Het Internationaal Olympisch Comité is verantwoordelijk voor het uitkiezen van de gaststad en het olympische programma. Steeds wordt tijdens een IOC-bijeenkomst
zeven jaar van tevoren de locatie / organisator gekozen uit enkele
kandidaten, met andere woorden: in het jaar na de Spelen wordt de
organisator voor de editie na de eerstvolgende editie van de Spelen
gekozen.
De organisatie van de Spelen is verantwoordelijk voor het naleven van de olympische regels, die zijn omschreven in het Olympisch Handvest. Er gaan enkele symbolen en rituelen gepaard met de organisatie van de Olympische Spelen, waaronder de olympische vlag en de olympische vlam.
Oudheid
Zie Olympische Spelen in de Klassieke Oudheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De originele Olympische Spelen werden gehouden in de oude Griekse stad Olympia. Deze stad was sinds de 10e eeuw v. Chr. een religieuze en politieke ontmoetingsplaats.
Rond het eind van het 2e en het begin van het 1e millennium v.Chr. kwamen de Eliërs uit het noorden naar het Griekse schiereiland dat wij tegenwoordig de Peloponnesos noemen. Zij vestigden zich in de omgeving van Olympia, dat toen onder de heerschappij stond van de Pisaten. Rond de 6e eeuw v.Chr. braken tussen hen de eerste twisten uit. Die leidden tot oorlog.
Waarschijnlijk wijdden de nieuwe immigranten de plaats aan de oppergod Zeus en noemden hem Olympia, ter herinnering aan de berg Olympos in Thessalië. De eerste Spelen werden echter gehouden ter ere van Pelops, na zijn overwinning in de wedrennen op Oinomaos,
de koning van Pisatis. Pelops was ook de naamgever van de Peloponnesos.
De volgende Spelen werden ter ere van Zeus gehouden. Sinds 776 v.Chr.
werden de namen van de overwinnaars opgetekend; dit jaartal gold als het
begin der Olympiaden en was ook de basis van de Griekse tijdrekening.
Hoewel de Spelen oorspronkelijk gehouden werden op de velden voor de tempel, werd er met de groei van de Spelen steeds meer gebouwd ten behoeve van de Spelen. Uiteindelijk bevond zich in Olympia een stadion dat plaats bood aan 40.000 toeschouwers. De Olympische Spelen die hier elke vier jaar gehouden werden, waren een van de vier Panhelleense Spelen
(openbare feesten voor alle Grieken van de poleis die dan ook de goden
vereerden). Doel van die Olympische Spelen was om jonge mannen hun
fysieke kwaliteiten te laten tonen en om de relatie tussen de
verschillende Griekse steden te bevorderen. Alleen Griekse mannen
mochten meedoen aan de Spelen, geen vrouwen.
Langzaamaan kregen de Romeinen het voor het zeggen in Griekenland en werden de Spelen minder belangrijk gevonden. Toen het christendom de officiële religie werd van de Romeinen, werden de Spelen gezien als een heidens feest. De Romeinse keizer Theodosius I verbood de Spelen uiteindelijk in 393.
Tempels en gebouwen
Olympia, aan de voet van de beboste Kronosheuvel en begrensd door de
rivieren Alfeios en Kladeios, was een heiligdom, het oudste en
belangrijkste uit de oudheid. In de zevende eeuw voor onze jaartelling
vond men in Olympia nog de graven van Pelops en Hippodameia. Er stond
ook nog een zuil die was overgebleven van het paleis van Oinomaos, dat
althans volgens de mythologie door een bliksemschicht van de oppergod
Zeus was vernield.
Gaandeweg rezen een na één monumentale gebouwen uit de grond en
het heiligdom werd daarmee steeds belangrijker. Binnen de omheining van
dat heiligdom was de Heratempel de mooiste en die van Zeus de
belangrijkste. Buiten de muren lagen de verblijven van de priesters, van
de gasten, de baden en de worstelschool. Aan het westelijke uiteinde
kan het oudste stadion hebben gelegen, maar er is geen spoor van
teruggevonden. In de eerste helft van de 5de eeuw voor onze tijdrekening
werd een tweede stadion aangelegd, maar het verdween toen men besloot
de Zeustempel op te richten.
