning op één kavel op drie verschillende huisnummers positieve wooncontrole verslagen zijn afgegeven aan het schepencollege van Zonhoven?

Het antwoord daarop is eenvoudig te vinden, door na te gaan wie er vanaf 2003/2004 tot op heden burgemeester van Hasselt waren (zijn). Het zijn namelijk de burgemeesters van Hasselt, die als voorzitter van de politiezone HAZODI (vanaf 1 januari 2016 politiezone Limburg Regio Hoofdstad) verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor: 1.) het niet handhavend optreden tegen het door David Drillieux in 2003/2004 gepleegde bouwmisdrijf, 2.) het vanaf 1 januari 2005 tot op heden door haar wijkagenten laten opmaken van drie wooncontrole verslagen op drie verschillende huisnummers met de voorkennis en wetenschap dat er ter plaatse maar één woning op één kavel is. Het betreffen de volgende burgemeesters van Hasselt die hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk en aansprakelijk zijn:

Lijst van Burgemeesters van Hasselt (België) vanaf 1995 tot heden

Vanaf 1995-2005 was Steve Stevaert (SP/sp.a) (zie foto) burgemeester van Hasselt en voorzitter van de politiezone HAZODI. Het was Steve Stevaert die in januari 2000 Michel Beckers (zie foto) van Lommel naar Hasselt haalde om als korpschef politiezone HAZODI te leiden. Steve Stevaert werd in 1982 politiek actief bij de toenmalige SP. Hij is door SP-voorman Willy Claes (zie foto) (vader van de latere burgemeester Hilde Claes) in de lokale en later in de Limburgse politiek binnengeloodst. Van 1985 tot 1995 was hij provincieraadslid van Limburg. Hij werd in 1988 verkozen als gemeenteraadslid van Hasselt en van 1989 tot 1994 was hij gedeputeerde van de provincie Limburg, bevoegd voor onder meer jeugdzaken en milieu-aangelegenheden.

Vanaf 29 maart 2003 – 25 mei 2005 was Steve Stevaert (SP/sp.a) (zie foto) partijvoorzitter van de politieke partij sp.a en daarmee vanuit de politieke partij sp.a verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle in dit GESCHRIFT openbaar gemaakte gepleegde rechtsstaat ondermijnende misdrijven en daarbij veroorzaakte schade bij alle betrokken geraakte slachtoffers (waaronder de Belgische Staat en Vlaamse Regering), welke misdaad en schade is overgegaan op zijn opvolgers Caroline Gennez (2005), Johan Vande Lanotte (2005-2007), Caroline Gennez (2007-2011), Bruno Tobback (2011-2015), John Crombez (2015-2019) en Conner Rousseau (2019-heden).

Vanaf 2005-2009 was Steve Stevaert (SP/sp.a) (zie foto) provinciegouverneur van Limburg, van waaruit hij in samenwerking met zijn korpschef Michel Beckers en zijn opvolgend burgemeester Herman Reynders (sp.a) van Hasselt onder aansturing van het lokale "sp.a bestuur" (vertegenwoordigd door Ingrid Lieten en Sven Lieten) en het landelijk "sp.a partijbestuur" onder bovengenoemde opvolgende voorzitters – tezamen met BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) -- de in dit GESCHRIFT geopenbaarde gepleegde rechtsstaat ondermijnende misdrijven (uitgedokterd en afgedekt door voormalig NAVO secretaris-Generaal Willy Claes) tot op de dag van vandaag heeft kunnen blijven voortzetten. Dit alles onder controlerend toezicht vanuit de Hasseltse vrijmetselaarsloge La Tolérance, waar hooggeplaatste sp.a en Open Vld leden elkaar ontmoeten, waarvan Pim Lakay in 2008 de voorzitter was. Op datzelfde moment was hij ook voorzitter van Open Vld in Tongeren, de stad waar mede veroorzakend burgemeester Patrick Dewael (vanaf 1994-heden) burgemeester is.

Vanaf 2005-2009 was Herman Reynders (sp.a) (zie foto) burgemeester van Hasselt en voorzitter van de politiezone HAZODI. Het was Michel Beckers (zie foto) die ook onder Herman Reynderskorpschef politiezone HAZODI bleef. Zijn voorganger Steve Stevaert (SP/sp.a) werd in die periode provinciegouverneur van Limburg en was daarmee in feite zijn politieke baas geworden, die vanaf 1995 als waarnemend burgemeester ook al voor hem werkte.

Vanaf 2009-2020 was Herman Reynders (sp.a) (zie foto) provinciegouverneur van Limburg, onder het lokale "sp.a bestuur" (vertegenwoordigd door Ingrid Lieten en Sven Lieten), die de gemeenten Zonhoven, Hasselt en Diepenbeek vertegenwoordigt. Daarnaast was Sven Lieten in die tijd ook provincieraadslid en fractievoorzitter van de sp.a Provincie Limburg. Dit betekent dat Ingrid Lieten en Sven Lieten – tezamen met BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) -- hun politieke partijgenoot provinciegouverneur Herman Reynders daarmee volledig in hun "dictatoriale macht" hadden. Dit geeft ook een verklaring voor het feit dat toenmalig voorzitter Caroline Gennez (2007-2011) (zie foto) van het landelijk "sp.a partijbestuur" tot ieders verrassing (vanuit het niets) Ingrid Lieten op 13 juli 2009 heeft benoemd tot Viceminister-president en Vlaams van Media, Innovatie, Armoedebestrijding en Overheidsinvesteringen, waarmee het plegen van rechtsstaat ondermijnende misdrijven, zoals geopenbaard in dit GESCHRIFT, door haar toedoen vanuit de Vlaamse Regering-Peeters II (cd&v, sp.a, N-VA) kon worden voortgezet en kon worden uitgebreid over alle landen van de Europese Unie en daarbuiten. Daarmee heeft voorzitter Caroline Gennez (op advies van Willy Claes), die vanaf 1977 tot 1995 nauw samenwerkte met Lisette Croes (de moeder van Ingrid Lieten)) weten te bereiken dat Ingrid Lieten en Sven Lieten – tezamen met BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) – daarmee vanuit de Vlaamse Regering een "dictatoriale macht" over de politieke partijen "cd&v" en " N-VA" heeft weten te verkrijgen, waardoor de gehele wereld nu op het punt van instorten staat, maar nog net op tijd vanuit de "cd&v" onder de nieuwe voorzitter Sammy Madhi met de hulp van "Jezus Christus" en "Allah" zal worden gered.

Vanaf 2009-2016 was Hilde Claes (sp.a)(zie foto) burgemeester van Hasselt en voorzitter van de politiezone HAZODI. Michel Beckers (zie foto) -- die ook onder Steve Stevaert en Herman Reynderskorpschef politiezone HAZODI was – bleef onder Hilde Claes korpschef. Hilde Claes (sp.a) is de dochter van voormalig NAVO secretaris-Generaal Willy Claes. Het op deze wijze werken met BOUWMISDRIJF-plegers (zoals vanaf 2003/2004 met behulp van David Drillieux) met het vooropgezet doel om bij betrokken geraakte personen en bedrijven letterlijk alles te kunnen stelen komt binnen de provincie Limburg vanaf 1975/1977 op grote schaal voor. Vraag het maar aan advocaat Mario Leyssens de zwager van huidig Zonhovens cd&v voorzitter Dominic Tholen waar ik persoonlijk cliënten van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. naartoe heb verwezen vanwege zijn onafhankelijke handelwijze als advocaat. Vraag het ook maar aan burgemeester Patrick Dewael (Open Vld) van Tongeren, waarmee ik samen met een slachtoffer een persoonlijk gesprek heb gehad op het gemeentehuis van Tongeren, maar waartegen hij geen enkele actie wenste te ondernemen. Deze éminence grise waarbij de machthebber niet op de voorgrond treedt maar indirect werkt via stromannen (BOUWMISDRIJF-plegers) door daarmee invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bankdirecteuren, multinationals bedrijven, banken, boekhouders, etc.) te manipuleren en alles te kunnen WITWASSEN dateert vanaf de jaren 1975/1977 vanuit Belgische Socialistische Partij (BSP), het moment dat Willy Claes een Co-voorzitterschap had met André Cools.

Aan deze éminence grise wilde André Cools (zie foto) niet meewerken. Mede hierdoor kon in oktober 1978 de onenigheid binnen het partijbureau niet langer worden weggemoffeld. In plaats van een nationaal congres op 28 oktober 1978 kwamen er twee afzonderlijke congressen bijeen. De scheiding was een feit, al werden nieuwe statuten en een nieuwe naam voor de Nederlandstalige vleugel (Socialistische Partij) pas op een administratief congres in 1980 aangenomen. Op 18 juli 1991 werd André Cools op 63-jarige leeftijd in Luik doodgeschoten. Het betreft een "politieke moord", welke werd onderzocht door de Luikse onderzoeksrechter Véronique Ancia. Het betreft dezelfde onderzoeksrechter die ook de corruptie bij de aankoop van de Augusta-helikopters heeft onderzocht. In maart 1993 werd Kamerlid en gewezen minister Alain van der Biest bewusteloos aangetroffen in zijn woning te Grâce-Hollogne. Hij was burgemeester van Grâce-Hollogne, gemeente waar het vliegveld van Bierset is gelegen. Een deel van de Agusta-deal betrof de bouw van een distributiecentrum van Agusta-onderdelen op de luchthaven van Bierset. André Cools was tevens voorzitter van de maatschappij die het vliegveld beheerde. André Cools wist dan ook van het smeergeld dat ontvangen was en was van plan te praten. In deze periode (1989-1994) was Frank Vandenbroucke (zie foto) partijvoorzitter van de Socialistische Partij. In diezelfde periode (1988 -1992) was Willy Claes (zie foto) als Minister van Economische Zaken rechtstreeks betrokken bij de keuze voor Agusta, waarna hij dat alles in de daarop volgende periode (1992-1994) als minister van Buitenlandse Zaken verder kon afhandelen en in de daarop volgende periode (1994-1995) als NAVO secretaris-Generaal dat alles in nauwe samenwerking van Frank Vandenbroucke (die hem als minister van Buitenlandse Zaken had opgevolgd) in de politieke doofpot kon laten verdwijnen. Frank Vandenbroucke was als voorzitter van de Socialistische Partij al vanaf 1989 op de hoogte dat er voor miljoenen aan smeergeld van Agusta (zwart geld) in de partijkluis lagen en derhalve niet in de officiële boekhouding waren opgenomen. In plaats van het juiste te doen, en naar het gerecht te stappen, gaf Frank Vandenbroucke zijn medewerkers de opdracht, om de miljoenen te verbranden. Toen dat bekend raakte, moest Vandenbroucke in 1995 opstappen als federale Minister van Buitenlandse Zaken maar is daarvoor nooit in verdenking gesteld en mocht gewoon lid blijven van de Socialistische Partij (SP). Willy Claes (SP) legde zijn functie als secretaris-generaal van de NAVO neer op 20 oktober 1995. Hij was als minister van Economische Zaken rechtstreeks betrokken bij de keuze voor Agusta. Op 23 december 1998 bevestigde het Hof van Cassatie het arrest in beroep dat hem veroordeelde tot drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, ontheffing voor vijf jaar uit zijn burgerrechten en een geldboete van 60.000 frank (€ 1500). Ook Willy Claes mocht gewoon lid blijven van de Socialistische Partij (SP). Hier is dan ook onmiskenbaar sprake van éminence grise in optima forma. Dit des te meer het partijvoorzitterschap van de Socialistische Partij vanaf 1994 overging van Frank Vandenbroucke naar Louis Tobback (1994-1998), Fred Erdman (1998-1999), Patrick Janssens (1999-2003), Steve Stevaert (2003-2005), Caroline Gennez (2005), Johan Vande Lanotte (2005-2007), Caroline Gennez (2007-2011), Bruno Tobback (2011-2015), John Crombez (2015-2019) en Conner Rousseau (2019-heden) (zie foto).

Het gevolg hiervan is dat de in 1975/1977 onder voorzitterschap van Willy Claes uitgedokterde éminence grise met behulp BOUWMISDRIJF-plegers (als David Drillieux) met talrijke bestuursmandaten in socialistische gelieerde instellingen of in openbare instellingen, als: 1.) voorzitter van nv De Scheepvaart, 2.) medebestuurder van de Limburgse distributienetbeheerder voor aardgas en elektriciteit Inter-Energa (het voormalige Interelectra), 3.) bestuurder in de Vlaamse Opera, 4.) bestuurder in de raad van bestuur van warenhuisketen Carrefour Belgium, 5.) voorzitter van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg, een associatie rond de UHasselt, 6.) voorzitter van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR), de Vlaamse koepelorganisatie van het hoger onderwijs, 7.) betaald adviseur van de Group Machiels 8.) lid van de Hasseltse vrijmetselaarsloge La Tolérance (samen met Steve Stevaert en HaZoDi-korpschef Michel Beckers), 9.) etc. daarmee invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, bankdirecteuren, gerechtsdeurwaarders, multinationals bedrijven, banken, boekhouders, etc.) heeft weten te manipuleren. Dit alles verkreeg een groot politiek draagvlak (en netwerk) door het laten optreden van Willy Claes als 'muzikant' voor (linkse) gemeentebesturen. Deze werkwijze heeft ervoor gezorgd dat huidig VOORUIT (sp.a / SP) - partijvoorzitter Conner Rousseau (2019-heden) (zie foto) de niet op de lijst staande (met 'nul' stemmen verkozen) oud "Agusta-smeergeld zwart geld verbrandende minister van Buitenlandse Zaken " weer uit de ijskast haalde en Frank Vandenbroucke vanaf 2020-heden weer minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken werd in de Regering De Croo. Daarmee heeft huidig voorzitter Conner Rousseau (VOORUIT) zich laten gijzelen aan het verleden en hebben Willy Claes en Frank Vandenbroucke ervoor gezorgd dat het verleden een verjonging heeft verkregen. Dit met de gedachte dat met deze verjonging BOUWMISDRIJF-plegers (als David Drillieux) op deze wijze (met behulp van drie brievenbussen op één woning) nog lang kunnen blijven doorgaan met het met overheidssubsidie stelen van geld, inkomen, pensioenen, eigendommen, roerende en onroerende goederen, intellectueel eigendom, bedrijven met vertrouwelijke dossiers van cliënten en het voeren van illegale handelspraktijken (als drugshandel) en dat alles kunnen WITWASSEN met de hulp van alle betrokken overheidsinstanties (die de drie brievenbussen op één woning daarvoor bewust in stand houden). Deze handelwijze heeft voormalig voorzitter Caroline Gennez (2007-2011) met de benoeming van Ingrid Lieten (zie foto) op 13 juli 2009 tot Viceminister-president en Vlaams van Media, Innovatie, Armoedebestrijding en Overheidsinvesteringen op advies van Willy Claes?, die vanaf 1977 tot 1995 nauw samenwerkte met Lisette Croes (de moeder van Ingrid Lieten) al met succes toegepast, waarmee de politieke partij "VOORUIT/sp.a" heeft weten te bereiken dat Ingrid Lieten en Sven Lieten – tezamen met BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) – daarmee vanuit de Vlaamse Regering een "dictatoriale macht over de politieke partijen "cd&v" en " N-VA" heeft weten te verkrijgen, waardoor de gehele wereld nu op het punt van instorten staat, maar nog net op tijd vanuit de "cd&v" onder de nieuwe voorzitter Sammy Madhi met de hulp van "Jezus Christus" en "Allah" zal worden gered.

Het is dan ook niet voor niets dat Tony Coonen (sp.a) -- de partner van Hilde Claes (sp.a) -- (zie foto) met de hulp van zijn schoonvader Willy Claes al vanaf 1998 secretaris van De Voorzorg Limburg is. Vanuit De Voorzorg Limburg kan namelijk met behulp van zijn partner Hilde Claes en BOUWMISDRIJF-plegers (als David Drillieux) met behulp van drie brievenbussen op één woning heel veel met MISDAAD verkregen geld worden witgewassen en in hun eigen kas worden gestopt.

Het zijn dan ook de achter deze BOUWMISDRIJF-plegers (als David Drillieux) zittende maffiose organisaties die al vanaf 1975 /1977 bepalen wat VOORUIT (sp.a / SP) politici op cruciale posities moeten doen. Dit heeft voormalig burgemeester Hilde Claes van Hasselt persoonlijk aan mij in het bijzijn van Erik Verbeek verklaard met de woorden "ik heb niets te vertellen". Ikzelf als slachtoffer als ook andere slachtoffers (cliënten van mijn juridisch bedrijf Ecologisch Kennis Centrum B.V.) hebben daarover meerdere (sommatie-) brieven verstuurd aan Tony Coonen (sp.a) (zie foto). Ondanks het feit dat wij Tony Coonen op het terras in Hasselt -- waar hij in werktijd met opgeheven glazen rode wijn aan het dineren was -- daarover meerdere malen persoonlijk hebben aangesproken, weigerde hij daarop (tot op de dag van vandaag) te reageren. Dit met de wetenschap dat INGRID SIMONS als "spookbewoner" op basis van "valse woonplaats controleverslagen" van wijkagent Geert Maes (zie foto) onder aansturing van zijn partner Hilde Claes (zie foto) als voorzitter van politiezone HAZODI (met de hulp van haar opvolgende korpschefs Michel Beckers en Philip Pirard) bij De Voorzorg Limburg een zorgverzekering had lopen op de woning Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven. Dit met de voorkennis en wetenschap dat het gezin A.M.L. (Ad) van Rooij (cd&v-lid) vanaf 1 januari 2011 in die woning op het adres Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven woont en hun hoofdverblijfplaats hebben in overeenstemming met zijn onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 geregistreerde HUURCONTRACT. Wat daarvan de gevolgen zijn is geopenbaard in dit GESCHRIFT.

Het behoeft dan ook geen toelichting dat Tony Coonen samen met zijn partner Hilde Claes en zijn schoonvader Willy Claes -- met de hulp van Ingrid Lieten en Sven Lieten – vanuit De Voorzorg Limburg als powerkoppel alle toefkaarten had en met chantage vanuit de veroorzakende politieke partijen sp.a / VOORUIT en Open Vld (als gevolg van overgenomen erfenis) naar de opvolgende Nadja Vananroye (cd&v) en Steven Vandeput (N-VA) van Hasselt die macht nog steeds heeft. Hun relatie eindigde net voordat Hilde Claes na een opeenvolging van kleine en grote schandalen als gevolg hiervan haar sjerp moest afstaan, maar ook daarna bleven de onderlinge banden hecht. Dirk M., de boekhouder van het ziekenfonds die vandaag mee beschuldigd wordt van gesjoemel met vastgoed, is een neef van Claes. De brillenwinkel van De Voorzorg wordt geleid door haar broer. De voorzitter van het ziekenfonds was tot voor kort Paul Butenaerts, de rechterhand van vader Willy Claes en Steve Stevaert, die te boek stond als de ultieme fixer. Dat Tony Coonen tot aan het randje durfde te gaan, bleek in 2010 toen in de lokale afdeling in Diepenbeek een scheuring ontstond. Drie Voorzorg-mensen wilden de sp.a verlaten, maar tijdens een vergadering met Coonen werd hen duidelijk gemaakt dat ze dan hun ontslag bij het ziekenfonds konden verwachten. De drie deden destijds hun verhaal aan Het Nieuwsblad.

Op 1 maart 2021 werd Tony Coonen (zie foto) samen met andere bestuursleden van De Voorzorg gerechtelijk aangehouden op verdenking van corruptie en witwaspraktijken. Er zouden gebouwen van De Voorzorg, waaronder het historische hotel Petit Rouge in Blankenberge, verkocht zijn aan projectontwikkelaar Immo Top Invest, waarna er geld zou zijn teruggevloeid naar de verdachten. Naar aanleiding hiervan hekelden vooral jonge leden van de Limburgse sp.a "keizer" Coonen die vanuit "zijn" bastion De Voorzorg zijn aanzienlijke macht misbruikte door (ex-) medewerkers van de socialistische mutualiteit en nevenorganisaties op verkiesbare plaatsen van de sp.a-verkiezingslijsten te zetten en daardoor via hun ogen en oren de Limburgse en Hasseltse politiek naar zijn hand kon zetten. De Voorzorg en het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten stelden zich burgerlijke partij in het gerechtelijke onderzoek.