Het jongste stadion is 212,54 m lang en 28,5 m breed. Het had de
vorm van de letter U. Het bood plaats aan 45.000 toeschouwers die voor
het merendeel op de grond plaats namen. Zitplaatsen waren voorbehouden
aan enkele vooraanstaanden: de hellanodikai of scheidsrechters en aan de
priesteres van Demeter. Rondom het stadion waren fonteinen voor de
bezoekers.
Moderne tijd
Pierre de Coubertin
Vijftien eeuwen na de opheffing van de klassieke Spelen werden
verspreid over Europa meerdere initiatieven gestart om de Olympische
Spelen weer te laten herleven, alhoewel dat meestal in nationaal verband
plaatsvond. In 1850 werd in het Engelse plaatsje Much Wenlock de "Olympische Klasse" opgericht, die later werd hernoemd tot Wenlock Olympian Society Annual Games en tegenwoordig nog steeds gehouden wordt. De Griekse filantroop Evangelis Zappas sponsorde in 1859 de eerste 'Olympische Spelen' die op een plein in Athene werden gehouden. De Brit William Penny Brookes organiseerde in 1866 nationale Spelen in het Crystal Palace.
Geïnspireerd door de initiatieven bedacht de Fransman Pierre de Coubertin
in 1890 dat een grootschalige herrijzenis van de Olympische Spelen
mogelijk was. Coubertin was voor de bevordering van een harmonieuze
lichamelijke en geestelijke opvoeding van de jeugd en de versterking van
de vriendschapsbanden tussen de volkeren, overtuigd als hij was dat de
sportieve krachtmeting edelmoedigheid en ridderlijkheid bij de atleet
zou aankweken, alsmede respect voor de prestatie van de tegenstander.
Coubertin werkte de ideeën van Zappas en Brookes uit en besprak zijn
plannen tijdens het eerste Olympisch Congres van het Internationaal Olympisch Comité in Parijs.
Er werd besloten tot de invoering van de moderne Olympische Spelen, waarvan de eerste editie twee jaar later in Athene plaats zouden moeten vinden. De Griekse schrijver Demetrius Vikelas werd verkozen tot de eerste voorzitter van het IOC.
Olympische (Zomer)Spelen 1896
Zie Olympische Zomerspelen 1896 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De Spelen van de 1ste Olympiade waren de eerste Spelen sinds het verbod van keizer Theodosius I in 393 na Chr. Het evenement had plaats in de zomer en trok 14 landen en 241 atleten aan, die meededen aan 43 onderdelen.
Na het succes van de eerste Olympische Spelen in 1896 werden de daaropvolgende edities in Parijs en Saint Louis overschaduwd door de wereldtentoonstellingen
die op dezelfde locatie en op hetzelfde moment werden gehouden. Het
voortbestaan van de Spelen werd bedreigd, maar door het succes van de tussenliggende Spelen in 1906
leefde de populariteit en de omvang van het evenement op. Er werd later
echter afgezien van het plan om zogenaamde "tussenliggende" Spelen te
organiseren, een idee waar De Coubertin tegen was geweest.
Kunstwedstrijden
Het is inmiddels volkomen weggezakt uit het collectief geheugen, maar
van 1912 tot 1952 vormden kunstwedstrijden een onderdeel van het
wedstrijdprogramma van de Zomerspelen. Er werden medailles uitgereikt
voor kunstwerken die door de sport waren geïnspireerd. Er waren vijf
categorieën: architectuur, literatuur, muziek, schilderijen en
beeldhouwwerk. Een jury besliste wie in de prijzen viel.
In 1954 is deze tak van 'sport' afgeschaft, omdat het Olympisch
Comité van mening was dat kunstenaars eigenlijk professionals waren,
terwijl Olympische atleten amateurs moesten zijn. Sinds 1956 heeft een
'Olympisch Cultureel Programma' de plaats van de vroegere competitie
ingenomen.[2]
Het onderdeel biatlon tijdens de Olympische Winterspelen 2010 in Vancouver
Olympische Winterspelen
Zie Olympische Winterspelen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Gezien het feit dat het onmogelijk is om wintersporten in de zomer te organiseren, werd op het zevende Olympisch Congres
in 1921 in Lausanne besloten tot het houden van de Olympische
Winterspelen. De wens van het IOC om meer (winter)sporten toe te voegen
werd zo gehonoreerd. De eerste wintereditie van de Spelen werd drie jaar later in Chamonix-Mont-Blanc
gehouden. In eerste instantie werd besloten om de wintereditie in
hetzelfde jaar als de zomereditie te organiseren, deze traditie werd tot
1992 voortgezet, sinds 1994 worden de Winterspelen tussen de
Zomerspelen gehouden.