De oorzaak "de éminence grise van de Belgische Socialistische Partij (BSP, SP, sp.a, VOORUIT)" waardoor "keizer" Tony Coonen als machthebber niet op de voorgrond treedt maar indirect werkt via stromannen (BOUWMISDRIJF-plegers) door daarmee invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bankdirecteuren, banken, boekhouders, multinationals bedrijven, gouverneurs, burgemeesters, wijkagenten, vastgoedbedrijven, andere politieke partijen (bij opvolging, kartelvorming en coalitievorming, etc.) te manipuleren en alles te kunnen WITWASSEN dateert (zoals u hierboven heeft gelezen) vanaf de jaren 1975/1977 vanuit Belgische Socialistische Partij (BSP), het moment dat Willy Claes een Co-voorzitterschap had met André Cools. Meer politieagenten op straat lost dit niet op, die maken dit probleem alleen maar erger omdat die onder aansturing van deze "éminence grise" onder hun opvolgende korpschefs Michel Beckers en Philip Pirard de "valse woonplaatsverslagen" hebben gemaakt waarachter iedereen zich verschuilt. De enige oplossing is dan ook dat mijn politieke partijgenoot Annelies Verlinden (zie foto) van Binnenlandse Zaken in opdracht van onze nieuwe voorzitter Sammy Madhi (zie foto) onder beveiligd toezicht van "Jezus Christus" en "Allah" vanuit een "grondig hervormde politie" laat uitzoeken hoeveel woningen er in Limburg (Vlaanderen, België) zijn en hoeveel brievenbussen er zijn. Dit moet namelijk gelijk zijn. Van daaruit kunnen dan vervolgonderzoeken worden gestart. Voor wat betreft de woning Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven is dit onderzoek al gedaan en geopenbaard in dit GESCHRIFT. De rest kan door onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg, Afdeling Hasselt, worden uitgevoerd. Dit omdat: 1.) A.M.L. van Rooij (Belgisch Rijksregisternummer: 53.03.10 603-37), 2.) J.E.alle denkbare MISDRIJVEN alles te kunnen alle denkbare MISDRIJVEN alles te kunnen M. vn Rooij van Nunen (Belgisch Rijksregisternummer: 55.09.20 510-11), 3.) Camping en Pensionstal "Dommeldal" (KvK-nummer: 57035032) met als enig eigenaar A.M.L. van Rooij, 4.) Ecologisch Kennis Centrum B.V. (KvK-nummer: 16090111) met als enig directeur A.M.L. van Rooij, 5.) Van Rooij Holding B.V. (KvK-nummer: 17102683) met als enig bestuurder A.M.L. van Rooij en 6.) Politieke Groepering De Groenen, met zetel gevestigd in Nederland met als voorzitter A.M.L. van Rooij voor de afdelingen Sint-Oedenrode (thans: Meierijstad) en Heusden in Nederland, tegen deze éminence grise van de Belgische Socialistische Partij (BSP, SP, sp.a, VOORUIT) en Open Vld (burgemeester Johny De Raeve van Zonhoven) daarvan al op 22 mei 2014 een klacht met burgerlijke partijstelling hebben ingediend bij onderzoeksrechter S. GORRÉ waarvoor onder kwitantie-nummer: 4440 maar liefst 400,00 EURO is betaald. Dit heeft na maar liefst tien jaar nog steeds niet tot een onderzoek van onderzoeksrechter S. GORRÉ geleid.

Dit omdat mijn politieke partijgenoot Annelies Verlinden (cd&v)(2020-heden) (zie foto) als rechtsopvolger van haar veroorzakende voorgangers Patrick Dewael (OpenVld) (2003-2008), Guido De Padt (OpenVld) (2008-2009), Annemie Turtelboom (OpenVld) (2009-2011), Joëlle Milquet (cdH) (2011-2014), Melchior Wathelet (cdH) (2014), Jan Jambon (N-VA) (2014-2018), Pieter De Crem (cd&v) (2018-2020) vanaf 1 januari 2011 valse woonplaatsgegevens heeft opgenomen van het vanaf 5 juli 1979 voor de wet en Rooms-katholieke kerk getrouwde echtpaar A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen in het Belgische Rijksregister. Hier is dan ook onmiskenbaar sprake van "éminence grise van de Belgische cd&v gepleegd door huidig cd&v minister Annelies Verlinden (zie foto), waarmee onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg al tien jaar lang is uitgeschakeld van het doen tot onderzoek, wat door haar voorgangers is veroorzaakt waarvan Patrick Dewael (OpenVld) (2003-2008) (zie foto) – in samenspanning met Steve Stevaert (sp.a /VOORUIT) als voorzitter HAZODI – de grondleggers zijn.

Met de eedaflegging op 5 november 2016 door mijn politieke partijgenoot Nadja Vananroye (zie foto) als opvolgend burgmeester van Hasselt, heeft mijn politieke partij cd&v deze éminence grise van de Belgische Socialistische Partij (BSP, SP, sp.a, VOORUIT) overgenomen en is burgemeester Nadja Vananroye (cd&v) van Hasselt (als erfopvolger) in haar functie als voorzitter van politiezone HAZODI (vanaf 1 januari 2016 politiezone Limburg Regio Hoofdstad) vanaf 5 november 2016 aan hoofd van een grote maffiose organisatie komen te staan, waarvan voormalig kroegbaas Steve Stevaert de grondlegger was, welke door Willy Claes en Frank Vandenbroucke (thans: federaal minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken) in 1975/1977 zijn uitgedokterd. Dit betekent dat Nadja Vananroye (cd&v) met de aflegging van haar grondwettelijke eed op 5 november 2016 vanaf dat moment in zeer ernstige mate de Belgische Grondwet en het gehele Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa heeft overtreden, wat zij na haar vertrek in 2018 weer heeft overgedragen aan haar opvolger Steven Vandeput (N-VA). Daarmee heeft "keizer" Tony Coonen als secretaris van De Voorzorg onder aansturing van Nadja Vananroye (cd&v) met de hulp van wijkagenten die "valse woonplaats controleverslagen" voor stroman BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) opmaken kunnen doorgaan om daarmee invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bankdirecteuren, banken, boekhouders, multinationals bedrijven, gouverneurs, burgemeesters, wijkagenten, vastgoedbedrijven, andere politieke partijen (bij opvolging, kartelvorming en coalitievorming, etc.) te manipuleren en met het plegen van alle denkbare MISDRIJVEN alles te kunnen witwassen. Het is dan ook mijn politieke partijgenoot Nadja Vananroye (cd&v) die daarmee onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg, Afdeling Hasselt, nog langer heeft geblokkeerd in het doen van onderzoek op de door: 1.) A.M.L. van Rooij(Belgisch Rijksregisternummer: 53.03.10 603-37), 2.) J.E.M. van Rooij van Nunen (Belgisch Rijksregisternummer: 55.09.20 510-11), 3.) Camping en Pensionstal "Dommeldal"(KvK-nummer: 57035032) met als enig eigenaar A.M.L. van Rooij, 4.) Ecologisch Kennis Centrum B.V. (KvK-nummer: 16090111) met als enig directeur A.M.L. van Rooij, 5.) Van Rooij Holding B.V. (KvK-nummer: 17102683) met als enig bestuurder A.M.L. van Rooij en 6.) Politieke Groepering De Groenen, met zetel gevestigd in Nederland met als voorzitter A.M.L. van Rooij voor de afdelingen Sint-Oedenrode (thans: Meierijstad) en Heusden in Nederland op 22 mei 2014 ingediende klacht met burgerlijke partijstelling waarvoor onder kwitantienummer: 4440 maar liefst 400,00 EURO is betaald. De enige oplossing is dan ook dat onze nieuwe voorzitter Sammy Madhi (zie foto) aan onze politieke partijgenoot Annelies Verlinden (cd&v) van Binnenlandse Zaken de opdracht geeft om het vanaf 5 juli 1979 voor de wet en Rooms-katholieke kerk getrouwde echtpaar A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen in overeenstemming met onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 geregistreerde HUURCONTRACT retroactief vanaf 1 januari 2011 in te schrijven in het Belgische Rijksregister (en bevolkingsregister van Zonhoven) op hun woonadres (hoofdverblijfplaats) Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (zie foto), waarna onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg (na acht jaar) kan starten met ons op 22 mei 2014 ingediende klacht met burgerlijke partijstelling waarvoor wij onder kwitantienummer: 4440 maar liefst 400,00 EURO hebben betaald. Daarmee komt dan tevens een einde aan de maar al liefst acht jaar lang voortdurende GIJZELING van onderzoeksrechter S. GORRÉ, die onder beveiligd toezicht van "Jezus Christus" en "Allah" met de hulp van degenen die om "vergiffenis" vragen, een einde aan deze in 1975/1977 gestarte "éminence grise" partijpolitiek kan maken.

Met de eedaflegging op 9 december 2018 door Steven Vandeput (N-VA) (zie foto) als opvolgend burgmeester van Hasselt, heeft de politieke partij N-VA deze éminence grise overgenomen van zijn voorganger Nadja Vananroye (cd&v) die het op haar beurt vanaf 5 november 2016 heeft overgenomen van de Belgische Socialistische Partij (BSP, SP, sp.a, VOORUIT) en is burgemeester Steven Vandeput (N-VA) (als erfopvolger) in zijn functie als voorzitter van politiezone HAZODI (vanaf 1 januari 2016 politiezone Limburg Regio Hoofdstad) vanaf 9 december 2018 aan hoofd van een grote maffiose organisatie komen te staan, waarvan voormalig kroegbaas Steve Stevaert de grondlegger was, welke door Willy Claes en Frank Vandenbroucke (thans: federaal minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken) in 1975/1977 zijn uitgedokterd. Dit betekent dat Steven Vandeput (N-VA) met de aflegging van zijn grondwettelijke eed op 9 december 2018 vanaf dat moment in zeer ernstige mate de Belgische Grondwet en het gehele Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa heeft overtreden, wat onder aansturing van zijn partijvoorzitter Bart De Wever (N-VA) (zie foto) – die nota bene zelf als burgemeester van Antwerpen de grondwettelijke eed heeft afgelegd – tot op de dag van vandaag heeft kunnen blijven voortduren: Daarmee heeft "keizer" Tony Coonen als secretaris van De Voorzorg onder aansturing van Steven Vandeput (N-VA) met de hulp van wijkagenten; die "valse woonplaats controle verslagen" voor stroman BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) opmaken; kunnen doorgaan om daarmee invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bankdirecteuren, banken, boekhouders, multinationals bedrijven, gouverneurs, burgemeesters, wijkagenten, vastgoedbedrijven, andere politieke partijen (bij opvolging, kartelvorming en coalitievorming, etc.) te manipuleren en met het plegen van alle denkbare MISDRIJVEN alles te kunnen witwassen. Het zijn dan ook onmiskenbaar Steven Vandeput (N-VA) en Bart De Wever (N-VA) die daarmee onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg, Afdeling Hasselt, al maar liefst tien jaar lang hebben geblokkeerd in het doen van onderzoek op de door: 1.) A.M.L. van Rooij (Belgisch Rijksregisternummer: 53.03.10 603-37), 2.) J.E.M. van Rooij van Nunen (Belgisch Rijksregisternummer: 55.09.20 510-11), 3.) Camping en Pensionstal "Dommeldal"(KvK-nummer: 57035032) met als enig eigenaar A.M.L. van Rooij, 4.) Ecologisch Kennis Centrum B.V. (KvK-nummer: 16090111) met als enig directeur A.M.L. van Rooij, 5.) Van Rooij Holding B.V. (KvK-nummer: 17102683) met als enig bestuurder A.M.L. van Rooij en 6.) Politieke Groepering De Groenen, met zetel gevestigd in Nederland met als voorzitter A.M.L. van Rooij voor de afdelingen Sint-Oedenrode (thans: Meierijstad) en Heusden in Nederland op 22 mei 2014 ingediende klacht met burgerlijke partijstelling, waarvoor onder kwitantienummer: 4440 maar liefst 400,00 EURO is betaald. De enige oplossing is, dat op aandringen van partijvoorzitter Bart De Wever (N-VA) burgemeester Steven Vandeput (N-VA) van Hasselt als voorzitter van politiezone Limburg Regio Hoofdstad (mede-) veroorzakend burgemeester Johny De Raeve (Open Vld) van Zonhoven verplicht om het vanaf 5 juli 1979 voor de wet en Rooms-katholieke kerk getrouwde echtpaar A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen in overeenstemming met onder register 62SP boek 017 blad 016 vak 0055 geregistreerde HUURCONTRACT retroactief vanaf 1 januari 2011 in te schrijven in het Bevolkingsregister van de gemeente Zonhoven (en Belgische Rijksregister) op hun woonadres (hoofdverblijfplaats) Hazendansweg 36, 3520 Zonhoven (zie foto), waarna onderzoeksrechter S. GORRÉ bij de rechtbank van Eerste Aanleg Limburg (na acht jaar) kan starten met ons op 22 mei 2014 ingediende klacht met burgerlijke partijstelling waarvoor wij onder kwitantie-nummer: 4440 maar liefst 400,00 EURO hebben betaald.