Paralympische Spelen
Zie Paralympische Spelen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1948 organiseerde Ludwig Guttman een sportwedstrijd in Engeland voor veteranen uit de Tweede Wereldoorlog met een rugletsel, het evenement kreeg de naam Stoke Mandeville Wheelchair Games en wordt tegenwoordig nog steeds gehouden. Twaalf jaar later werden in Rome de eerste Paralympische Zomerspelen gehouden. Sinds 2012 is de organisator van de Olympische Spelen automatisch ook de organisator van de Paralympische Spelen.
Olympische Jeugdspelen
Zie Olympische Jeugdspelen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Vanaf 2010 worden de Olympische Jeugdspelen gehouden. Er doen
sporters mee in de leeftijdscategorie van 14 tot en met 18 jaar. Tijdens
het 119e vergadering van het IOC werd tot invoering van de Jeugdspelen besloten. De eerste Jeugdzomerspelen werden in 2010 in Singapore gehouden, de eerste Jeugdwinterspelen vonden in 2012 plaats in Innsbruck.
Olympische e-sportspelen
Vanaf 2025 worden er ook Olympische Spelen voor E-sporten(sporten op de computer) gehouden. De eerste editie wordt gehouden in Saoedi-Arabië.[3]
Amateurs en beroepssporters
Oorspronkelijk was het De Coubertins bedoeling dat uitsluitend
niet-professionele sporters mee zouden mogen doen aan de Olympische
Spelen: er was alleen plaats voor amateurs. Dit heeft tot wat
controverse geleid: zo werden de gouden medailles die Jim Thorpe in 1912 op de vijfkamp en de tienkamp gewonnen had, in 1913 teruggevorderd nadat bleek dat hij eerder betaald was om honkbal
te spelen. Zwitserse en Oostenrijkse skiërs boycotten de Winterspelen
van 1936 omdat hun trainers uitgesloten werden omdat deze geld met hun
sport verdienden. Andersom deden namens enkele Oostbloklanden (waaronder
de DDR),
door de staat gesponsorde "fulltime amateurs" mee. Het verschil tussen
dit soort amateurs en beroepssporters is moeilijk te bepalen. Vanaf
begin jaren zeventig kwam een kentering in het beleid: het werd voortaan
aan de individuele sportfederaties overgelaten of professionele spelers
mee mochten doen of niet. Tegenwoordig is boksen de enige sport waarbij
professionele spelers uitgesloten worden (hoewel sommige amateurs wel
geldprijzen winnen). Bij het herenvoetbal mogen per team maximaal drie
spelers ouder dan 23 jaar meespelen. Met dit veranderende inzicht was
het mogelijk dat Jim Thorpe in 1983 postuum zijn medailles terugkreeg.
Olympische symbolen
De Marathontoren te Amsterdam, de plaats waar voor de eerste keer het olympisch vuur brandde
De olympische beweging gebruikt verscheidene symbolen, waarvan de
meeste de ideeën en idealen van Pierre de Coubertin weergeven. Het
bekendst is waarschijnlijk de olympische vlag
met vijf geschakelde ringen van verschillende kleur op een witte
achtergrond. De zes kleuren (wit, rood, blauw, groen, geel en zwart)
werden gekozen omdat de vlag van elk land in de wereld minstens een van
deze kleuren bevat. De vijf ringen staan voor de vijf werelddelen
(volgens de klassieke telling). Ze zijn geschakeld om de eenheid van de
continenten bij de bijeenkomst te benadrukken. De vlag werd als symbool
aangenomen in 1914, en bij de zomerspelen van 1920 in Antwerpen voor het
eerst gevoerd.
De officiële slogan van de olympische beweging is citius, altius, fortius
(Latijn voor "sneller, hoger, sterker"). De idealen van Pierre de
Coubertin worden weerspiegeld in het olympische credo: "het belangrijkst
bij de Olympische Spelen is niet de overwinning, maar de deelname,
zoals ook in het leven niet de overwinning, maar het streven naar een
doel het belangrijkst is. Het belangrijkst is niet, om veroverd te
hebben, maar om goed gevochten te hebben."
De olympische vlam wordt in de historische stad Olympia
met zonlicht, of met een eerder met zonlicht aangestoken vuurpotje (bij
gebrek aan zonlicht, of in geval van regen) aangestoken en in estafette
naar de bestemming gebracht. Gaat het vuur om een of andere reden uit,
dan wordt het weer aangestoken aan een tweede fakkel, die als
reserve-vuurdrager mee gaat. Er zijn dus altijd twee fakkels.
Het olympisch vuur brandde voor het eerst in 1928 in Amsterdam.
Overdag was de rook te zien, 's avonds het vuur. De eerste estafette
werd gehouden voor de spelen in Berlijn van 1936, die door Adolf Hitler geopend werden. Tijdens de openingsceremonie van de spelen wordt de vlam in het olympisch stadion
ontstoken met behulp van de fakkel, waarna deze gedurende de hele
spelen blijft branden totdat hij tijdens de sluitingsceremonie wordt
gedoofd.
De olympische sporters die het best bij een onderdeel presteren ontvangen een olympische medaille, die wordt uitgegeven in goud, zilver en brons. Tegenwoordig ontvangen sporters met een top-achtklassering in het klassement ook een olympisch diploma.
Internationaal Olympisch Comité
Het olympisch museum in Lausanne
Zie Internationaal Olympisch Comité voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) is het organiserend orgaan achter de Olympische Spelen.
Het heeft sinds 10 september 2013 de Duitser Thomas Bach als voorzitter.
Olympische Beweging
De Olympische Beweging brengt alle groeperingen die genoemd worden in
het Olympisch Handvest en die de autoriteit van het IOC erkennen,
samen. Hieronder vallen de internationale sportbonden van de olympische sporten, de Nationaal Olympisch Comités,
de organisaties van de Olympische Spelen, de atleten, de juryleden en
de scheidsrechters. De Beweging wil bijdragen aan een vreedzamere en
betere wereld door op een vriendschappelijke en solidaire manier
jongeren te onderwijzen door middel van sport.
Enkele activiteiten zijn het via sportorganisatie onder de
aandacht brengen en ondersteunen van sportcompetities overal ter wereld,
het streven naar 'sport voor iedereen' en sportieve gelijkheid voor
mannen en vrouwen.
All sports for all
people. This is surely a phrase that people will consider foolishly
utopian. That prospect troubles me not at all. I have pondered and
studied it at length, and know that it is correct and possible.
— Pierre de Coubertin, 1919
Olympisch Handvest
De olympische vlam vlak voor de Olympische Winterspelen 2010
Zie Olympisch Handvest voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In het Olympisch Handvest zijn fundamentele principes en regels van
de Olympische Beweging, het IOC en de organisatie van de Olympische
Spelen vastgelegd. Het handvest bestaat uit 5 hoofdstukken, die in totaal 61 artikelen bevatten. De officiële talen zijn Engels en Frans, maar tijdens congressen van het IOC zijn er ook vertalingen in het Duits, Spaans, Russisch en Arabisch.
Een aantal belangrijke artikelen uit het Handvest:
- Artikel 2: De missie van het IOC het wereldwijd promoten
van Olympisme en het leiden van de Olympische Beweging. Hieronder valt
het behouden van ethiek,
het bevorderen en aanmoedigen van sportdeelname en -ontwikkeling, het
zorgen voor een reguliere Olympische cyclus en het beschermen van de
Olympische Beweging.
- Artikel 8: Het symbool van de Olympische Spelen bestaat uit 5
met elkaar verbonden ringen in de kleuren (van links naar rechts)
blauw, geel, zwart, groen en rood.
- Artikel 14: Lid 1: Het IOC is een internationale non-gouvernementele
non-profitorganisatie, van onbeperkte duur, in de vorm van een
associatie met de status van een rechtspersoon, erkend door de Zwitserse
Federale Raad in een overeenkomst van 1 november 2000
- Artikel 15: Lid 2: De missie van het IOC is het uitvoeren van de missie, rol en verantwoordelijkheden opgelegd door het Olympisch Handvest
- Artikel 28: De missie van de Nationale Olympische Comités
(NOC's) is het ontwikkelen, promoten en beschermen van de Olympische
Beweging in hun respectievelijke land. De rol van NOC's in elk land is
het promoten van de Olympische geest, verzekeren van inachtneming van
het Olympisch Handvest, en het stimuleren van ethiek en ontwikkeling van
sport. Ze zijn de baas over de representatie van hun land tijdens de
Spelen, bepalen de gaststad voor de Spelen, en samenwerking met
gouvernementele en niet-gouvernementele organen tijdens de Spelen.