Daarmee komt dan tevens een einde aan de maar al liefst acht jaar lang voortdurende GIJZELING van onderzoeksrechter S. GORRÉ, die onder beveiligd toezicht van "Jezus Christus" en "Allah" met de hulp van onafhankelijk cd&v voorzitter Sammy Madhi (zie foto) en de hulp van degenen die om "vergiffenis" vragen, een einde aan deze in 1975/1977 gestarte "éminence grise" partijpolitiek kan maken.

Sammy Madhi: "Denk Na"

Zoals u hierboven kunt lezen denkt onze nieuwe voorzitter Sammy Madhi (zie foto) niet "links" en ook niet "rechts" maar geeft duidelijk aan om "na te denken". Dat is WIJSHEID. Het probleem waarin de partijpolitieke wereld terecht is gekomen, is een wereld waarin niet meer wordt nagedacht op basis van feiten, kennis en geschiedenis. Dit omdat dan moet worden geconstateerd dat de gevolgen van het jarenlang "niet nadenken" zo groot zijn dat men dat beter maar "uit hun gedachte" kan zetten en dat het beter is om degenen die met de WAARHEID komen (via media) te demoniseren of dood te zwijgen en/of met het stelen van al hun geld, gouden sieraden, veel waardevol antiek, al hun foto's van hun trouwen, van hun ouders, van hun jeugd, dure munten en postzegelverzamelingen, al het inkomen van hun bedrijven, hun pensioengelden, hun bedrijven zelf, hun bedrijfscomputers, hun dossiers van cliënten (waardoor cliënten rechtszaken hebben verloren en als gevolg daarvan bij die cliënten ook weer alles is gestolen met meerdere doden als gevolg), hun intellectueel eigendom, hun notarisakten, hun diploma's en alle andere eigendommen, waaronder: rolstoelsteun, kunstgebit, ziekenhuisbed waaraan mijn echtgenote J.E.M. van Rooij van Nunen (als kankerpatiënten) aan gebonden zit, etc. LET WEL het enige wat niet is gestolen kon (en kan tot op de dag van vandaag nog steeds) in een kofferbak van een kleine auto, die ik met "nul euro inkomen" niet meer kan en mag rijden vanwege een jarenlang verlopen paspoort en verlopen rijbewijs die (zolang dit voortduurt) niet kan worden vernieuwd. Dit alles met het vooropgezette doel om deze "lastposten" zonder medische zorg ergens onder een brug in de kou aan de "hongerdood" te laten streven, waarvan uw cd&v-lid A.M.L. van Rooij (zie foto) het nog met veel moeite in leven zijnde voorbeeld is.

Hetzelfde zie ik thans weer gebeuren met het "stikstofprobleem". Er wordt in Vlaanderen (als ook in Nederland) dan ook geen "stikstofprobleem" opgelost, want iets wat er niet is behoef je ook niet op te lossen (dat is nadenken). Dit wil niet zeggen dat Vlaanderen en Nederland geen groot mestprobleem hebben, als gevolg van een steeds hoger wordende vergiftigingsgraad (met onder meer volledig in water oplosbaar arseenzuur en chroom VI) in dat mest dat bij ammoniakvorming vrijkomt en wat is veroorzaakt als gevolg van het feit dat alle EU-lidstaten als gevolg van éminence grise maar liefst al 23 jaar lang geen uitvoering hebben gegeven (en dat nog steeds niet doen) aan het door mij op 29 september 1999 gewonnen arrest in zaak C-231/97 van het Europese Hof van Justitie. Voor de feitelijke en wettelijke onderbouw verwijs ik u naar mijn spoedeisend verzoekschrift d.d. 1 november 2018 (kenmerk: AvR/01112018 /VZ- Schauvliege) aan de Vlaamse regering, namens deze bestuurlijk verantwoordelijk Vlaams Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (cd&v) (zie foto), waarop tot op de dag van vandaag (na bijna zes jaar) nog steeds niet is beslist. Het is dit volledig in water oplosbaar kankerverwekkend arseenzuur en chroom VI (maar ook kwik, cadmium, lood, e.d.) die zich in hoge concentraties bindt aan stikstof (N2) en dat -- als gevolg van het op deze wijze verspreiden van grote hoeveelheden (kankerverwekkend) gif -- de diversiteit van de planten in onze natuurgebieden aantast. Dat is de WAARHEID. Die WAARHEID mag niet worden verteld want dat gaat ten koste van de voortzetting van de éminence grise, zoals dat is geopenbaard in dit GESCHRIFT. Ik wil mijn politieke partijgenoot huidig hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk Vlaams minister Jo Brouns (cd&v) (zie foto) van Werk. Economie, Sociale Economie, Innovatie en landbouw dan ook vragen om "na te denken" alvorens over te gaan tot het versneld sluiten van de "40 rode bedrijven". Ik kan de cd&v behulpzaam zijn met het aanleveren van kennis, als ik mag blijven leven.

Hoe deze éminence grise te werk gaat en dat zij echt op alle fronten op de hierboven beschreven wijze de aan hen gebonden partijpolitiek in hun "dictatoriale macht" hebben weten te verkrijgen kunt u ook lezen in het hieronder ingelaste artikel "Hasseltse politiebaas ging op reis met drugsbaron en kwam ook daarmee weg"d.d. 29 oktober 2011 in De Morgen.

Hasseltse politiebaas ging op reis met drugsbaron, en kwam ook daarmee weg!

Douglas De Coninck − 29/10/11, 08u58

HaZoDi-korpschef Michel Beckers bleef ondanks negatief advies van de procureur des Konings nog zes jaar aan.

In 2005 al probeerde de Hasseltse procureur Marc Rubens de omstreden ex-korpschef Michel Beckers op non-actief te zetten. De man bleek op kosten van een drugsbaron naar Hongarije te zijn gereisd toen die daar op zoek ging naar een locatie voor een xtc-lab.

Ondanks de bezwaren van het parket kon Beckers nog zes jaar lang aanblijven. Een mogelijke verklaring? Zijn lidmaatschap van de Hasseltse vrijmetselaarsloge La Tolérance.

Michel Beckers werd in 2000 korpschef van zone-HaZoDi (Hasselt, Zonhoven, Diepenbeek) met de steun van Steve Stevaert(sp.a), toen verhinderd burgemeester van Hasselt en minister in de Vlaamse regering. Vijf jaar later, toen het politiecollege moest beslissen of zijn mandaat zou worden verlengd, was een positief advies nodig van de procureur des Konings, Marc Rubens.

Hij wordt sinds de veel besproken Panorama-uitzending over de HaZoDi-klokkenluiders samen met huidig burgemeester Hilde Claes (sp.a) gezien als voornaamste kop van jut. Documenten die De Morgen kon inzien geven aan dat Rubens integendeel in 2005 een negatief advies afleverde.

Op reis met drugsbaron

In de zomer van 2003 voerde de federale politie van Hasselt onder leiding van substituut Ann Durwael een onderzoek tegen Sylvain M., een Limburgse zakenman en flamboyante oud-voorzitter van een voetbalclub. M. leidde een bedrijf dat chemicaliën vervoert. In oktober 2003 werden M. en twee zonen gearresteerd. Ze bleken een handeltje te hebben opgezet in vloeibare bestanddelen voor xtc en speed. Er werd een cannabisplantage ontdekt met 500 plantjes.

M. was drukdoende zijn netwerk uit te breiden tot in Oost-Europa en was in juni 2003 naar Roemenië en Hongarije gereisd, op zoek naar nieuwe locaties voor drugslabs. In het Roemeense stadje Câmpia Turzii liet M. zich door de burgemeester ontvangen als mogelijke buitenlandse investeerder voor 44 hectare grond op het lokale industrieterrein. De koop ging niet door, en gelukkig maar, berichtte de Roemeense krant Adevarul op 12 juli 2004: "De autoriteiten te Câmpia Turzii zijn bijzonder kwetsbaar voor mensen met dergelijke criminele bedoelingen."

M. en één van zijn zonen worden op 7 mei 2004 door de correctionele rechtbank in Hasselt veroordeeld tot 3 en 3,5 jaar gevangenisstraf. Tijdens het vooronderzoek was echter aan het licht gekomen dat M. zich tijdens een reis naar Hongarije had laten vergezellen door HaZoDi-korpschef Michel Beckers. Beiden waren in die tijd goed bevriend. Volgens de federale politie was het M. die de reiskosten betaalde, Beckers betaalde ze pas terug nadat de zaak was opgemerkt. Voor Rubens Rubens was het uitgesloten dat Beckers kon aanblijven, maar hij zag zich onder druk genoodzaakt om zijn negatieve advies in te slikken.
Michel Beckers wenst niet in te gaan op onze vragen. Hij beperkt zich in een korte commentaar tot: "Doe maar jongen, doe maar." Procureur Rubens zegt: "Dit behoort tot het geheim van de beraadslaging."

Ledenlijst van de loge

De Panorama-reportage begin deze maand ging over georganiseerde graaicultuur, verzekeringsfraude en interne pesterijen. De vraag rijst hoe de los daarvan al in opspraak gekomen korpschef zo lang in functie kon blijven. De redactie kwam in het bezit van een bundel documenten van en over de Hasseltse vrijmetselaarsloge La Tolérance die mogelijk een verklaring aanreiken.