Boycots
Kaart met landen die de Zomerspelen boycotten in 1976 (geel), 1980 (blauw) en 1984 (rood)
In de moderne olympische geschiedenis is een aantal Spelen door een of meer landen geboycot.
1936
Spanje, waar begin 1936 het Volksfront aan de macht was gekomen, organiseerde uit protest tegen de Olympische Zomerspelen 1936 in het Duitsland van Adolf Hitler de Olympiade van het volk.
6000 atleten uit 22 landen schreven zich hiervoor in. Deze manifestatie
ging uiteindelijk niet door vanwege het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog, een paar dagen voor het begin van deze alternatieve spelen.
1956
De Olympische Zomerspelen 1956
te Melbourne waren de eerste die effectief werden geboycot. Nederland,
Spanje en Zwitserland weigerden deel te nemen wegens de repressie door
de Sovjet-Unie van Hongarije tijdens de Hongaarse Opstand.
Zwitserland kwam later terug op zijn boycot, maar moest op de Spelen
toch verstek laten gaan doordat geen geschikt vervoer meer kon worden
gevonden om Melbourne te bereiken. Cambodja, Egypte, Irak en Libanon namen niet deel wegens de Suezcrisis.
1972 en 1976
Een groot aantal Afrikaanse landen dreigde ermee niet deel te nemen aan de Olympische Zomerspelen 1972 en de Olympische Zomerspelen 1976 om het IOC te verplichten Zuid-Afrika en Rhodesië uit te sluiten wegens hun segregationistische
regimes. Nieuw-Zeeland trachtten zij ook te laten uitsluiten omdat hun
nationaal rugbyteam een aantal wedstrijden had betwist in Zuid-Afrika.
Het IOC sloot Zuid-Afrika en Rhodesië uit maar weigerde Nieuw-Zeeland
uit te sluiten omdat rugby geen olympische sport was.
De Afrikaanse landen voerden hun dreigement uit. Guyana en Irak
sloten zich bij hen aan in een door Tanzania geleide terugtrekking van
de Spelen in Montreal, ondanks dat enkele van hun atleten al hadden
deelgenomen.
Taiwan besloot ook deze Spelen te boycotten wegens de druk die
China uitoefende op het organiserend orgaan in Montreal om de delegatie
van Taiwan niet te laten deelnemen onder de naam Republiek China
zoals Taiwan zich officieel noemt. Taiwan weigerde een compromis te
aanvaarden waarbij ze wel hun volkslied en vlag mochten gebruiken maar
onder een andere naam. Taiwan keerde pas in 1984 terug naar de spelen
onder de naam Chinees Taipei, met een andere vlag en volkslied.
1980 en 1984
In 1980 en 1984 boycotten de Koude Oorlogopponenten elkaars Spelen. Vijfenzestig landen boycotten de Olympische Zomerspelen 1980
in Moskou vanwege de Sovjet-invasie van Afghanistan. Hiermee werd het
aantal deelnemende landen teruggebracht tot 81, het laagste aantal sinds
1956. De Sovjet-Unie, op haar beurt, boycotte de Olympische Zomerspelen 1984 in Los Angeles. Veertien andere landen, waaronder alle Oostbloklanden
met uitzondering van Roemenië, volgden. Hun motivatie was dat de
veiligheid van hun atleten niet door de Verenigde Staten kon worden
gewaarborgd en dat de Amerikanen door hun overheid werden aangezet tot
een hetze tegen de Sovjet-Unie. Enkele van deze landen organiseerden in
juli en augustus hun eigen spelen, de zogenoemde Vriendschapsspelen.
2008
De Olympische Zomerspelen 2008
in China kregen tegenstand als protest tegen de schending van de
mensenrechten en de onrust in Tibet, Darfur en Taiwan. President George
W. Bush zette alles nog eens extra in de verf tijdens een speech die hij
vlak voor het begin van de Spelen in Thailand hield. Uiteindelijk trok
geen enkel land zich terug.