De documenten bieden een unieke inkijk in de werking van één van de 19 werkplaatsen van de Grootloge van België (GLB). Een ledenlijst laat zien dat veel logebroeders actief zijn in het gemeenschapsonderwijs, de ambtenarij, de architectuur en de lokale politiek. De meesten zijn mensen zonder verhaal die op vrijdagavond samenkomen in hun zelf gebouwde tempel, verscholen in een hangar achter een huis in de Crutzenstraat 18 in Hasselt om samen te discussiëren over de hoofddoekenkwestie, Paul Scheffer of de oerknal.

De ledenlijst laat zien dat La Tolérance enkel toegankelijk is voor mannen. De avond eindigt steevast met hetzelfde ritueel, een dialoog tussen de 'Achtbare meester' (A.M.) en de eerste of tweede 'opziener'.

- "Op welk tijdstip beëindigen de vrijmetselaars de arbeid?
- "Om middernacht, Achtbare Meester."
- "Hoe laat is het nu?"
- "Middernacht, Achtbare Meester."
- "Broeder eerste opziener, wat is de eerste plicht van de vrijmetselaar?"
- "Het geheim bewaren, Achtbare Meester."
- "Broeder tweede opziener, wat is de tweede plicht van de vrijmetselaar?"
- "Zijn broeders binnen en buiten de tempel bij te staan, Achtbare Meester."

Volgens leden van de loge is dit een ritueel. Sommige Hasseltse logebroeders lijken dit letterlijk op te vatten. De A.M., die avond in 2008, is Pim Lagay, in die tijd voorzitter van Open Vld in Tongeren. De eerste opziener is advocaat Hugo lamon, een van de hoofdactoren in de Panorama-reportage. Het was hij die als advocaat van de stad Hasselt en de politiezone HaZoDi als enige voor de camera mocht spreken. Het was ook hij die zich namens de politiezone in een rechtszaak burgerlijke partij stelde tegen hoofd administratie Vera Vrancken en haar collega Mary-Ann Vonckx. De twee dames waren naar het Comité P gestapt met een kopie van een vervalst examen waarmee Beckers de dochter van een vriend aan een baantje wou helpen bij HaZoDi.

Volgens Lamon, hierin gesteund door procureur Rubens, kwam het doorspelen van het vervalste examenblad neer op "diefstal". Het organigram laat zien dat Lamon niet enkel eerste opziener is bij La Tolérance, maar ook 'bibliothecaris'. Ook Michel Beckers is een vooraanstaand lid van La Tolérance. Hij vervult de functie van 'redenaar'. In het organigram is hij één van de vier afgevaardigden die de Hasseltse werkplaats mogen vertegenwoordigen op nationale bijeenkomsten van de Grootloge van België.
En dan is er ook nog Harry Sweeck. Hij is de vader van Eva Sweeck, voor wie het examenresultaat moest worden vervalst, en die dankzij de fraude aan de slag kon als secretaresse van Beckers. Ook zijn naam prijkt op de ledenlijst van La Tolérance.

De lijst bevat nog andere opvallende namen, zoals die van Raymond Nelissen. Hij is in het dagelijkse leven advocaat-generaal bij het arbeidshof in Hasselt. Klokkenluiders Vrancken en Vonckx zijn al een jaar aan het procederen voor het recht op inzage in drie rapporten die het externe bureau Arista op hun vraag maakte naar aanleiding van hun klachten over gepest. "Wat we ook proberen, we krijgen de rapporten niet te zien", zegt Iris Exelmans, advocate van de klokkenluiders. "Telkens weer krijgen we te horen dat advocaat-generaal Nelissen zich tegen vrijgave verzet."
Nog een intrigerende naam op de ledenlijst van La Tolérance: Guido Hermans, een van de verantwoordelijken bij de Machiels Group, het bedrijf waarmee de stad Hasselt recent een door de Vlaamse regering gecontesteerde overeenkomst afsloot over de verkoop van de terreinen van Pukkelpop.

Tweede Hasseltse loge

Op hetzelfde adres als La Tolérance, huist ook de vzw Studiekring Thijl. De vzw is verbonden met een tweede Hasseltse loge, de werkplaats Tijl Uilenspiegel. Anders dan La Tolérance (GLB) behoort die tot het Grootoosten van België (GOB). Volgens historicus Jimmy Koppen van de Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij aan de VUB, ontstonden beide loges bijna gelijktijdig in 1964 en zijn ze met elkaar verweven. In zijn boek Vrijmetselarij voor dummies schrijft hij dat Steve Stevaertlid is van één van beide, net als Willy Claes.

Per 1 maart 2007 vertrok Beckers als korpschef bij HaZoDi, zij het tijdelijk. Hij werd veiligheidsadviseur bij... gouverneur Steve Stevaert. Zijn vervanger binnen de zone HaZoDi werd Nico Schrooten. Die maakte een einde aan het geknoei met vergoedingen en premies voor dameslingerie op kosten van de belastingbetaler. Na een jaar wou Beckers zijn oude post terug. Dat was ook toen niet naar de zin van Rubens, en nog minder naar die van Herman Reynders, die Stevaertwas opgevolgd als burgemeester en hem ook zou opvolgen als gouverneur.

In de logedocumenten zitten kopieën van brieven die Beckers eind 2007 en begin 2008 richtte aan Stevaert, toen nog gouverneur. In één ervan beklaagt de gedetacheerde korpschef erover dat er tegen hem wordt gecomplotteerd: "Zo liet Schrooten zich op Pukkelpop 2007 aan de bar ontvallen aan een aantal omstaanders - hij was dronken - dat Rubens, Reynders en Stevaert een politiek akkoord hadden afgesloten om mijn mandaat te verlengen, maar mij binnen het jaar buiten te 'winkelen'."

De brief dateert van enkele weken voor Beckers per 1 maart 2008 terugkeert als korpschef. Hij schrijft dat een commissaris hem heeft gebeld om na te vertellen wat Schrooten over hem, Beckers, tijdens een vergadering zou hebben gezegd: "Als Beckers een tijdje hier is roepen ze die zo naar een tussentijdse evaluatie en dan zal Rubens, juist gelijk de vorig keer (met het drugsdossier tegen M., ddc) wel een lade opentrekken en dan kan hij opkrassen en zit ik terug hier op deze stoel."

De ex-korpschef schrijft verder nog: "Diezelfde theorie heeft Schrooten nog eens verkocht, ook dronken, op het Vuurwerkfeest te Hasselt in september 2007."

Tien jaar lang is dit blijkbaar de manier geweest waarop in Hasselt werd beslist over het beheer van de politiezone. In juni werd het mandaat van Beckers niet langer verlengd. Na, alweer, een negatief advies van Rubens en een tussenkomst van de nieuwe burgemeester, Hilde Claes.

In een korte reactie liet zij gisteren via haar woordvoerster weten dat ze niet wist dat Lamon en Beckers samen deel uitmaken van dezelfde loge: "Dit behoort naar ons inzicht tot de privésfeer. Wij willen er wel op wijzen dat mijnheer Lamon als raadsman van de zone HaZoDi deze week, toch voor de dossiers over mogelijke misbruiken, is vervangen door een andere raadsman. Er loopt een audit en het valt niet uit te sluiten dat de heer Beckers hierbij in beeld komt. De heer Lamon treedt ook op als persoonlijke advocaat van mijnheer Beckers, wat deontologische bezwaren zou kunnen oproepen."

Met dit artikel "Hasseltse politiebaas ging op reis met drugsbaron, en kwam ook daarmee weg" d.d. 29 oktober 2011 in De Morgen heeft u nogmaals het bewijs verkregen dat de vanaf de jaren 1975/1977 vanuit Belgische Socialistische Partij (BSP) ingezette éminence grise (zijnde het moment dat Willy Claes een Co-voorzitterschap had met André Cools) met behulp van het creëren en in stand houden van valse woonadressen, die zijn gebaseerd op door de wijkagent opgemaakte "valse woonplaats controleverslagen" voor stroman BOUWMISDRIJF-plegers, als David Drillieux (zie foto), vanuit met name Vlaanderen (onder de huidige regering regering-Jambon) alle Belgische invloedrijke figuren (ministers, rechters, procureurs des konings, procureur-generaals, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bankdirecteuren, banken, boekhouders, multinationals bedrijven, gouverneurs, burgemeesters, wijkagenten, vastgoedbedrijven, andere politieke partijen (bij opvolging, kartelvorming en coalitievorming, etc.) nog volledig in deze "oligarchische" macht hebben.

Dit betreft een macht in handen van een kleine groep mensen die met behulp van BOUWMISDRIJF-plegers, als David Drillieux, bij iedereen letterlijk alles stelen en daarmee voor zichzelf en met behulp van hun netwerken (La Tolérance, politieke partijen, verenigingen, private ondernemingen, etc.) een paradijs (met overvloed aan gestolen geld, eigendommen en onroerende goederen) creëren met behulp van het ongestraft plegen van drugshandel, mensensmokkel, subsidiefraude, belastingfraude, sociale fraude, economische fraude, etc. Daarvoor worden "valse brievenbusconstructies met gemeentestickers" gecreëerd, wat feitelijk "buitenlandse enclaves" in België zijn, waarmee "éminence grise criminelen" met de hulp van het op deze wijze verkregen valselijk onherroepelijk Arrest nr. 130/2012 d.d. 25 oktober 2012 (Rolnummer 5464) van het Grondwettelijk Hof, uitgesproken door voorzitter M. Bossuyt (VLD)(zie foto), de gehele Belgische Grondwet en het gehele Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa heeft uitgeschakeld.

Alle denkbare criminelen vanuit alle VN-landen kunnen deze "buitenlandse brievenbus enclaves" in België op Belgisch Grondgebied gebruiken voor alle denkbare "brievenbus witwaspraktijken" en wereldwijde "brievenbus drugshandel ". Dit alles gebeurt in België, het land waar het Europees Parlement, het Benelux-Parlement en het NAVO-hoofdkwartier zijn gevestigd. Nu het Grondwettelijk Hof daarmee allemaal "brievenbus enclaves" in België heeft gecreëerd, waarover de Belgische koning Filip geen zeggenschap meer heeft, wordt het heel hoog tijd dat Prinses Elisabeth van België (zie foto) als Hertog (2013-heden) in het Hertogdom Brabant(waaronder Brussel en de gemeente Meierijstad vallen) persoonlijk gaat ingrijpen, waarom ik via onze nieuwe voorzitter Sammy Madhi (zie foto) onder beveiligd toezicht van "Jezus Christus" en "Allah" onze hertog van Brabant Prinses Elisabeth van België hierbij dan ook verzoek. Dit des te meer veroorzaker Marc. Bossuyt (VLD) vanaf 1981-2006 België heeft vertegenwoordigd in de Verenigde Naties als beschermer van Mensenrechten, terwijl juist hij wereldwijd alle mensenrechten heeft afgenomen

Het behoeft dan ook geen toelichting dat Marc. Bossuyt (VLD) zijn onherroepelijk geworden Arrest nr. 130/2012 d.d. 25 oktober 2012 (Rolnummer 5464) van het Grondwettelijk Hof – waarin hij heeft beslist dat de Nederlandse "brievenbus enclave" in België (waarin hooguit een vogeltje kan wonen) op het adres Hazendansweg 36A, 3520 Zonhoven, de "hoofdverblijfplaats" is voor de familie A.M.L. van Rooij – dat Arrest nr. 130/2012 als zodanig heeft uitgesproken onder druk van "éminence grise" vanuit zijn politieke partij "VLD / Open Vld" (Annemie Turtelboom, Maggie De Block). Dit wordt bevestigd met zijn eigen onherroepelijke Arrest nr. 17/2010 van 25 februari 2010, waarin hij letterlijk het volgende heeft beslist:

In zake: de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 193, 196 en 197 van het Strafwetboek, artikel 73bis van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 450 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 21, 22 en 23 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt (zie foto) wijst na beraad het volgende arrest:

2 I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging:

Bij vonnis van 18 maart 2009 in zake het openbaar ministerie tegen H. D.G. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 april 2009, heeft de Correctionele Rechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld:

« Schenden de artikelen 193, 196 en 197 Sw, 73bis BTW en 450 WIB en de artikelen 21, 22 en 23 V.T.Sv. het grondwettelijke legaliteitsbeginsel zoals verwoord in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in zoverre zij worden geïnterpreteerd in die zin dat het misdrijf van gebruik van valse stukken wordt gekwalificeerd als een voortdurend misdrijf doordat het gebruik blijft voortduren zelfs zonder een nieuw feit van de dader en zonder zijn herhaald optreden, zolang het door hem beoogde doel niet is bereikt en zolang de hem verweten beginhandeling, zonder verzet van zijn kant, het nuttig gevolg heeft dat hij ervan verwachtte ? ».

De procureur des Konings bij de Rechtbank van eerste aanleg te Gent, H. D.G., Y.D., S.S., de minister van Financiën ((thans: Vincent Van Peteghem (cd&v) (zie foto hieronder).

G.V. en de Ministerraad (thans: Regering De Croo) hebben ieder een memorie ingediend. H. D.G., Y.D., S.S. en de Ministerraad hebben ook memories van antwoord ingediend.

Op de openbare terechtzitting van 12 januari 2010 zijn verschenen

Mr. J. Meese, tevens loco Mr. W. Van Steenbrugge, advocaten bij de balie te Gent, voor H. D.G.; . Mr. P. Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, voor Y.D. en S.S.; . Mr. C. Decordier, advocaat bij de balie te Gent, voor de minister van Financiën; . Mr. R. Tournicourt, advocaat bij de balie te Brussel, voor G.V.; . Mr. C. Raymaekers, advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de Ministerraad; - hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J. Spreutels verslag uitgebracht; - zijn de voornoemde advocaten gehoord; - is de zaak in beraad genomen.

De bepalingen van de bijzondere wet van 6 januari 1989 met betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast.


Voor het gehele Arrest nr. 17/2010 van 25 februari 2010 (LEES HIER)

Om die redenen, het Hof zegt voor recht:

Artikel 197 van het Strafwetboek, artikel 73bis van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 450 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, aldus geïnterpreteerd dat het misdrijf van gebruik van valse stukken blijft voortduren, zelfs zonder een nieuw feit van de dader en zonder zijn herhaald optreden, zolang het door hem beoogde doel niet volledig is bereikt en zolang de hem verweten beginhandeling, zonder verzet van zijn kant, het nuttige gevolg heeft dat hij ervan verwachtte, schenden niet de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 25 februari 2010.

Het behoeft dan ook geen toelichting dat Marc. Bossuyt (VLD) met zijn onherroepelijk geworden Arrest nr. 130/2012 d.d. 25 oktober 2012 (Rolnummer 5464) van het Grondwettelijk Hof – waarin hij onder druk van "éminence grise" vanuit zijn politieke partij "VLD / Open Vld" (Annemie Turtelboom, Maggie De Block) heeft beslist dat de Nederlandse "brievenbus enclave" in België (waarin hooguit een vogeltje kan wonen) op het adres Hazendansweg 36A, 3520 Zonhoven, de "hoofdverblijfplaats" is voor de familie A.M.L. van Rooij – hij daarmee in zeer ernstige mate zijn eerder uitgesproken Arrest nr. 17/2010 van 25 februari 2010 heeft overtreden.

Hiermee heb ik het wettelijke bewijs geleverd dat voorzitter Marc. Bossuyt (VLD) van het Grondwettelijk Hof met zijn onherroepelijk geworden Arrest nr. 130/2012 van 25 oktober 2012 (Rolnummer 5464) zelf een onherroepelijk vals stuk heeft geproduceerd, welke vanaf 25 oktober 2012 tot op heden onder de opvolgende koningen Albert II en Filip (zie foto) en de opvolgende Belgische Regeringen: 1.) Elio Di Rupo ( PS/sp.a, Open Vld/MR, CD&V/cdH); 2.) Michel I (MR/Open Vld, N-VA, CD&V); 3.) Michel II (MR/Open Vld, CD&V); 4.) Wilmès I (MR/Open Vld, CD&V); 5.) Wilmès II (MR/Open Vld, CD&V); 6.) De Croo (Open Vld/MR, PS/sp.a, Ecolo/Groen, CD&V), als ook de opvolgende Vlaamse Regeringen: 7.) Peeters II (CD&V, sp.a, N-VA); 8.) Bourgeois (N-VA, CD&V, Open Vld); 9.) Homans (N-VA, CD&V, Open Vld); 10.) Regering-Jambon (N-VA, CD&V, Open Vld) onder druk van "éminence grise" niet is bestreden.

Als gevolg van het feit dat bovengenoemde opvolgende Belgische en Vlaamse Regeringen dit onherroepelijk geworden Arrest nr. 130/2012 van 25 oktober 2012 (Rolnummer 5464) nooit hebben bestreden, betekent dat de "Belgische Staat" daarmee vanaf 25 oktober 2012 het creëren van buitenlandse "brievenbus enclaves" in België (met behulp van BOUWMISDRIJF-plegers) vanuit alle landen van de Verenigde Naties heeft gelegaliseerd, voor het plegen van MISDRIJVEN zoals die zijn geopenbaard in dit GESCHRIFT. 

Het behoeft dan ook geen toelichting dat op het moment BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux in 2003/2004 (onder eigen beheer) was begonnen met de illegale verbouwing van één woonhuis (met nummer "36" op de muur) op één perceel tot drie woongelegenheden, HAZODI-korpschef Michel Beckers (die dat oogluikend toestond) in juni 2003 met drugsbaron Sylvain M. (een Limburgse zakenman en flamboyante oud-voorzitter van een voetbalclub) mee naar Hongarije en Roemenië reisde voor het opzetten van een handeltje in vloeibare bestanddelen voor xtc en speed. Dit vanwege het feit dat de in Hongarije en Roemenië geproduceerde XTC en speed -- vanuit de door hem gecreëerde buitenlandse "brievenbus enclaves" in België – administratie technisch probleemloos naar alle 193 landen van de Verenigde Naties kan worden vervoerd, zonder dat door België, de Benelux-Unie, de Europese-Unie en de Verenigde Naties daartegen kan worden opgetreden. Daarmee is België – waarbinnen het Europees Parlement, het Benelux-Parlement en het NAVO-hoofdkwartier zijn gevestigd – de grootste rechtsstaat ondermijnde "criminele organisatie" van de Verenigde Naties geworden, welke door opvolgend HAZODI-korpschef Philip Pirard (onder operationele aansturing van zijn voorganger Michel Beckers) tot op de dag van vandaag wordt voorgezet. Als bewijs daarvoor vindt u hieronder ingelast het artikel "Nieuwe functie voormalige chef Hazodi zorgt voor beroering" van 21 oktober 2014 in Het Laatste Nieuws.

Een functiewijziging voor Michel Beckers, de voormalige korpschef van de Limburgse politiezone Hazodi, zorgt voor enige beroering in het fel geplaagde politiekorps. Heel wat agenten, daarin gesteund door hun vakbond, vinden het niet kunnen dat Beckers, die destijds onterecht enkele vergoedingen heeft ontvangen, nu coördinator wordt van het operationele beleid. Huidig korpschef Philip Pirard ziet er geen graten in. Volgens hem krijgt Beckers helemaal geen promotie.

Het waren de zogenaamde klokkenluiders van de politiezone Hazodi die hun voormalige korpschef Michel Beckers in opspraak brachten voor het innen van onterechte vergoedingen, het misleiden van de verzekering en het plegen van valsheid in geschrifte. Onafhankelijk onderzoek kwam deels tot dezelfde bevindingen.

De vroegere korpschef mocht echter opnieuw aan de slag bij Hazodi, tot voor kort als hoofd van de wijkdiensten. Beckers krijgt nu echter een nieuwe functie, meer bepaald als coördinator van het operationeel beleid. Volgens interne bronnen zijn heel wat agenten daar niet gelukkig mee, aangezien zij dit als een promotie beschouwen voor iemand die in opspraak is gekomen.

"Dit is niet de beste beslissing, gezien het gedrag van Beckers niet onbesproken is", aldus Gert Cockx, voorzitter van de politievakbond NSPV. "Een technische ondersteunende rol zou meer aangewezen zijn om geen gevoelige snaren te raken. Hier lijkt me bijsturing nodig."
Korpschef Pirard weerlegt de kritiek: "Dit is helemaal geen promotie. Beckers zal alleen vergaderingen coördineren waar ik opdracht voor geef. Zijn rol wordt zeker niet uitgebreid. Die nieuwe functietitel? What's in a name?"

Zoals u hierboven heeft kunnen lezen zijn de politieke partijen "BSP, SP, sp.a, VOORUIT" (vanuit Willy Claes) en "PVV, VLD, Open Vld" (vanuit Guy Verhofstadt) vanaf 1975/1977 volledig gegijzeld als gevolg van "éminence grise" en hebben "niet op de voorgrond tredende machthebbers" burgemeester/ advocaat Johny de Raeve (Open Vld) van Zonhoven en burgemeester Steven Vandeput (N-VA) van Hasselt (zie foto) – als gevolg van opvolging van de veroorzakende "SP, sp.a" burgemeesters Steve Stevaert, Herman Reynders, Hilde Claes en als gevolg van coalitievorming met de veroorzakende politieke partijen "sp.a, VOORUIT " en "Open Vld" – via stromannen (in dit geval BOUWMISDRIJF-plegers David Drillieux) volledig in hun "dictatoriale macht". Daarmee heeft BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux (zie foto) een volledige "dictatoriale macht" over de burgemeesters Johny de Raeve (Open Vld) van Zonhoven en Steven Vandeput (N-VA) van Hasselt weten te verkrijgen en via deze twee burgmeesters op de twee opvolgende korpschefs Michel Beckers en Philip Pirard van de Limburgse politiezone HAZODI (vanaf 1 januari 2016 politiezone Limburg Regio Hoofdstad). Dit betekent dat als BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux de wijkagent dwingt tot het opmaken van "valse woonplaats controleverslagen" betreffende wijkagent dat moet van zijn/haar korpschef onder politieke druk van de burgemeesters van Zonhoven en Hasselt. Dit geeft ook een verklaring voor het feit dat korpschef Michel Beckers in juni 2003 met drugsbaron Sylvain M. (een Limburgse zakenman en flamboyante oud-voorzitter van een voetbalclub) mee naar Hongarije en Roemenië reisde voor het opzetten van een handeltje in vloeibare bestanddelen voor xtc en speed. Mijns inziens heeft hij dat gedaan in opdracht van katvangers (zoals BOUWMISDRIJF-pleger David Drillieux) onder druk van de achter de politieke partijen "sp.a, VOORUIT " en "Open Vld" zittende netwerken, waaronder grote organisaties (multinationale bedrijven), waarachter deze "éminence grise" zich kan verschuilen.

Hier is dan ook onmiskenbaar sprake van "corporate crime" in de meest verscholen vorm, waarvoor in het jaar 1999/2003 ook voormalig Vlaams minister van landbouw en leefmilieu Vera Dua (Agalev/ GROEN)(zie foto) is gezwicht, waardoor wij nu een "circulaire economie" hebben die letterlijk alles vergiftigt met onder meer miljarden kilogrammen genotoxische, reprotoxische, mutagene, teratogene, kankerverwekkende stoffen als "arseenzuur" en "chroom-VI" onder de "dekmantels" van "Groene Stroom", Groenestroomcertificaten"(LEES HIER), "Biomassa", "CO2-reductie", "CO2-emissiehandel", "innovatie", "closing the circle", i-Cleantech, "Duurzaamheid", "Hergebruik", "milieuvriendelijk", "Milieubeton", "Green Bricks", "Tweede Natuur", "Rio de Janeiro Protocol", "Kyoto-Protocol", "Agenda-21", "Agenda 2030", etc. Het is Vera Dua die onder haar partijvoorzitterschap (2003-2007) van GROEN de meest "niet-groene" partij heeft gemaakt en zich vanuit "éminence grise" volledig heeft laten inpakken door "corporate crime". Onder voorzitter Vera Dua (2013-heden) is de Bond Beter Leefmilieu (2013-heden) dan ook een organisatie geworden die onderzoeksrapporten maken en adviezen uitbrengen die ten dienste staan van deze "circulaire economie", waarbij het woord "mono-materiaal" en daarmee de "mono-materiaal circulaire economie" (is het zonder toegevoegde verontreinigde stoffen blijven gebruiken van schoon materiaal) uit de woordenboeken zijn verdwenen. Het is dan ook Vera Dua van GROEN die haar opvolgend Vlaams Minister Joke Schauvliege (CD&V)(zie foto) van Omgeving, Natuur en Landbouw heeft opgezadeld met deze "circulaire corporate crime economie". Ondanks mijn vele brieven en e-mails hierover aan Vera Dua in haar huidige hoedanigheid als voorzitter van Bond Beter Leefmilieu (2013-heden) weigert zij daarop te reageren en blijft zij dit alles DOODZWIJGEN. Het is dan ook Vera Dua die als voorzitter van Bond Beter Leefmilieu (2013-heden) het "stikstofprobleem" heeft gecreëerd, wat geen stikstofprobleem is maar een als "arseenzuur" en "chroom-VI" probleem.

Onder voorzitter Vera Dua (2013-heden) heeft de Bond Beter Leefmilieu (2013-heden) dan ook onderzoeksrapporten gemaakt en adviezen uitbracht over het "stikstofprobleem" wat geen stikstofprobleem is (LEES HIER). Er wordt in Vlaanderen (als ook in Nederland) dan ook geen "stikstofprobleem" opgelost, want iets wat er niet is behoef je ook niet op te lossen (dat is nadenken). Dit wil niet zeggen dat Vlaanderen en Nederland geen groot mestprobleem hebben, als gevolg van een steeds hoger wordende vergiftigingsgraad (met onder meer volledig in water oplosbaar arseenzuur en chroom VI) in dat mest dat bij ammoniakvorming vrijkomt en wat is veroorzaakt als gevolg van het feit dat alle EU-lidstaten als gevolg van éminence grise maar liefst al 23 jaar lang geen uitvoering hebben gegeven (en dat nog steeds niet doen) aan het door mij op 29 september 1999 gewonnen arrest in zaak C-231/97 van het Europese Hof van Justitie. Voor de feitelijke en wettelijke onderbouw verwijs ik u naar mijn spoedeisend verzoekschrift d.d. 1 november 2018 (kenmerk: AvR/01112018 /VZ- Schauvliege) aan de Vlaamse regering, namens deze bestuurlijk verantwoordelijk Vlaams Minister van Omgeving, Natuur en LandbouwJoke Schauvliege(cd&v)(zie foto), waarop tot op de dag van vandaag (na bijna zes jaar) nog steeds niet is beslist. Het is dit volledig in water oplosbaar kankerverwekkend arseenzuur en chroom VI (maar ook kwik, cadmium, lood, e.d.) die zich in hoge concentraties bindt aan stikstof (N2) en dat -- als gevolg van het op deze wijze verspreiden van grote hoeveelheden (kankerverwekkend) gif -- de diversiteit van de planten in onze natuurgebieden aantast. Dat is de WAARHEID. Die WAARHEID wordt niet naar buiten gebracht door de Bond Beter Leefmilieu onder voorzitter Vera Dua (2013-heden) omdat zijzelf dit probleem als voormalig Vlaams minister van landbouw en leefmilieu van "Agalev/GROEN" in de periode van 1999/2003 heeft laten ontstaan. Het is dan ook onmiskenbaar huidig voorzitter Vera Duavan de Bond Beter Leefmilieu die vanuit haar vorige functie als Vlaams minister (1999-2003) huidig hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk Vlaams minister Jo Brouns (cd&v) (zie foto) van Werk. Economie, Sociale Economie, Innovatie en landbouw, heeft opgezadeld, -- waarbij aan het vrijkomende ammoniak (NH3) hoge concentraties aan genotoxische, reprotoxische, mutagene, teratogene, kankerverwekkende stoffen "arseenzuur" en "chroom-VI", als ook "cadmium" en "kwik" en "lood" en "etc." zitten verbonden --, wat geen "zuiver" ammoniak is en al helemaal geen stikstof (N2) is. De veroorzakende vanuit de overheid gesubsidieerde "corporate crime" plegende multinationale ondernemingen worden daarvoor niet aangepakt maar de boeren als slachtoffer wel. Dit om vanuit de partijpolitieke éminence grise onder de "dekmantels" van "stikstofprobleem" met behulp van overheidssubsidie groen licht te geven aan de veroorzakende multinationale ondernemingen voor het plegen van nog grotere "corporate crime" misdrijven. Om dit alles bewerkstelligd te krijgen worden "stikstofdeskundigen" aangesteld die alleen maar verstand hebben van stikstof (N2) en niet van "arseenzuur" en "chroom-VI", "cadmium" en "kwik" en "lood" en "etc.", waarover "stikstofdeskundigen" ook niet mogen rapporteren, omdat die volledig in water oplosbare uiterst giftige kankerverwekkende zware metalen (die nooit afbreken en enkel ophopen in alles wat leeft) niet binnen hun "deskundigheidsgebied stikstof" valt waarvoor ze worden betaald om over te rapporteren. Dit in een poging om huidig bestuurlijk verantwoordelijk Vlaams minister Jo Brouns (cd&v)(zie foto) van Werk. Economie, Sociale Economie, Innovatie en landbouw, achter betreffend rapport van "stikstofdeskundigen" te krijgen en daarop zijn beslissing te nemen. Een beter woord voor "stikstofdeskundige" is dan ook "stikstofloog" met de nadruk op "loog". Hiermee heb ik het bewijs geleverd dat heden ten dage "GROEN" de meest milieuonvriendelijke partij van Vlaanderen (België) is, waardoor de "cd&v" (als een van de meeste groene partijen van Vlaanderen??) wordt geblokkeerd haar werk te doen. Het wordt dan ook heel hoog tijd dat hieraan een einde komt, anders is het te laat voor iedereen en is er voor onze kinderen en kleinkinderen geen leven meer mogelijk in deze "onder dekmantelwoorden" totaal vergiftigde wereld, waarin rechtsstaat ondermijnende "corporate crime" plegende criminelen de dienst uitmaken.

Urbanus - De Wereld Is Om Zeep Klimaat

Urbanus had dit alles al in 2015 met zijn songtekst "De Wereld Is Om Zeep Klimaat" voorzien, waarin hij zijn neus heeft aangeboden om daarmee nog enkele mensen te redden (zie foto). Het kan dan ook niet anders zijn dat Urbanus als "visionair" een goede neus heeft om in de toekomst te denken en te kijken. 

Het is dan ook van groot belang dat Urbanus vanuit onze nieuwe voorzitter Sammy Mahdi (zie foto) een kopie van dit GESCHRIFT DER OPENBARING krijgt toegestuurd met de vraag om met de hulp van "Jezus Christus" en "Allah" een "vervolg song" uit te brengen met bijvoorbeeld de tekst "de wereld wordt op het nippertje gered". Daarmee wordt dan tevens het grote publiek bereikt, wat nodig is om de wereld te redden.

Voor de ware achtergrondinformatie en alle misdaad die dat heeft veroorzaakt, lees de volgende artikelen in De Nieuwe Media:

Voor de historische, grondwettelijke en constitutionele onderbouw lees in De Nieuwe Media de volgende link:

DE "VERENIGDE NATIES" HEBBEN MET DE REGISTRATIE OP 25 APRIL 1947 VAN DE OP 14 JUNI 1940 TE LONDEN GESLOTEN FINANCIËLE OVEREENKOMST VAN HET 'NOOIT BESTAANDE NEDERLAND' MET HET 'VERENIGD KONINKRIJK' BIJ DE "MARIA TEN-HEMELOPNEMING" VAN 15 AUGUSTUS 2024 ZICHZELF OPGEHEVEN.

ALLE 193 LANDEN VAN DE VERENIGDE NATIES ZIJN OP GROND VAN HET VERDRAG VAN LONDEN VAN 19 APRIL 1839 "GRONDWETTELIJK VERPLICHT" OM DE DEUREN VAN DE VERENIGDE NATIES IN 'NEW YORK', 'GENÈVE', 'WENEN' EN 'NAIROBI' TE SLUITEN EN TE VERZEGELEN.

In de Katholieke Kerk is Maria-Tenhemelopneming een hoogfeest en wordt steeds op 15 augustus gevierd. In veel katholieke en *orthodoxe landen, waaronder België, *Cyprus, Frankrijk, *Griekenland, Italië, Kroatië, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, *Roemenië, Slovenië, Spanje, gedeeltelijk in Duitsland (in Saarland en gedeeltes van Beieren) en in verschillende kantons van Zwitserland is het een wettelijke feestdag (https://nl.wikipedia.org/wiki/Maria-Tenhemelopneming).

Het in de volksmond gebruikte "Maria Hemelvaart" is volgens het katholieke geloof niet correct omdat Maria niet zelf ten hemel opsteeg maar door God in de hemel werd opgenomen. In Italië wordt de Ferragosto wel gezien als de belangrijkste feestdag van het jaar. Het is een combinatie van het al in de Romeinse tijd bestaande oogstfeest en de christelijke viering van Maria-Tenhemelopneming.

(Het nooit bestaande Nederland is vanaf 1967 van God los geraakt). In Nederland is Maria-Tenhemelopneming geen nationale vrije dag, maar wel een verplichte feestdag in de Katholieke Kerk. In 1967 verplaatsten de Nederlandse bisschoppen (na ontheffing van paus Paulus VI om Maria-Tenhemelopneming als zondag te beschouwen), de verplichte feestdag naar de eerstvolgende zondag na 15 augustus. Voorheen was Maria-Tenhemelopneming een vrije dag die op de dag zelf werd gevierd. Sinds de verplaatsing werd 15 augustus niet meer als vrije dag gevierd.

Op 15 augustus 2024, de dag dat Maria door God in de Hemel werd opgenomen, krijgt DE AARDSE WERELD de GODDELIJKE BOODSCHAP dat de 'Verenigde Naties" zichzelf hebben opgeheven.

ALLE 193 LANDEN VAN DE VERENIGDE NATIES ZIJN OP GROND VAN HET VERDRAG VAN LONDEN VAN 19 APRIL 1839 "GRONDWETTELIJK VERPLICHT" OM DE DEUREN VAN DE VERENIGDE NATIES IN 'NEW YORK', 'GENÈVE', 'WENEN' EN 'NAIROBI' TE SLUITEN EN TE VERZEGELEN

Vanuit België worden alle 193 landen van de Verenigde Naties bevrijd.

De vlag van België is gebaseerd op de kleuren van het wapen van de hertog van Brabant: zwart, geel en rood. Het nationaal volkslied staat in België bekend als De of La Brabançonne.

De sleutel van Vrijheid, Recht en Wereldvrede ligt bij de Heilige Drie eenheid.


Beluister het Belgisch Volkslied (video)


De sleutel van Vrijheid, Recht en Wereldvrede ligt bij de Heilige Drie eenheid.

De grote christelijke kerken geloven in God, die Vader is, die Zoon is en die Heilige Geest is. God heeft zo drie namen en is toch één God. Deze drie namen staan voor drie zelfstandige personen of persoonlijkheden en toch blijft God één. De Vader is God, de Zoon is God en de Heilige Geest is God. Dit mysterie van het geloof dat God één is, maar in zichzelf drie personen is, noemen we het mysterie van de heilige Drie-eenheid, ook wel Drievuldigheid genoemd. Dit geloof is zo oud als de Kerk, maar is niet meteen zo onder woorden gebracht.

Het begint bij de verrijzenis van Christus. Als Jezus aan de apostel Thomas verschijnt, antwoordt de apostel Thomas met de woorden: "Mijn Heer en mijn God (Johannes 20, 28). God werd door de Joden heel vaak 'Heer' genoemd. Ook Jezus werd 'Heer' genoemd. Nu koppelt Thomas deze twee aan elkaar. Hij noemt Jezus "Mijn Heer en mijn God". Jezus is net zozeer God als zijn hemelse Vader God is.

De Geest van God zien we al in het scheppingsverhaal (Genesis 1,1-2). De Geest is er dus al voordat God met de schepping begint. Maar voor de schepping was er nog niets, alleen God bestond. De bijbel spreekt hier dus over de eigen Geest van God. Gods Geest werkt door de profeten en wanneer de Heilige Geest in de Kerk wonderen bewerkt, ervaren de leerlingen dat God Zelf door zijn Geest met hen meewerkt. De Heilige Geest is helemaal de Geest van de Vader en van de Zoon. De Heilige Geest wordt ook Kracht van de Allerhoogste genoemd door de engel Gabriël als hij aan Maria de geboorte van Jezus aankondigt. Later zal Jezus nog zeggen: "God is Geest" (Johannes 4, 24).

In de liturgie van de eerste Christenen wordt de Heilige Drie-eenheid voortdurend genoemd door de Drie steeds samen te noemen. Zo bestond het woord drie-eenheid nog niet, maar geloofden de Christenen wel zo in God. Dat zien we bij het Doopsel. Volgens het evangelie van Mattheus waren de laatste woorden die Christus vóór zijn hemelvaart tot zijn apostelen sprak:

"Ga dus en maak alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19).

Dit geloof staat in de eerste eeuwen als een huis. Pas als er mensen opstaan die om allerlei politieke en ideologische belangen twijfel zaaien over de vraag of Jezus God is en of de heilige Geest God is, komen de kerkelijke leiders bij elkaar om dit eens en voor al vast te leggen. Een belangrijke naam daarin is die van bisschop Athanasius. Hij stelde dat de Zoon geheel gelijkwaardig was aan de Vader. In de uitspraken van het Concilie van Nicea (325) werd die gelijkwaardigheid vastgelegd. Op het Concilie van Constantinopel I in 381 werd de Heilige Geest aan deze goddelijke gelijkwaardigheid toegevoegd. Definitief werd de leer van de Drie-eenheid vastgesteld op het Concilie van Chalcedon in het jaar 451.

Mysterie

De Kerk heeft er dus lang over gedaan om dit geloofspunt goed onder woorden te brengen en vast te leggen en vast te houden. Het is een echt geloofspunt omdat het niet iets is dat je beredeneert. Het is niet bedacht, het is niet een slimme constructie, het is een inzicht van het geloof dat God één is, maar ook drie. Dat inzicht is groter dan ons verstand, zoals ook God zelf te groot is voor ons verstand. Maar er over nadenken levert ons wel heel verrijkende inzichten.


Andere religies

Jodendom

Het Christendom is voortgekomen uit het Jodendom. Jezus van Nazareth werd door zijn leerlingen erkend als de Messias. Messias betekent in het Nederlands 'Gezalfde'. In het Grieks is dit 'Χριστός'. In het Latijn 'Christus'. De Joden geloven in één God, die Schepper en Heer is. Gods Naam wordt met vier letters geschreven: JHWH (Hebreeuws יהוה). Uit eerbied wordt die naam doorgaans niet uitgesproken, dan zegt men eenvoudig 'God' of 'Heer'.

Een deel van de Joodse bevolking erkende Jezus na zijn verrijzenis als de Messias, zij behoorden bij het Joodse deel van de Christenen in de eerste eeuwen. Een ander deel van het Joodse Volk erkende Jezus niet als Messias. Zij hebben daarom Jezus ook niet als Zoon van God erkend. Zo is het nog steeds. het Jodendom kent dan ook geen begrip als Drie-eenheid. Kort gezegd: God is één, God is geestelijk, God kan geen zoon hebben.

Islam

De Islam is ontstaan op de prediking van Mohammed (570-632). Traditioneel wordt gesteld dat het heilige boek van de Islam, de Koran, door de engel Gabriel aan Mohammed is gedicteerd. Andere tradities en historische studies maken het zeer waarschijnlijk dat de teksten pas na de dood van Mohammed zijn verzameld en opgeschreven. In de Koran komen veel fragmenten terug uit zowel de Joodse Torah als uit het Evangelie. Ook zijn er teksten die uit andere christelijke tradities zijn overgenomen. De Koran neemt het Joodse Godsbegrip over en wijst het idee van Gods Drie-eenheid af. Er is vanaf het begin ook een verkeerd idee over de Christelijke Drie-eenheid in de Koran geslopen, omdat daar wordt gesproken over Allah, Jezus en Maria. In de Christelijke theologie heeft Maria nooit bij de Drie-eenheid gehoord. Klaarblijkelijk is de schrijver van deze verzen niet te rade gegaan bij een groot christelijk theoloog maar bij christelijke stromingen of bij tegenstanders van het christendom in die tijd, die een karikatuur van het christelijk geloof gaven.

Boeddhisme

Trikaya is Sanskriet voor drie lichamen. In het Mahayana-boeddhisme is dit een centraal begrip. Het concept is al bekend in de eerste eeuw voor Christus. Het begrip Trikaya lijkt enigszins op het begrip Drie-eenheid in het christendom.

Hindoeïsme

Trimurti is de benaming voor de drie belangrijkste aspecten van Ishvara of God in het hindoeïsme. Ze wordt ook wel aangeduid als de hindoeïstische Drie-eenheid. Ze wordt gevormd door Brahma, Vishnoe en Devo Maheshvara (Shiva).

Egypte

In de Egyptische mythologie was de godentriade erg populair. Verschillende steden hadden een triade, zoals: Thebe, Elephantine, Heliopolis en Kom Ombo. Dit is niet hetzelfde als het christelijke idee over de Drie-eenheid, omdat het om drie goden ging die samen een bepaald soort eenheid vormden.

Voor de "Wereldwijde Oplossing" lees in De Nieuwe Media de volgende twee artikelen:

DE "VERENIGDE NATIES" HEBBEN MET DE REGISTRATIE OP 25 APRIL 1947 VAN DE OP 14 JUNI 1940 TE LONDEN GESLOTEN FINANCIËLE OVEREENKOMST VAN HET 'NOOIT BESTAANDE NEDERLAND' MET HET 'VERENIGD KONINKRIJK' BIJ DE "MARIA TEN-HEMELOPNEMING" VAN 15 AUGUSTUS 2024 ZICHZELF OPGEHEVEN.

ALLE 193 LANDEN VAN DE VERENIGDE NATIES ZIJN OP GROND VAN HET VERDRAG VAN LONDEN VAN 19 APRIL 1839 "GRONDWETTELIJK VERPLICHT" OM DE DEUREN VAN DE VERENIGDE NATIES IN 'NEW YORK', 'GENÈVE', 'WENEN' EN 'NAIROBI' TE SLUITEN EN TE VERZEGELEN.


Voor historische, grondwettelijke en constitutionele onderbouw lees het artikel hieronder:

ONZE NIEUWSTE ARTIKELEN